ECLI:NL:RBUTR:2009:BL0602

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
25 november 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
622719 UC EXPL 09-4501
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering van reparateur van autoruiten op verzekeraar door middel van cessies en zorgplicht

In deze zaak vordert Automark B.V., een bedrijf dat zich richt op autoruitreparaties, betaling van kosten van reparaties die zij heeft uitgevoerd voor verzekerden van Fortis ASR Schadeverzekering N.V. Automark heeft deze kosten middels akten van cessie bij ASR in rekening gebracht, maar ASR weigert deze volledig te vergoeden. De kern van het geschil draait om de vraag of ASR gehouden is de door Automark in rekening gebrachte bedragen te vergoeden, gezien de polisvoorwaarden en de relatie tussen Automark en ASR. De kantonrechter heeft vastgesteld dat Automark een mobiele service verleent en dat ASR tot eind 2003 de facturen van Automark volledig heeft voldaan, maar daarna slechts gedeeltelijk. ASR stelt dat de door Automark gedeclareerde bedragen onredelijk hoog zijn en dat er formele gebreken aan de akte van cessie kleven. De kantonrechter heeft de zaak naar de rol verwezen voor deskundigenbericht, om inzicht te krijgen in de redelijkheid van de door Automark in rekening gebrachte kosten voor ruitreparaties. De beslissing is aangehouden voor verdere behandeling op 23 december 2009.

Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT
Sector kanton
Locatie Utrecht
zaaknummer: 622719 UC EXPL 09-4501 JS
vonnis d.d. 25 november 2009
inzake
de besloten vennootschap
Automark B.V.,
gevestigd te Alphen aan de Rijn en kantoorhoudende te Nieuwveen,
verder ook te noemen Automark,
eisende partij,
gemachtigde: mr. T.G.M. Scheers,
tegen:
de naamloze vennootschap
Fortis ASR Schadeverzekering N.V.,
gevestigd te Utrecht,
verder ook te noemen ASR,
gedaagde partij,
gemachtigde: mr. R.H.J. Wildenburg.
1. Het verloop van de procedure
Automark heeft ASR gedagvaard. ASR heeft op de vordering geantwoord. Automark heeft gerepliceerd en ASR heeft een conclusie van dupliek genomen.
Vervolgens is vonnis bepaald.
2. De vaststaande feiten
De kantonrechter gaat uit van de volgende feiten.
2.1. Automark is een bedrijf dat zich (mede) toelegt op de reparaties van ruitschades aan (personen)auto’s. De daarmee gemoeide kosten worden door haar niet aan de opdrachtgever in rekening gebracht, maar rechtstreeks bij de verzekeraar van die opdrachtgever gefactureerd, waarbij Automark zich bedient van een akte van cessie.
2.2. De bedrijfsvoering van Automark wordt erdoor gekenmerkt, dat zij een zogenoemde “mobiele service” verleent. Zij heeft geen vaste vestigingsplaatsen, maar opereert op markten, braderieën, parkeerplaatsen bij bouwmarkten, tuincentra en dergelijke. De klanten van Automark worden geworven via advertenties, waarin wordt gesteld dat de reparatie van een sterretje of breukje door middel van harsreparatie voor bijna alle WA-plus, WA-extra, Casco en All Risk verzekerden zonder kosten is en dat geen sprake is van een eigen risico, noch van no-claimverlies.
2.3. ASR heeft tot eind 2003 de facturen van Automark die middels de cessie-overeenkomsten bij haar zijn ingediend, voldaan. Nadien heeft ASR de ingediende rekeningen nog slechts gedeeltelijk willen voldoen.
2.4. In de door ASR gehanteerde polisvoorwaarden is onder meer het navolgende bepaald:
Casco beperkt:
“Artikel 9:
Eigen risico:
1. Per gebeurtenis zijn de volgende eigen risico’s van toepassing:
a. …
b. Ruitschade
- € 75,- van iedere ruitschade (zie artikel 4.2) wanneer de ruit wordt vervangen;
- geen eigen risico wanneer de ruit wordt hersteld.
De vervanging of het herstel van de ruit moet worden uitgevoerd door een met ons samenwerkend autoruitherstelbedrijf dat staat vermeld op de hulpkaart die aan de groene kaart vastzit. Als de vervanging of reparatie niet door een met ons samenwerkend autoruitherstelbedrijf wordt uitgevoerd, geldt het standaard eigen risico van € 150,-.
Artikel 11
Vrijheid van reparatie
De verzekerde kan bij een gedekte schade van € 500,- of minder zonder onze machtiging de schade laten herstellen.
U moet ons onmiddellijk van de gebeurtenis op de hoogte stellen en ons een gespecificeerde rekening van een deskundig reparateur toesturen.
Artikel 12
Vergoeding van schade
Wij vergoeden tot maximaal het verzekerde bedrag:
1. bij schade aan de personenauto:
de kosten van herstel door een bedrijf dat bij de Kamer van Koophandel staat ingeschreven als autoherstelbedrijf, behalve wanneer:
a. de reparatiekosten hoger zijn dan het verschil tussen de dagwaarde van de personenauto onmiddellijk vóór de gebeurtenis en de waarde daarvan na de gebeurtenis….
b. de schade:
- wordt gerepareerd door een bedrijf dat niet bij de Kamer van Koophandel als autoherstelbedrijf staat ingeschreven;
- niet wordt gerepareerd volgens het expertiserapport én niet wordt ingeruild.
In alle gevallen brengen wij het eigen risico dat voor deze verzekering geldt in mindering op de vergoeding.
…”.
Casco compleet:
“Artikel 9:
Eigen risico:
1. Per gebeurtenis zijn de volgende eigen risico’s van toepassing:
a. …
b.
c. Ruitschade
- € 75,- van iedere ruitschade (zie artikel 4.1.b) wanneer de ruit wordt vervangen;
- geen eigen risico wanneer de ruit wordt hersteld.
De vervanging of het herstel van de ruit moet worden uitgevoerd door een met ons samenwerkend autoruitherstelbedrijf dat staat vermeld op de hulpkaart die aan de groene vastzit. Als de vervanging of reparatie niet door een met ons samenwerkend autoruitherstelbedrijf wordt uitgevoerd, geldt het standaard eigen risico van € 150,-.
Artikel 12
Vrijheid van reparatie
De verzekerde kan bij een gedekte schade van € 500,- of minder zonder onze machtiging de schade laten herstellen.
U moet ons onmiddellijk van de gebeurtenis op de hoogte stellen en ons een gespecificeerde rekening van een deskundig reparateur toesturen.
Artikel 13
Vergoeding van schade
Wij vergoeden tot maximaal het verzekerde bedrag:
1. bij schade aan de personenauto:
de kosten van herstel door een bedrijf dat bij de Kamer van Koophandel staat ingeschreven als autoherstelbedrijf, behalve wanneer:
a. de reparatiekosten hoger zijn dan het verschil tussen de dagwaarde van de personenauto onmiddellijk voor de gebeurtenis en de waarde daarvan na de gebeurtenis.
b. de schade:
- wordt gerepareerd door een bedrijf dat niet bij de Kamer van Koophandel als autoherstelbedrijf staat ingeschreven;
- niet wordt gerepareerd volgens het expertiserapport én niet wordt ingeruild.
In deze gevallen vergoeden wij 75% van het vastgestelde schadebedrag exclusief BTW.;
In alle gevallen brengen wij het eigen risico dat voor deze verzekering geldt in mindering op de vergoeding.
…”.
3. De vordering van Automark
3.1. Automark vordert bij dagvaarding dat ASR wordt veroordeeld tot betaling van € 2.407,51, vermeerderd met de buitengerechtelijke incassokosten en de wettelijke rente vanaf 18 september 2008 en onder veroordeling van ASR in de kosten van de procedure.
3.2. Aan haar vordering legt Automark het volgende ten grondslag.
Automark heeft voor verzekerden van ASR autoruitreparaties verricht. Middels de akten van cessie heeft zij de daaraan verbonden kosten bij ASR in rekening gebracht, die echter weigert deze volledig te vergoeden.
Volgens Automark zijn de door haar gedeclareerde bedragen niet onredelijk hoog. ASR heeft in 2005 eenzijdig de vergoeding voor onderhavige reparaties verlaagd, zonder dat daar een behoorlijke onderbouwing aan ten grondslag lag.
3.3. In dit geschil heeft Automark een klein deel van de openstaande facturen ter beoordeling aan de kantonrechter voorgelegd; de werkelijk openstaande post wegens uitgebleven betalingen van ASR beloopt een zeer aanzienlijk bedrag.
4. Het verweer van ASR
ASR heeft gemotiveerd verweer gevoerd, dat zich op de volgende punten concentreert.
4.1. Op grond van de polisvoorwaarden is ASR slechts gehouden tot vergoeding van de redelijke kosten van herstel. De aan Automark gecedeerde vordering moet op grond van de polisvoorwaarden worden beoordeeld, waarbij ASR aantekent, dat Automark daarbij een direct belang heeft, nu zijzelf degene is die de kosten uit naam van de verzekerde bij ASR in rekening brengt, maar ook zelf de hoogte van die kosten bepaalt. Automark brengt volgens ASR onredelijk hoge prijzen voor de ruitreparaties in rekening. ASR wijst hierbij op een onderzoek dat is gedaan door de heer [X] van CED Bergweg, prijslijsten van de Kwik-fit en een door Autobedrijf [naam bedrijf] in rekening gebrachte reparatie. ASR is van mening dat zij niet gehouden is méér te betalen dan een marktconforme prijs. De door Automark in rekening gebrachte bedragen voldoen daar niet aan, zeker niet als rekening wordt gehouden met de omstandigheid dat Automark (vermoedelijk) zeer lage bedrijfskosten heeft, omdat zij werkt met mobiele reparatiepunten.
4.2. Aan de vordering van Automark kleven volgens ASR ook formele gebreken, te weten:
- zij voldoet niet aan de bepaling van art. 11 (respectievelijk 12) van de polisvoorwaarden;
- een deel van de facturen waarvan betaling wordt gevorderd, loopt via een volmacht van ASR en dient bij die volmacht te worden ingediend;
- de akte van cessie voldoet niet aan de daaraan te stellen eisen en behelzen bedragen die niet voor vergoeding in aanmerking komen. Er kan niet worden uitgegaan van de juistheid van het gevorderde bedrag in relatie tot de verleende cessie, nu de verzekerde geen concreet bedrag heeft gecedeerd;
4.3. Voorts stelt ASR zich op het standpunt dat Automark eigen schuld heeft aan de schade waarvan zij vergoeding vordert, nu zij sedert 2003 weet dat ASR de door Automark in rekening gebrachte bedragen niet wenst te voldoen.
Daarnaast betwist ASR de buitengerechtelijke kosten en de gevorderde wettelijke (handels)rente.
Op de overige stellingen van partijen zal, waar nodig, bij de beoordeling nader worden ingegaan.
5. De beoordeling van het geschil
5.1. De kern van het geschil wordt gevormd door de vraag of ASR gehouden is aan Automark de bedragen te vergoeden die verbonden zijn aan het herstel van autoruiten, gegeven het feit dat Automark niet alleen cessionaris is, maar ook zelf de hoogte van de vordering bepaalt doordat zij de prijs van de door haar verrichte diensten zelf vaststelt.
5.2. Voordat aan deze vraag wordt toegekomen, zal de kantonrechter eerst een aantal formele verweren van ASR behandelen.
5.3. Als eerste voert ASR aan dat Automark geen vorderingsrecht op ASR heeft, omdat aan de akte van cessie gebreken kleven. Met name zou het te cederen bedrag van de vordering op het moment van de cessie niet bekend zijn. In het verlengde daarvan heeft ASR als tweede verweer opgeworpen de stelling dat niet gehandeld is conform het bepaalde in art. 11 respectievelijk 12 van de polisvoorwaarden.
5.4. De kantonrechter verwerpt deze twee verweren. Allereerst kan niet anders worden geconcludeerd dan dat de overgedragen vordering in voldoende mate is bepaald nu uit iedere akte duidelijk blijkt waarop die betrekking heeft. Daarbij komt het volgende. ASR en Automark doen al geruime tijd zaken op de thans aan de orde zijnde wijze. Nimmer heeft ASR aan Automark of haar verzekerden tegengeworpen dat aan de akte van cessie een gebrek zou kleven en dat niet gehandeld wordt overeenkomstig de polisvoorwaarden (waarbij het met name gaat om de directe melding van de schadeveroorzakende gebeurtenis). Wat daar ook van zij: Automark mocht er op vertrouwen dat de tussen partijen bestendige gedragslijn ook thans kon worden gehanteerd. Zo ASR daarin verandering had willen aanbrengen, had het op haar weg gelegen om dit tijdig aan haar verzekerden en Automark kenbaar te maken, zodat die zich daarop konden instellen.
5.5. ASR voert vervolgens het verweer dat een deel van de thans ter beoordeling voorgelegde facturen niet bij haar, maar bij een van haar gevolmachtigden dienen te worden ingediend. Deze zouden volgens ASR een zelfstandig beleid voeren ten aanzien van de vergoeding van schades. Automark heeft hiertegenover gesteld dat de gevolmachtigden slechts het door ASR bepaalde beleid uitvoeren. Voor de beoordeling van het verweer van ASR is van belang dat de grenzen van de volmacht de beleidsvrijheid van de gevolmachtigde bepalen (art. 3:66 BW). ASR zal zich dan ook dienen uit te laten over de vraag of zij ten aanzien van de afdoening van schades als de onderhavige grenzen heeft gesteld aan de uitoefening van de volmacht c.q. richtlijnen voor de vergoeding van de schades heeft gegeven.
5.6. Nu slechts een klein deel van de in het geschil zijnde facturen bij een volmacht van ASR loopt, zal de kantonrechter ten aanzien van de andere facturen het geschil verder beoordelen.
5.7. De kantonrechter stelt voorop dat de verhouding tussen Automark en ASR in zekere zin een dubbele is: Automark is niet alleen gecedeerd in de aanspraken die de verzekerde op ASR geldend zou kunnen maken, maar zij is tevens de opdrachtnemer van die verzekerde. Zou het alleen gaan om de eerstgenoemde rechtsverhouding, dan zou op grond van de polisvoorwaarden Automark aanspraak kunnen maken op vergoeding van de door de verzekerde geleden schade. Vaststaat dat die schade beneden de € 500,- bleef en zonder machtiging van ASR mocht worden hersteld. Bijzondere beperkingen ten aanzien van de hoogte van de uit te keren bedragen zijn er, behoudens een eventueel eigen risico en voorwaarden die gesteld kunnen worden aan de reparateur, kennelijk niet. Zo ASR minder zou willen betalen dan de rekening van de reparateur, dan zou daarvoor een wettelijke of een contractuele grondslag aanwezig moeten zijn. Gezien het bepaalde in de artt. 7:958 lid 4 en 7:960 BW staat het de verzekeraar niet vrij om - behoudens uitzonderingen die zich hier niet voordoen - minder te vergoeden dan de werkelijk geleden schade, maar ook niet meer dan dat. Hierop is in de onderhavige polisvoorwaarden in de artt. 12 respectievelijk 13 beperkt invulling gegeven. In deze bepalingen kan echter niet worden gelezen dat het de verzekeraar vrij staat desalniettemin de redelijkheid van het gefactureerde bedrag te toetsen. Had ASR zich een dergelijke bevoegdheid willen verwerven, dan was, met het oog op de contra-preferentumregel, een uitdrukkelijke bepaling noodzakelijk geweest.
5.8. In onderhavig geval komen de vordering van de verzekerde en de vordering van de reparateur op die verzekerde echter in dezelfde hand. In de individuele rechtsverhouding tussen de verzekerde en de verzekeraar maakt het in beginsel geen verschil of aan die verzekerde zelf wordt betaald dan wel aan degene aan wie de vordering is gecedeerd. Door de cessie mag Automark immers niet in een slechtere positie komen te verkeren dan de verzekerde zelf.
5.9. Hiermee is echter niet gezegd dat slechts acht kan worden geslagen op die individuele rechtsverhoudingen. Immers het geschil tussen Automark en ASR wordt daardoor gekenmerkt dat Automark het tot onderdeel van haar bedrijfsvoering heeft gemaakt zich individuele vorderingen van verzekerden te laten cederen bij een door haar te verrichten reparatie, waarbij die verzekerden in het ongewisse worden gelaten over de hoogte van de daaraan verbonden kosten. Zou van een individuele verzekerde al niet kunnen worden verlangd dat die zich rekenschap geeft van de kosten die bij de verzekeraar in rekening worden gebracht - zeker als hij zonder machtiging van de verzekeraar tot reparatie kan besluiten - een dergelijke zorgvuldigheid mag zeker worden verlangd van een onderneming die de cessieconstructie in feite gebruikt om verzekerden te verleiden tot verrichting van de (al dan niet noodzakelijke) reparatie. Hierbij is van belang dat enerzijds Automark de verzekerden van ASR niet op de hoogte brengt van de kosten die aan de reparatie zijn verbonden, noch van de bij haar kenbare bezwaren van ASR ten aanzien van die kosten en anderzijds Automark ermee bekend is dat ASR niet langer bereid was de door Automark zelf vastgestelde tarieven langer te accepteren. Dit leidt ertoe dat Automark niet zonder meer erop mocht vertrouwen dat haar facturen zonder verdere toetsing door ASR dienen te worden voldaan.
5.10. ASR heeft ten aanzien van de bij haar door Automark in rekening gebrachte kosten voor ruitreparaties zich in essentie op het standpunt gesteld dat Automark haar (verzekerde) meer in rekening brengt dan redelijkerwijs als marktconform kan worden beschouwd. Ter onderbouwing hiervan heeft ASR enig emailverkeer overgelegd waarin schade-experts hun opinie op de reparatie van ruitschades geven. Dit onderzoek acht de kantonrechter echter te oppervlakkig en te summier om als basis te kunnen dienen voor verdere beslissingen. Bovendien is door de experts slechts bij een enkel bedrijf navraag gedaan naar de daar in rekening gebrachte kosten - wat niet veel zegt over de werkelijke en reële kosten. Evenmin komt doorslaggevende betekenis toe aan de bedrijfsvoering van Automark, omdat niet haar onderneming, maar een reparatiehandeling moet worden beoordeeld. Als Automark haar onderneming zo inricht dat zij die reparatie efficiënter dan een ander kan doen, dan komt ASR daarvan het voordeel niet toe.
5.11. Dit leidt ertoe dat de kantonrechter behoefte heeft aan deskundige voorlichting. De kantonrechter zal met name inzicht willen krijgen in de tijdsduur die met een ruitreparatie (per sterretje) is gemoeid, de mate van specialisatie van de daarmee gepaard gaande werkzaamheden, de daarop te baseren arbeidskosten, de materiaalkosten, een en ander te vermeerderen met een redelijke, in de autobranche acceptabele winstmarge.
5.12. De kantonrechter zal de zaak naar de rol verwijzen zodat partijen zich kunnen uitlaten over de (soort) deskundige(n) en de vraagstelling. De kantonrechter zal, gezien de principiële aard van het geschil, slechts overgaan tot benoeming van een door partijen zelf aangedragen deskundige, indien hierover tussen partijen overeenstemming is bereikt.
5.13. Nu ASR zich ook nog dient uit te laten over hetgeen is overwogen in rechtsoverweging 5.5 zal uit proceseconomische overwegingen haar als eerste de gelegenheid worden geboden een akte te nemen.
6. De beslissing:
de kantonrechter:
alvorens verder te beslissen,
verwijst de zaak naar de rolzitting van 23 december 2009 voor een akte aan de zijde van ASR, waarbij ASR zich tevens dient uit te laten omtrent hetgeen is overwogen in rechtsoverweging 5.5;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Sap, kantonrechter, en in het bijzijn van de griffier uitgesproken op 25 november 2009.