ECLI:NL:RBUTR:2010:BL0019

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
20 januari 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
256861 / HA ZA 08-2184
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot nakoming betalingsverplichtingen en verweer op basis van buitengerechtelijke ontbinding

In deze zaak vorderde Parfip Nederland BV nakoming van betalingsverplichtingen van Harmony Consult Nederland BV. Harmony verweerde zich met een beroep op buitengerechtelijke ontbinding van de overeenkomst met Proximedia, die verantwoordelijk was voor de ontwikkeling van een website voor Harmony. De rechtbank oordeelde dat Harmony in schuldeisersverzuim verkeerde, omdat zij de noodzakelijke medewerking had geweigerd die Proximedia nodig had om aan haar verplichtingen te voldoen. Hierdoor kon Harmony de overeenkomst niet rechtsgeldig ontbinden. De rechtbank wees de vorderingen van Parfip toe en wees de reconventionele vordering van Harmony af. De rechtbank stelde vast dat de facturen van Parfip hun grondslag vonden in de overeenkomst en dat Harmony gehouden was deze te betalen. De rechtbank veroordeelde Harmony tot betaling van een bedrag van EUR 10.727,07, vermeerderd met contractuele rente, en veroordeelde Harmony in de proceskosten. De uitspraak werd gedaan door mr. M.E. Heinemann op 20 januari 2010.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK UTRECHT
Sector handels- en familierecht
zaaknummer / rolnummer: 256861 / HA ZA 08-2184
Vonnis van 20 januari 2010
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
PARFIP NEDERLAND BV,
gevestigd te Amsterdam,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. J.A.F. Boor,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
HARMONY CONSULT NEDERLAND BV,
gevestigd te Valkenswaard,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. R.M. Mijnsbergen.
Partijen zullen hierna respectievelijk Parfip en Harmony genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 24 december 2008;
- het proces-verbaal van comparitie van 13 mei 2009.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. Feiten
2.1. Proximedia Nederland BV (hierna: Proximedia) is een onderneming die zich onder meer bezighoudt met het leveren van informaticaprestaties. Harmony is een onderneming die zich onder meer bezighoudt met het aanbieden van multimediale diensten en producten, waaronder de ontwikkeling van computerprogrammatuur voor beheer van polis- en aktenadministraties en integratie van administratieve processen.
2.2. Harmony maakte voor haar bedrijfsvoering gebruik van een website en een mailserver.
2.3. Proximedia en Harmony hebben een overeenkomst gesloten ter zake van de bouw, de hosting en het onderhoud door Proximedia van een website voor Harmony, het aanmaken van een domeinnaam en een emailadres alsmede de terbeschikkingstelling van een laptop. Deze overeenkomst is neergelegd in het ongedateerde document “Overeenkomst tot licentie, verhuur en onderhoud” (hierna: Overeenkomst). Op deze Overeenkomst zijn de door beide partijen op 20 januari 2004 ondertekende algemene voorwaarden van Proximedia van toepassing. In artikel 18.5 van deze algemene voorwaarden is bepaald:
“Indien Abonnee de verschuldigde bedragen niet binnen 8 dagen na factuurdatum betaalt, zal Abonnee, zonder dat enige ingebrekestelling nodig is, vanaf die dag aan PROXIMEDIA rente verschuldigd zijn van 1% per maand, waarbij een gedeelte van een maand voor een volle maand wordt gerekend.”
In de Overeenkomst is vermeld dat de maandelijks door Harmony te betalen “aflossing” EUR 201,11 (inclusief BTW) bedraagt.
2.4. Proximedia heeft aan Parfip, een financieringsmaatschappij, het recht verleend namens haar te factureren. In dit verband heeft Parfip op 13 april 2004 een brief aan Harmony gestuurd. In deze brief is – voor zover van belang – geschreven:
“U heeft onlangs een overeenkomst getekend met PROXIMEDIA NEDERLAND.
Wij maken graag van deze gelegenheid gebruik om Parfip Nederland aan u voor te stellen. Parfip Nederland is naamlijk door PROXIMEDIA NEDERLAND gekozen om uw contract te financieren. Wij zorgen voor de maandelijkse fakturatie en inkasso van uw fakturen, daar alle rechten aan ons zijn overgemaakt.”
2.5. Op 26 mei 2004 stuurt Proximedia een email aan Harmony, waarin zij schrijft:
“Op basis van de informatie en de documenten die u ons bezorgde, heeft een webdesigner uw website ontworpen.
U kunt deze bekijken op het volgende adres: (…)
Mocht u nog aanmerkingen hebben betreffende de wijzigingen aan uw website, kunt u ons bereiken, hetzij telefonisch, per fax of via e-mail.
Afgezien van latere aanpassingen en/of wijzigingen zoals overeengekomen in het contract, gaan wij ervan uit dat u, indien wij na 10 dagen geen reactie van u ontvangen hebben, tevreden bent met uw website.”
2.6. In zijn mail van 13 september 2004 aan Proximedia schrijft [X] (directeur van Harmony) onder meer:
“Ik heb nu naar het ontwerp gekeken, maar deze is niet zoals we besproken hebben. De productcatalogus ontbreekt geheel. De onderwerpen bovenin het scherm zouden pulldown menu’s worden. Er zijn nog meer zaken die niet kloppen of ontbreken.
(…)
Ik ben in het geheel niet tevreden over de manier waarop Proximedia dit project heeft aangepakt. Het is inmiddels 13 september. We betalen nu al een half jaar 169,00 euro per maand. Het enige dat we daar voor hebben gekregen is een laptop. Ik ben van mening dat Proximedia niet aan zijn leveringsverplichting heeft voldaan en ik zeg het contract tussen Harmony Consult en Proximedia per direct op.”
2.7. In haar mail van 22 november 2004 aan Harmony schrijft Proximedia onder meer:
“Zoals telefonisch besproken mail ik u de link van de nieuwe website:
(…)
Op basis van de informatie en/of documenten die u ons bezorgde, heeft een webdesigner uw website ontworpen.
U kunt deze bezichtigen onder:
(…)
Mocht u nog aanmerkingen hebben betreffende de wijzigingen aan uw website, kunt u ons bereiken, hetzij telefonisch, per fax of via e-mail.”
2.8. Per mail van 17 januari 2005 aan Harmony schrijft Proximedia:
“Op basis van de door u aangeleverde informatie, hebben wij een ontwerp gemaakt voor uw nieuwe website. Er is een voorbeeld in de vorm van een jpg-afbeelding bij deze e-mail toegevoegd.
U kunt eventuele op of aanmerkingen betreft het ontwerp d.m.v. een e-mail aan ons kwijt. Als u accoord gaat met het ontwerp, dan gaan wij dit vertalen naar html.”
2.9. Bij mail van 18 januari 2005 aan Proximedia schrijft [X]:
“Bij deze deel ik u mede dat wij het contract 40002145 tussen Harmony Consult en Proximedia per direct opzeggen. Proximedia heeft niet aan zijn leveringsverplichting voldaan.”
2.10. In haar brief van 26 januari 2005 aan Harmony schrijft Proximedia onder meer:
“(…) Proximedia heeft u vervolgens op 6 januari jongstleden een e-mail toegezonden met daarin de gewijzigde lay-out van uw website, welke u diende te bekijken en goed diende te keuren. Hierop hebben wij geen reactie mogen ontvangen. Vervolgens hebben wij deze op 10 januari jl. nogmaals naar u toegezonden. Ook hierop hebben wij geen reactie mogen ontvangen. Wij hebben deze vervolgens voor de laatste maal op 17 januari jl. naar u toegezonden. Ook hier hebben wij geen reactie op mogen ontvangen. (…)
Gezien bovenstaande punten kan Proximedia niet akkoord gaan met een éénzijdige opzegging van de overeenkomst. Wij moeten u erop wijzen dat de overeenkomst welke u bent aangegaan met Proximedia Nederland niet éénzijdig opzegbaar is. (…)”
2.11. Op 10 maart 2005 stelt de raadsman van Harmony Proximedia schriftelijk in gebreke en sommeert hij haar binnen één week een complete, volledig en goed werkende website op te leveren conform de door Harmony verstrekte informatie. In de ingebrekestelling wordt verder geschreven:
“De door u genoemde emailberichten van 6 en 10 januari 2004 (bedoeld is 2005, toevoeging rechtbank) zijn door cliënte nimmer ontvangen. Het bericht van 17 januari 2005 was ontvangen zonder JPEG bestand. Het bericht was voorzien van een pictogram dat niet gekoppeld was aan een bestand.”
2.12. In reactie hierop schrijft Proximedia in haar brief van 17 maart 2005 aan de raadsman van Harmony onder meer:
“Wij willen u er graag op attenderen dat Proximedia al geruime tijd bezig is geweest tot de realisatie van de website te komen. (…)
Op 6 januari hebben wij uw cliënt een emailbericht gezonden met daarin het bestand waarop uw cliënt de lay-out van de website kom bekijken. Hierop is geen reactie ontvangen en dat u meent dat deze nooit is ontvangen, bevreemd ons ten zeerste. Dit emailbericht is namelijk naar dezelfde emailadressen gestuurd als het bericht van 17 januari. Bijgaand zenden wij u hiervan een kopie toe en tevens zenden wij u deze emailbericht per mail toe.
U geeft tevens aan dat het emailbericht is verzonden zonder JPG-afbeelding. Dit bevreemdt ons des te meer, daar in het emailbericht wel degelijk een JPG-afbeelding aanwezig was. Wij hebben u reeds het betreffende emailbericht toegezonden per e-mail, zodat u zelf kunt concluderen dat deze wel degelijk aanwezig was.
Wij zijn verheugd te mogen vernemen dat cliënt de samenwerking met Proximedia wenst voort te zetten. Uw voorwaarde de website binnen 5 dagen te realiseren is voor Proximedia echter onmogelijk. Wij willen ons ervoor inspannen de website voor uw cliënt te realiseren. (…)”
2.13. Bij brief van 28 april 2005 ontbindt Harmony de overeenkomst met Proximedia.
3. Het geschil
in conventie
3.1. Parfip vordert – samengevat – veroordeling van Harmony tot betaling van EUR 10.727,07, vermeerderd met de contractuele rente van 1% per maand vanaf 29 oktober 2008 tot de dag van algehele voldoening en kosten.
3.2. Harmony voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in reconventie
3.3. Harmony vordert – samengevat – veroordeling van Parfip tot betaling van EUR 1.659,-, vermeerderd met de wettelijke handelsrente vanaf 28 april 2005 en kosten, waaronder begrepen het salaris van haar advocaat.
3.4. Parfip voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
in conventie en in reconventie
4.1. Parfip legt aan haar vordering ten grondslag dat Harmony op grond van de Overeenkomst gehouden is de maandelijkse facturen van EUR 201,11 (inclusief BTW) te betalen. Ondanks diverse aanmaningen en sommaties is Harmony daarin in gebreke gebleven.
4.2. Harmony betwist dat zij gehouden is de facturen te betalen. Zij stelt daartoe als verweer dat zij de Overeenkomst op 28 april 2005 heeft ontbonden. Aan deze ontbinding legt zij ten grondslag dat Proximedia toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit hoofde van de Overeenkomst. Ter zitting heeft Harmony toegelicht dat haar belangrijkste verwijt gelegen is in het feit dat de door Proximedia ontwikkelde website geen productcatalogus heeft, de structuur en lay-out niet zijn veranderd en pulldownmenu’s ontbreken. Verder heeft de afgesproken opleiding van medewerkers niet plaatsgevonden.
In reconventie vordert Harmony terugbetaling van de door haar betaalde facturen met aftrek van een marktconforme prijs voor hosting.
4.3. Ter onderbouwing van haar stellingen heeft Harmony toegelicht dat zij een gemoderniseerde website wilde, mede omdat zij distributeur van Adobe werd en de producten van Adobe online wilde aanbieden. Daarom is volgens Harmony afgesproken dat de nieuwe website over een productcatalogus moest beschikken. Ook heeft zij van meet af aan meegedeeld dat de site over pulldownmenu’s moest beschikken. Reeds op 19 maart 2004 was het duidelijk hoe de website eruit moest zien, aldus Harmony, omdat zij haar wensen toen aan de installateur van Proximedia (die de laptop kwam installeren) kenbaar heeft gemaakt. Volgens Harmony heeft zij in oktober 2004 haar wensen ook kenbaar gemaakt aan een technicus van Proximedia.
4.4. Volgens Harmony heeft Proximedia per mail driemaal een link naar een website gestuurd. De eerste keer, in mei 2004 (zie r.o. ?2.5), leidde de link naar een exacte kopie van Harmony’s oude website. De tweede keer bleek dat de door Proximedia ontwikkelde website geen pulldownmenu’s had. De derde keer stuurde Proximedia in haar mail van 22 november 2004 (zie r.o. ?2.7) een link naar de website van een andere klant van haar alsmede een link naar de site waarnaar reeds in mei 2004 was verwezen. Ook heeft Proximedia eenmaal, namelijk in de mail van 17 januari 2005, naar een jpg-bestand verwezen (zie r.o. ?2.8), welk bestand niet te openen was omdat het niet als bijlage bij het emailbericht was gevoegd. Zelfs als het beeldbestand wel te openen was geweest, zou het onvoldoende zijn om de website te beoordelen, aldus Harmony.
4.5. In reactie hierop stelt Parfip dat het bij de ontwikkeling van grotere websites gebruikelijk is dat gefaseerd wordt opgeleverd. Eerst wordt een grove schets ontwikkeld, die na akkoord van de klant verder wordt uitgewerkt. In het onderhavige project trad vertraging op vanwege het feit dat het niet duidelijk was wat Harmony wilde, zodat Proximedia geen definitief beeld had van de te ontwerpen website. Tijdens de comparitie heeft Parfip toegelicht dat de installateur van de laptop en de internetverbinding niet de juiste persoon is om wensen aan kenbaar te maken met betrekking tot de website. Ook kwam Harmony lopende het project met nieuwe eisen, zoals de pulldownmenu’s.
4.6. Parfip stelt dat Harmony heeft verhinderd de Overeenkomst verder uit te voeren. Zij voert daartoe aan dat de link in het mailbericht van 22 november 2004, anders dan Harmony stelt, wel degelijk leidde naar een aangepast websiteontwerp. Verder voert zij aan dat Harmony niet heeft gereageerd op de laatste lay-out van de website die haar op 17 januari 2005 is gestuurd (zie r.o. ?2.8), welke layout door toevoeging van pulldownmenu’s aanzienlijk verschilde van de layout in mei 2004. Volgens Parfip heeft Proximedia dit beeldbestand ook al op 6 en 10 januari 2005 per mail aan Harmony gestuurd, waarbij zij verwijst naar de brief van 26 januari 2005 (zie r.o. ?2.10) alsmede overige door haar in het geding gebrachte producties. Het beeldbestand betrof, aldus Parfip, overigens het ontwerp van een pagina van de website en niet van de gehele website, omdat Proximedia in verband met de veranderende wensen van Harmony eerst volledige overeenstemming wilde bereiken over het ontwerp.
Omdat Harmony heeft verzuimd aan te geven op welke wijze de website volgens haar nog aangepast zou moeten worden, kon Proximedia de in de ingebrekestelling van 10 maart 2005 genoemde termijn van een week niet nakomen, hetgeen zij Harmony op 17 maart 2005 ook heeft bericht (zie r.o. ?2.12). Hierdoor is Harmony in crediteursverzuim komen te verkeren, aldus Parfip.
4.7. De rechtbank stelt vast dat tussen partijen niet in geschil is dat de door Parfip gestuurde facturen hun grondslag vinden in de Overeenkomst. Volgens Harmony was zij echter gerechtigd de Overeenkomst te ontbinden, zodat zij niet gehouden is de facturen te betalen. Gelet op dit verweer alsmede op de reconventionele vordering van Harmony zal de rechtbank beoordelen of Harmony gerechtigd was de Overeenkomst bij brief van 28 april 2005 (volledig) te ontbinden.
4.8. Harmony verwijt Proximedia dat de door haar ontwikkelde website geen pulldownmenu’s had, terwijl van meet af aan duidelijk was dat de site wel over deze menu’s moest beschikken. Volgens Parfip betreft dit echter een nieuwe wens, dat wil zeggen een wens die is opgekomen na de totstandkoming van de Overeenkomst. Voor zover Parfip hiermee bedoelt te zeggen dat Proximedia contractueel niet gehouden was de site te voorzien van pulldownmenu’s (en Harmony haar ontbinding niet kan baseren op het door haar gestelde ontbreken van deze menu’s), gaat de rechtbank hieraan voorbij.
4.9. In de stellingen van Parfip ligt immers besloten dat zij medio januari 2005 een ontwerp met pulldownmenu’s heeft gemaakt op basis van de door Harmony aangeleverde informatie en dit ontwerp meermalen aan Harmony heeft gezonden (zie r.o. ?4.6). Zodoende heeft Proximedia het aanbrengen van pulldownmenu’s in Harmony’s website tot haar contractuele verplichtingen gemaakt. Dit brengt mee dat Harmony het mogelijk ontbreken van deze menu’s aan Proximedia in beginsel kan tegenwerpen.
4.10. Met haar verweer dat Harmony in crediteursverzuim verkeert, heeft Parfip kennelijk het oog op het bepaalde in artikel 6:58 Burgerlijk Wetboek (BW). Ter onderbouwing van dit standpunt beroept Parfip zich op de emailberichten van 6, 10 en 17 januari 2005. Samengevat stelt zij zich op het standpunt dat Proximedia met deze berichten een ontwerp van een pagina van de website met inbegrip van pulldownmenu’s aan Harmony heeft gestuurd. Omdat Harmony niet op dit ontwerp heeft gereageerd, wist Proximedia niet welke verwijten haar nog werden gemaakt, waardoor zij niet kon voldoen aan de in de ingebrekestelling genoemde termijn.
4.11. In reactie hierop stelt Harmony dat zij de emailberichten van 6 en 10 januari 2005 niet heeft ontvangen. Het bericht van 17 januari 2005 heeft zij wel ontvangen, maar dit bericht was niet voorzien van een bijlage (zie r.o. ?4.4). Bovendien zou een schermafdruk onvoldoende zijn om de website te beoordelen.
4.12. De rechtbank stelt vast dat uit de door Parfip in het geding gebrachte producties blijkt dat het emailbericht van 6 januari 2005 een bijlage bevat die bestaat uit een schermafdruk van een conceptpagina voor de website van Harmony. Uit deze afdruk blijkt dat het menu aan de linkerzijde van de pagina is onderverdeeld in submenu’s. Volgens Parfip is deze schermafdruk ook bij mail van 10 en 17 januari 2005 aan Harmony gezonden.
4.13. Met Parfip stelt de rechtbank ook vast dat het bericht van 6 januari 2005 aan dezelfde emailadressen is gestuurd als het door Harmony ontvangen bericht van 17 januari 2005, te weten “pvh@harmony-consult.com”, “info@harmony-consult.com” en “hvh@harmony-consult.com”. Dit betekent echter niet zonder meer dat ook het emailbericht van 6 januari 2005 door Harmony is ontvangen. De ervaring leert namelijk dat emailberichten – zonder dat de verzender daarvan via het emailsysteem op de hoogte wordt gesteld – de geadresseerde soms niet bereiken. Gelet op het verweer van Harmony had het op de weg van Parfip gelegen haar stelling, inhoudende dat het mailbericht van 6 januari 2005 daadwerkelijk in de mailbox(en) van Harmony terecht is gekomen, nader te onderbouwen (bijvoorbeeld door het in het geding brengen van een ontvangstbevestiging of een bevestiging dat het emailbericht is gelezen). Omdat zij dit heeft nagelaten, gaat de rechtbank aan haar stelling voorbij.
De rechtbank gaat eveneens voorbij aan Parfips stelling dat ook het emailbericht van 10 januari 2005 door Harmony is ontvangen, omdat het naar dezelfde emailadressen is gestuurd (zie r.o. ?4.6). Uit de door Parfip in het geding gebrachte producties blijkt immers dat het bericht van 10 januari 2005 is gestuurd naar “sk@harmony-consult.com” en niet naar bovengenoemde emailadressen. Bovendien ontbreekt ook hier een ontvangstbevestiging of een bevestiging dat het emailbericht is gelezen.
4.14. Vast staat evenwel dat het emailbericht van 17 januari 2005 door Harmony is ontvangen. Ervan uitgaande dat het standpunt van Harmony juist is, namelijk dat het ontwerp niet was bijgevoegd, had het op haar weg gelegen Proximedia van het ontbreken van de bijlage in kennis te stellen. Gelet op de bewoordingen van het emailbericht moest het Harmony immers duidelijk zijn dat Proximedia op haar reactie op het gewijzigde ontwerp wachtte (zie r.o. ?2.8). Harmony heeft weliswaar ter zitting gesteld dat zij Proximedia meermalen telefonisch in kennis heeft gesteld van het feit dat zij het bestand niet kon openen, maar hieraan gaat de rechtbank voorbij omdat zij heeft nagelaten toe te lichten wanneer deze telefoongesprekken zouden hebben plaatsgevonden en wie daaraan hebben deelgenomen.
Vast staat in ieder geval dat uit de door partijen in het geding gebrachte producties blijkt dat Harmony pas in haar ingebrekestelling van 10 maart 2005 het standpunt inneemt dat de bijlage ontbrak. Uit de brief van 17 maart 2005 van Proximedia leidt de rechtbank af dat zij deze bijlage alsnog per mail aan (de raadsman van) Harmony heeft gestuurd (zie r.o. ?2.12). Gesteld noch gebleken is dat Harmony op deze bijlage heeft gereageerd voordat zij de Overeenkomst op 28 april 2005 buitengerechtelijk ontbond.
4.15. Met Parfip is de rechtbank, gelet op het voorgaande, van oordeel dat Harmony niet haar noodzakelijke medewerking heeft verleend om Proximedia in de gelegenheid te stellen te voldoen aan hetgeen waartoe zij door Harmony is gesommeerd. Het verweer van Harmony dat een schermafdruk onvoldoende is om de website te beoordelen, wordt – indien al juist – door de rechtbank gepasseerd, omdat Harmony ook in dat geval Proximedia in kennis had behoren te stellen van de onmogelijkheid het ontwerp te beoordelen om Proximedia in staat te stellen haar contractuele verplichtingen na te komen.
Dit oordeel brengt met zich dat Harmony in schuldeisersverzuim is komen te verkeren en zij ingevolge artikel 6:266 lid 1 BW niet gerechtigd was de Overeenkomst te ontbinden.
Omdat Harmony niet het recht toekomt de Overeenkomst te ontbinden, behoeven de overige verwijten aan Proximedia geen bespreking meer.
4.16. Dit betekent dat de Overeenkomst tussen Proximedia en Harmony in stand is gebleven en Harmony gehouden is de facturen aan Parfip te betalen. De vordering van Parfip zal in zoverre worden toegewezen. De reconventionele vordering van Harmony zal worden afgewezen.
Contractuele rente en buitengerechtelijke incassokosten
4.17. Parfip vordert voorts de contractuele rente over het openstaande factuurbedrag (zie r.o. ?2.3). De rechtbank stelt vast dat Harmony geen inhoudelijk verweer heeft gevoerd tegen de verschuldigdheid van de contractuele rente, zodat de vordering op dit punt eveneens zal worden toegewezen.
4.18. De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke (incasso)kosten zal – mede gelet op de door deze rechtbank gevolgde aanbevelingen van het Rapport Voor-werk II – worden afgewezen. Parfip heeft namelijk niet gesteld dat kosten zijn gemaakt die betrekking hebben op verrichtingen die meer omvatten dan een enkele (eventueel herhaalde) aanmaning, het enkel doen van een (niet aanvaard) schikkingsvoorstel, het inwinnen van eenvoudige inlichtingen of het op gebruikelijke wijze samenstellen van het dossier. De kosten waarvan Parfip vergoeding vordert, moeten dan ook worden aangemerkt als betrekking hebbend op verrichtingen waarvoor de proceskostenveroordeling wordt geacht een vergoeding in te sluiten.
Proceskosten
4.19. In conventie zal Harmony als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Parfip worden begroot op:
- dagvaarding EUR 71,80
- vast recht 303,00
- salaris advocaat 904,00 (2,0 punten × tarief EUR 452,00)
Totaal EUR 1.278,80
4.20. In reconventie zal Harmony als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Parfip worden begroot op EUR 452,00 (2,0 punten x factor 0,5 x tarief EUR 452,00). Deze proceskostenveroordeling wordt niet uitvoerbaar bij voorraad verklaard, omdat Parfip dit niet heeft gevorderd.
5. De beslissing
De rechtbank
in conventie
5.1. veroordeelt Harmony om aan Parfip te betalen een bedrag van EUR 10.727,07 (tienduizendzevenhonderdzevenentwintig euro en zeven eurocent), vermeerderd met de contractuele rente van 1,0 % per maand over voornoemd bedrag vanaf 29 oktober 2008 tot de dag van volledige betaling,
5.2. veroordeelt Harmony in de proceskosten, aan de zijde van Parfip tot op heden begroot op EUR 1.278,80,
5.3. verklaart dit vonnis in conventie tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.4. wijst het meer of anders gevorderde af,
in reconventie
5.5. wijst de vorderingen af,
5.6. veroordeelt Harmony in de proceskosten, aan de zijde van Parfip tot op heden begroot op EUR 452,00.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.E. Heinemann en in het openbaar uitgesproken op 20 januari 2010.
MaH/JvdB