ECLI:NL:RBUTR:2010:BL3071
Rechtbank Utrecht
- Raadkamer
- P. Wagenmakers
- N.E.M. Kranenbroek
- R.P. den Otter
- Rechtspraak.nl
Bezwaarschrift tegen onthouding van processtukken in strafzaak
Op 1 februari 2010 heeft de Rechtbank Utrecht in raadkamer vergaderd over een bezwaarschrift van een verdachte tegen de onthouding van processtukken door de officier van justitie. De rechtbank overweegt dat de officier van justitie belang heeft bij het onthouden van stukken, aangezien het onderzoek zich nog in de voorbereidende fase bevindt. Het strafvorderlijk belang prevaleert boven het individuele belang van de verdachte bij kennisneming van de stukken. De rechtbank stelt vast dat de schriftelijke mededeling van de officier van justitie aan de verdachte over de onthouding van stukken ontbreekt, maar acht de verdachte desondanks ontvankelijk in zijn bezwaarschrift. Dit komt doordat de officier van justitie tijdens de behandeling van het bezwaarschrift heeft aangegeven dat er impliciet een beslissing tot onthouding van processtukken is genomen.
Tijdens de behandeling in raadkamer is gebleken dat het openbaar ministerie een onderzoek tegen de verdachte heeft opgestart, waarbij de verdachte de status van verdachte heeft gekregen. Dit onderzoek bevindt zich echter nog in de voorbereidende fase, er is nog geen vervolgingsbeslissing genomen en er zijn nog geen dwangmiddelen toegepast. De rechtbank heeft het bezwaarschrift ongegrond verklaard, gelet op het belang van het openbaar ministerie om het onderzoek voort te zetten zonder dat de stukken aan de verdachte moeten worden vrijgegeven. De rechtbank concludeert dat het strafvorderlijk belang in deze zaak prevaleert boven het individuele belang van de verdachte bij kennisneming van de stukken. De officier van justitie heeft aangegeven dat het onderzoek naar verwachting nog een half jaar in beslag zal nemen.