ECLI:NL:RBUTR:2010:BL6507
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Valsheid in geschrifte en BTW-fraude door schijntransacties
In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 2 maart 2010 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van valsheid in geschrifte door het opmaken van valse facturen van schijntransacties. De verdachte, die als directeur van een bedrijf fungeerde, zou samen met anderen hebben bijgedragen aan BTW-fraude door het creëren van een fictieve handelsstroom. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op de hoogte was van de onregelmatigheden en desondanks geen maatregelen heeft genomen om deze te voorkomen. De verdachte ontving instructies vanuit Dubai en maakte facturen op zonder dat er daadwerkelijke transacties plaatsvonden. De rechtbank concludeerde dat de verdachte feitelijk leiding heeft gegeven aan deze strafbare gedragingen, ondanks zijn verweer dat hij in goed vertrouwen handelde. De rechtbank legde een gevangenisstraf van 6 maanden op, geheel voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar, en hield rekening met het blanco uittreksel uit de justitiële documentatie van de verdachte. De uitspraak benadrukt de ernst van de fraude en de impact op de belastingdienst en belastingbetalers.