ECLI:NL:RBUTR:2009:BL0596
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.C. Oostendorp
- P. Bender
- J. Schukking
- Rechtspraak.nl
Veroordeling voor medeplegen van oplichting en valsheid in geschrift met voorwaardelijke gevangenisstraf
Op 29 december 2009 heeft de Rechtbank Utrecht uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van het medeplegen van oplichting en valsheid in geschrift. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie maanden, welke niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij later anders wordt gelast. De zaak betreft een periode van 1 juni 2005 tot en met 10 juli 2007, waarin de verdachte op geraffineerde wijze door het aannemen van een valse hoedanigheid en het verstrekken van valse gegevens, de benadeelde heeft bewogen tot het verstrekken van een hypothecaire geldlening van een aanzienlijk bedrag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte niet eerder in aanraking is gekomen met politie of justitie voor soortgelijke feiten.
De benadeelde partij, aangeduid als [bedrijf 4], heeft een vordering ingediend voor schadevergoeding, maar de rechtbank heeft deze vordering niet-ontvankelijk verklaard, omdat niet is komen vast te staan dat er rechtstreeks schade is toegebracht door de bewezenverklaarde feiten. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan in overweging genomen, evenals de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, die geen eerdere veroordelingen had voor soortgelijke feiten.
De rechtbank heeft de tenlastelegging beoordeeld en vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de hem ten laste gelegde feiten. De beslissing is gebaseerd op de artikelen van het Wetboek van Strafrecht, en de rechtbank heeft een proeftijd van twee jaar vastgesteld, waarbij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf kan worden gelast indien de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit schuldig maakt.