ECLI:NL:RBUTR:2009:BL7218

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
3 november 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
657557 UE VERZ 09-2107
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens geschil over ouderschapsverlof

In deze zaak heeft de werkgever, Bastion Hotelgroep B.V., verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst met de werkneemster, hierna aangeduid als [verweerster]. De werkgever stelt dat de werkneemster haar kinderopvang niet zodanig regelt dat zij tijdens het ouderschapsverlof op vijf halve dagen per week kan werken. De werkneemster heeft echter ouderschapsverlof genoten op dinsdag en donderdag en wenst een verlenging van dit verlof, nu de wetgeving per 1 januari 2009 de duur van ouderschapsverlof heeft verlengd van 13 naar 26 weken. De werkneemster heeft in reactie op het ontbindingsverzoek een kort geding aangespannen, dat gelijktijdig met het ontbindingsverzoek is behandeld.

De kantonrechter heeft overwogen dat de door de werkgever gestelde verstoring van de arbeidsverhouding voortkomt uit een geschil over de invulling van het ouderschapsverlof. De kantonrechter oordeelt dat het verzoek tot ontbinding in strijd is met het opzegverbod van artikel 7:670 lid 7 BW, dat bepaalt dat een werkgever de arbeidsovereenkomst niet mag opzeggen vanwege het feit dat de werknemer zijn recht op ouderschapsverlof uitoefent. De kantonrechter heeft vastgesteld dat het ontbindingsverzoek verband houdt met het opzegverbod en dat er geen andere gewichtige redenen zijn aangevoerd die de ontbinding zouden rechtvaardigen.

Daarom heeft de kantonrechter het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst afgewezen en de proceskosten gecompenseerd, zodat elke partij de eigen kosten draagt. Deze beschikking is gegeven door mr. P. Krepel, kantonrechter, en is in het openbaar uitgesproken op 3 november 2009.

Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT
Sector kanton
Locatie Utrecht
zaaknummer: 657557 UE VERZ 09-2107 mvc
beschikking d.d. 3 november 2009
inzake
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Bastion Hotelgroep B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
verder ook te noemen Bastion,
verzoekende partij,
gemachtigde: mr. R.M.L. Keunen,
tegen:
[verweerster],
wonende te [woonplaats],
verder ook te noemen [verweerster],
verwerende partij,
gemachtigde: mr. I. Roordink-Wester.
1. Verloop van de procedure
Bastion heeft op 6 oktober 2009 een verzoekschrift ingediend. [verweerster] heeft op 16 oktober 2009 een verweerschrift ingediend. Het verzoek is ter zitting van 20 oktober 2009 behandeld. Daarvan is aantekening gehouden. Tegelijkertijd is de vordering van [verweerster] tot het treffen van een voorlopige voorziening onder nummer 650174 UV EXPL 09-409 behandeld. Bastion en [verweerster] hebben pleitnotities overgelegd.
Hierna is uitspraak bepaald.
2. Feiten
2.1. In deze zaak wordt uitgegaan van de in het kader van de procedure tot een voorlopige voorziening aangenomen feiten en omstandigheden, zoals die zijn vermeld in het gelijktijdig met deze beschikking gegeven voorlopige voorziening bij vonnis d.d. 3 november 2009 van welk vonnis een kopie aan deze beschikking is gehecht en waarvan de inhoud wordt geacht hier te zijn ingelast.
3. Het verzoek en het verweer
3.1. Bastion verzoekt de arbeidsovereenkomst tussen partijen te ontbinden op grond van gewichtige redenen, bestaande uit een verandering in de omstandigheden.
3.2. Aan de gewichtige redenen legt Bastion ten grondslag dat een onwerkbare situatie is ontstaan doordat [verweerster] weigert de opvang op een zodanige wijze in te delen zodat zij haar werkzaamheden op vijf halve dagen kan uitvoeren. Het vertrouwen in [verweerster] ontbreekt en de verstandhouding tussen partijen is verstoord.
3.3. [verweerster] voert verweer. Zij voert aan dat zij werkzaamheden verricht ten aanzien van de binnenkomende offerteaanvragen en het vervolg traject daarvan. Zij verricht alle taken op de afdeling Sales Binnendienst en neemt een deel van het debiteurenbeheer voor haar rekening. Voorts voert zij aan dat er 3 mensen werkzaam zijn op de afdeling Sales Binnendienst en dat de receptie niet onbemand is. [verweerster] stelt voorts dat Bastion heeft nagelaten aan de hand van concrete situaties te onderbouwen dat er problemen zijn ontstaan als gevolg van het rooster van [verweerster]. Het verzoek van Bastion houdt volgens [verweerster] verband met het opzegverbod bij ziekte en met het opzegverbod wegens de omstandigheid dat zij haar recht op ouderschapsverlof geldend maakt en zij beroept zich op de reflexwerking daarvan in deze procedure. [verweerster] verzoekt primair tot afwijzing van het verzoek en subsidiair tot toekenning van een vergoeding van conform de oude kantonrechtersformule.
4. De beoordeling
4.1. [verweerster] beroept zich als meest verstrekkend verweer op de reflexwerking van het opzegverbod bij ziekte en het opzegverbod wegens de omstandigheid dat [verweerster] haar recht op ouderschapsverlof geldend maakt. Zij voert aan dat zij sinds 1 september 2009 ziek is. De kantonrechter overweegt daaromtrent als volgt.
4.2. In artikel 7:670 lid 7 BW is bepaald dat de werkgever de arbeidsovereenkomst met de werknemer niet opzeggen wegens de omstandigheid dat de werknemer zijn recht op ouderschapsverlof als bedoeld in hoofdstuk 6 van de Wet arbeid en zorg geldend maakt. Op grond van artikel 7:685 BW dient onderzocht te worden of het ontbindingsverzoek verband houdt met dit opzegverbod. In de Kamerstukken is hieromtrent opgenomen dat de kantonrechter moet controleren of de verzochte ontbinding verband houdt met de eventuele aanwezigheid van een opzegverbod. Wanneer dit het geval is, dient de kantonrechter in beginsel de verzochte ontbinding af te wijzen tenzij zich andere omstandigheden voordoen die een gewichtige reden voor ontbinding vormen.
4.3. Uit het verzoekschrift en hetgeen ter zitting is verklaard volgt dat de door Bastion gestelde verstoring in de arbeidsverhouding voortkomt uit het feit dat [verweerster] weigert haar opvang zo in te delen dat zij haar werkzaamheden op vijf halve (werk)dagen uitvoert en vijf halve dagen ouderschapsverlof geniet. [verweerster] heeft Bastion verzocht om continuering van haar ouderschapsverlof gedurende twee hele dagen per week. Partijen zijn aldus in geschil over de wijze waarop [verweerster] haar ouderschapsverlof kan opnemen. Naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter heeft Bastion het verzoek van [verweerster] op onterechte gronden geweigerd, zoals blijkt uit het vonnis d.d. 3 november 2009. Nu dit geschil volgens Bastion heeft geleid tot verstoring van de arbeidsverhouding, in die zin dat deze de ontbinding van de arbeidsovereenkomst rechtvaardigt, acht de kantonrechter het aannemelijk dat het ontbindingsverzoek verband houdt met het opzegverbod wegens de omstandigheid dat [verweerster] haar recht op ouderschapsverlof geldend maakt. Bastion heeft niet gesteld dat er zich andere omstandigheden voordoen die een gewichtige reden vormen voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst, zodat het ontbindingsverzoek moet worden afgewezen.
4.4. De proceskosten worden gecompenseerd in die zin dat elke partij de eigen kosten draagt.
Beslissing
De kantonrechter:
wijst het verzoek af;
compenseert de proceskosten in die zin dat partijen de eigen kosten dragen.
Deze beschikking is gegeven door mr. P. Krepel, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 3 november 2009.