Op 11 december 2009 is de door de curator als productie 14 in het geding gebrachte notariële akte "Geldlening met verpanding" verleden. In deze akte is - voor zover van belang - het volgende vermeld:
"( ...)
A. GELDLENING
De vennootschap [de failliet] B.V. heeft op heden een schuld in rekening-courant groot éénhonderdvijfenzeventig duizend euro (€ 175.000,00), aan de vennootschap [gedaagde sub 1] B.V.,
In het kader van de overdracht van de aandelen van de vennootschap [de failliet] B.V., welke bij akte mede op heden voor mij, notaris, verleden is geëffectueerd, zijn partijen overeengekomen dat voormelde schuld in rekening-courant zal worden omgezet in een geldlening.
Bij deze akte wensen partijen de voorwaarden van die geldlening vast te leggen.
(...)
2. op de hoofdsom moet op één juli tweeduizend elf een bedrag van vijfduizend euro(...) worden afgelost en vervolgens moet op de hoofdsom driemaandelijks op bovenvermelde rentevervaldagen telkens een bedrag van tienduizend euro(...) worden afgelost, voor het eerst op één oktober tweeduizend elf;
(...)
4. de hoofdsom is, onverminderd het hiervoor onder 2 en het hierna onder 5 bepaalde, opeisbaar op één januari tweeduizend zestien en daarna slecht na een schriftelijke opzegging drie maanden tevoren;
5. de hoofdsom met rente is terstond opeisbaar:
a. bij niet-nakoming door de schuldenaar van enige verplichting uit deze overeenkomst, indien niet binnen acht dagen na schriftelijke ingebrekestelling de betrokken bepaling alsnog is nagekomen;
b. bij faillissement of aanvraag daartoe, bij surséance van betaling of aanvraag daartoe,(... );
c. bij vervreemding van één of meer aandelen in het geplaatste kapitaal van(... ): [de failliet] B.V. en/of [onderneming] B.V.;
d. bij ontbinding van een schuldenaar/rechtspersoon.
(...)
8. PANDRECHT OP INVENTARIS EN VOORRADEN
1.
Zekerheidstelling/vestiging pandrecht
Tot meerdere zekerheid voor de betaling van al hetgeen schuldeiser
(lees: [gedaagde sub 1] , de voorzieningenrechter)van schuldenaar
(lees: de failliet, de voorzieningenrechter)te vorderen heeft of te eniger tijd te vorderen mocht hebben uit hoofde van verstrekte en/ofte verstrekken geldleningen, verleende en/ofte verlenen kredieten, of uit welke andere hoofde ook,
vestigt de vennootschap [de failliet] B.V. ten behoeve van de schuldeiser bij deze een pandrecht op:
a. alle bedrijfsinventaris (huidige en toekomstige)
b. alle vervoermiddelen (huidige en toekomstige)
c. alle voorraden en het onderhanden werk en alle overige roerende zaken behorende tot de onderneming van [de failliet] B.V..
2.
Voorwaarden pandrecht
l. Partijen zijn overeengekomen dat schuldenaar de verpande goederen vanaf heden houdt en gebruikt met inachtneming van het pandhouderschap van schuldeiser.
(...)
8
.(... ) indien het faillissement of surséance van betaling van schuldenaar wordt gevraagd (... ), is schuldeiser bevoegd te vorderen dat de verpande zaken in zijn macht of die van een derde wordt gebracht.
Behandeling en onderhoud van de verpande zaken komen vanaf het tijdstip dat de verpande zaken in de macht van schuldeiser of derde zijn, voor verantwoordelijkheid van schuldeiser, met dien verstande dat de kosten ten laste van schuldenaar komen.
(...)
C.
VERPANDING DEBITEUREN
1.
Verpanding
Ter uitvoering van de hiervoor onder A. verplichting verklaarde de schuldenaar hierbij in stil pand te geven aan de schuldeiser, die verklaarde in stil pand te aanvaarden:
alle vorderingen (waaronder begrepen eventuele andere rechten) van de schuldenaar die thans reeds bestaan of zullen voortvloeien uit een thans reeds bestaande rechtsverhouding terzake de uitoefening