ECLI:NL:RBUTR:2009:BN6327
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek tegen rechter in verkeerssanctieprocedure
In deze wrakingszaak, behandeld door de Rechtbank Utrecht op 15 september 2009, heeft verzoeker een wrakingsverzoek ingediend tegen de behandelend rechter, mr. [X], in een procedure met het kenmerk 527294 BU VERZ 07-1046. Dit verzoek volgde op een eerdere beslissing van de officier van justitie die het beroep van verzoeker tegen een administratieve sanctie ongegrond had verklaard. De mondelinge behandeling van het wrakingsverzoek vond plaats op 1 september 2009, maar verzoeker was niet verschenen. De rechtbank heeft vastgesteld dat het wrakingsverzoek was ingediend omdat verzoeker zich benadeeld voelde door het lange tijdsverloop van de procedure en de beslissing om zijn zaak opnieuw te beoordelen.
De rechtbank heeft in haar beoordeling benadrukt dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit vermoeden ondermijnen. De rechtbank betreurde het tijdsverloop, maar oordeelde dat dit op zichzelf geen voldoende grond vormde voor wraking. Het verzoek werd als ongemotiveerd afgewezen, omdat er geen concrete feiten of omstandigheden waren die de onpartijdigheid van mr. [X] in twijfel trokken.
Daarnaast heeft de rechtbank bepaald dat, gezien het feit dat verzoeker eerder een wrakingsverzoek had ingediend dat ook niet was gebaseerd op concrete feiten, een volgend verzoek tot wraking in deze zaak niet in behandeling zal worden genomen. De beslissing werd openbaar uitgesproken in het bijzijn van de griffier, mr. M.S.D. de Weerd.