ECLI:NL:RBUTR:2009:BL1930
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Poging tot zware mishandeling met bijl en TBS met dwangverpleging
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Utrecht op 24 december 2009, stond de verdachte terecht voor poging tot zware mishandeling. De zaak betreft een incident dat plaatsvond op 13 mei 2009, waarbij de verdachte, in een emotionele uitbarsting, zijn schoonzus met een bijl heeft aangevallen. Getuigenverklaringen beschrijven hoe de verdachte schreeuwend achter de vrouw aan rende, terwijl hij met de bijl zwaaide. De vrouw, die met haar kinderen op straat was, raakte gewond aan haar rechterbovenarm door een klap met de bijl, wat resulteerde in een blauwe plek. De verdachte verklaarde dat hij niet de intentie had om ernstig letsel toe te brengen, maar de rechtbank oordeelde dat zijn handelen, gezien de omstandigheden, wel degelijk de aanmerkelijke kans op zwaar lichamelijk letsel met zich meebracht.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte leed aan een geestelijke stoornis, namelijk schizofrenie, en dat hij ten tijde van het delict onder invloed was van deze stoornis, evenals van alcohol en cannabis. De psycholoog en psychiater die de verdachte hebben onderzocht, concludeerden dat hij sterk verminderd toerekeningsvatbaar was en dat er een hoog recidiverisico bestond. Gezien de ernst van de feiten en de problematiek van de verdachte, oordeelde de rechtbank dat een TBS-maatregel met dwangverpleging noodzakelijk was. De rechtbank legde daarnaast een gevangenisstraf van zes maanden op, met aftrek van de tijd die de verdachte in voorarrest had doorgebracht. De uitspraak benadrukt de impact van het geweld op de slachtoffers en de noodzaak van behandeling voor de verdachte om de veiligheid van de maatschappij te waarborgen.