ECLI:NL:RBUTR:2009:BN6353
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.C. Oostendorp
- P. Bender
- R. in 't Veld
- Rechtspraak.nl
Wrakingszaak tegen rechter in strafzaak
Op 17 november 2009 heeft de Rechtbank Utrecht een beslissing genomen in een wrakingszaak. De zaak betreft een verzoek tot wraking van de politierechter, ingediend door de verdachte [X] tijdens de zitting van 7 oktober 2009. De verdachte was aangeklaagd voor poging tot diefstal, en tijdens de zitting verzocht zijn advocaat, mr. A.M.C.J. Baaijens, om aanhouding van de zitting om een getuige te horen. Dit verzoek werd afgewezen door de rechter, wat leidde tot de wraking. De verdachte stelde dat de afwijzing van het verzoek om de getuige te horen, gebaseerd op de opmerking dat er 'genoeg overig materiaal' was, een gebrek aan onpartijdigheid van de rechter impliceerde, in strijd met artikel 6 lid 1 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM).
De rechter, mr. [X], verdedigde haar beslissing door te stellen dat het horen van de verbalisant niet noodzakelijk was voor de te nemen beslissing, en dat zij dit ter zitting had gemotiveerd. De rechtbank oordeelde dat de afwijzing van het verzoek om een getuige te horen een procesbeslissing was en dat een negatieve procesbeslissing op zichzelf onvoldoende grond voor wraking biedt. De rechtbank concludeerde dat er geen objectieve feiten of omstandigheden waren die de vrees van de verdachte voor een gebrek aan onpartijdigheid rechtvaardigden.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het wrakingsverzoek afgewezen, met de overweging dat de rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit tegenspreken. De beslissing werd openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.