ECLI:NL:RBUTR:2010:BL3935
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- L.M.G. de Weerd
- M.P. Gerrits-Janssens
- M.S. Koppert-van Beek
- Rechtspraak.nl
Veroordeling wegens overtreding van de Kernenergiewet met betrekking tot radioactief materiaal
In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 25 januari 2010 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 69-jarige verdachte die werd beschuldigd van het opzettelijk voorhanden hebben van radioactief materiaal zonder de vereiste vergunning krachtens de Kernenergiewet. De verdachte werd vrijgesproken van het in de lucht of in de grond brengen van radioactief materiaal, omdat niet bewezen kon worden dat hij deze stoffen daadwerkelijk had verspreid. De rechtbank oordeelde dat de verdachte wel degelijk splijtstoffen en radioactieve stoffen voorhanden had, wat wettig en overtuigend bewezen werd geacht. De rechtbank hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn leeftijd en het lange tijdsverloop van de zaak. De verdachte werd veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden en een werkstraf van 100 uur. De rechtbank benadrukte het belang van het beschikken over de juiste vergunningen voor het handelen in kerntechnisch materiaal en de verantwoordelijkheid van de verdachte om zich hiervan bewust te zijn. De uitspraak is een belangrijke reminder van de strenge eisen die gelden voor de omgang met radioactief materiaal en de gevolgen van het niet naleven van de wetgeving.