ECLI:NL:RBUTR:2009:BL0134

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
23 december 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
16-601117-09
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Plaatsing in inrichting voor stelselmatige daders na diefstal

Op 23 december 2009 heeft de Rechtbank Utrecht uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die op 14 oktober 2009 in Utrecht twee wokpannen heeft gestolen uit een winkelbedrijf. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal, waarbij hij met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening de wokpannen heeft weggenomen. De rechtbank heeft niet bewezen geacht wat meer of anders is ten laste gelegd, en heeft de verdachte vrijgesproken van die beschuldigingen.

De rechtbank heeft in haar overwegingen rekening gehouden met het strafblad van de verdachte, waaruit blijkt dat hij veelvuldig is veroordeeld voor vermogensdelicten. De verdachte is in de vijf jaren voorafgaand aan de feiten ten minste driemaal onherroepelijk tot een vrijheidsbenemende straf veroordeeld, wat hem de status van veelpleger heeft opgeleverd. Gezien de ernst van de feiten en het recidiverisico heeft de rechtbank geoordeeld dat de veiligheid van goederen en personen het opleggen van de ISD-maatregel vereist. Deze maatregel is bedoeld voor de beveiliging van de maatschappij en de beëindiging van de recidive van de verdachte.

De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om de verdachte voor de duur van twee jaar in een inrichting voor stelselmatige daders te plaatsen, toegewezen. De rechtbank heeft daarbij ook het advies van de reclassering en de getuige-deskundige in overweging genomen, die beiden hebben aangegeven dat ambulante hulp niet toereikend is gebleken en dat de verdachte behandeld moet worden voor zijn problemen, waaronder alcoholmisbruik. De rechtbank heeft de wettelijke voorschriften toegepast en de beslissing gebaseerd op de relevante artikelen van het Wetboek van Strafrecht.

Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT
Sector strafrecht
parketnummer: 16/601117-09 [P]
vonnis van de meervoudige kamer d.d. 23 december 2009
in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren op [1965] te [geboorteplaats]
wonende te [woonplaats]
thans gedetineerd in PI Utrecht – HvB locatie Nieuwegein
raadsvrouw mr. M.M. Helmers, advocaat te Utrecht
1. Onderzoek van de zaak
De zaak is inhoudelijk behandeld op de terechtzitting van 9 december 2009, waarbij de officier van justitie en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.
Ter terechtzitting is tevens H. Gras, teamleider bij Altrecht, als getuige-deskundige gehoord.
2. De tenlastelegging
De tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
op 14 oktober 2009 twee wokpannen uit de [bedrijf 1] gestolen heeft.
3. De voorvragen
De dagvaarding is geldig.
De rechtbank is bevoegd.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.
4. De beoordeling van het bewijs
4.1. Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan en baseert zich daarbij op de aangifte, de getuigen-verklaringen en de verklaring van verdachte, afgelegd bij de politie.
4.2. Het standpunt van de verdediging
De verdediging is, gelijk de officier van justitie, van mening dat de rechtbank tot een bewezenverklaring kan komen.
4.3. Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank bezigt de volgende bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte door [aangever 1], inhoudende -zakelijk weergegeven- als volgt.
Op 14 oktober 2009 zijn er twee wokpannen uit de [bedrijf 1] te Utrecht gestolen.
- het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige], inhoudende -zakelijk weergegeven- als volgt.
Ik zag dat de man twee wokpannen in de winkel uit het schap pakte. Ik zag dat hij met deze pannen langs de kassa liep en de pannen niet afrekende en ik zag dat hij vervolgens de winkel verliet.
- de verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 9 december 2009, inhoudende -zakelijk weergegeven- als volgt.
Op 14 oktober 2009 werd ik buiten de [bedrijf 1] in Utrecht aangehouden. Ik had twee wokpannen in mijn hand.
4.4. De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van hetgeen hiervoor is vastgesteld en overwogen wettig en overtuigend bewezen dat:
hij op 14 oktober 2009 te Utrecht, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen twee wokpannen, toebehorende aan winkelbedrijf [bedrijf 1].
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
5. De strafbaarheid
5.1. De strafbaarheid van het feit
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.
Het bewezenverklaarde levert het navolgende strafbare feit op.
Diefstal.
5.2. De strafbaarheid van verdachte
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.
6. De strafoplegging
6.1. De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft op grond van hetgeen zij bewezen heeft geacht gevorderd aan verdachte op te leggen de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (hierna te noemen: “ISD-maatregel”). De officier van justitie stelt dat is voldaan aan alle voorwaarden voor oplegging van de ISD-maatregel.
6.2. Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw verzoekt de rechtbank de vordering tot het opleggen van de ISD-maatregel af te wijzen en het strafbare feit af te straffen met een onvoorwaardelijke gevangenisstraf met een maximale duur van het voorarrest met daarnaast een voorwaardelijke straf met daaraan gekoppeld de verplichting tot wonen in een alcohostel.
6.3. Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de op te leggen maatregel heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van de verdachte.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan diefstal. Uit deze handeling blijkt dat verdachte weinig respect toont voor de eigendommen van andere mensen.
Wat betreft de persoon van de verdachte heeft de rechtbank in het bijzonder gelet op het adviesrapport van Reclassering Nederland d.d. 21 oktober 2009, opgemaakt door
M.M.P. Paridaen, reclasseringswerker, met als conclusie dat het opleggen van de maatregel tot plaatsing van verdachte in een inrichting voor stelselmatige daders wenselijk en noodzakelijk is. Verder heeft de rechtbank gelet op een voorlichtingsrapport van Centrum Maliebaan betreffende verdachte d.d. 3 december 2009, opgemaakt door L. Scheffers, reclasseringswerker, inhoudende als conclusie en advies:
Conclusie: “sinds de laatste vier jaar staat het alcoholmisbruik bij betrokkene op de voorgrond. Hij drinkt dagelijks gemiddeld een halve liter sterke drank, aangevuld met een paar ‘platvinkjes’ en een aantal blikjes bier. Betrokkene komt vanaf 1983 met zeer grote regelmaat in contact met politie en justitie en heeft zich daarmee de titel van veelpleger verworven. Gezien het feit dat betrokkene door het ACT-3 team als niet begeleidbaar wordt beschouwd, hetgeen direct terug te voeren is op zijn alcoholmisbruik, is het op dit moment niet mogelijk een plan van aanpak te maken dat in een ISD-kader uitgevoerd kan worden. Wanneer betrokkene langere tijd abstinent is, kan tijdens de ISD-periode een betere inschatting gemaakt worden van de hulpverleningsmogelijkheden. Omdat betrokkene zijn problemen ontkent en gebleken is dat een reclasseringstoezicht niets toevoegt vanwege het niet nakomen van afspraken, wordt het recidiverisico in het professioneel eindoordeel ingeschat als hoog.”
Advies: “de ISD-maatregel is wenselijk en noodzakelijk.”
De rechtbank heeft tevens kennisgenomen van het standpunt van de getuige-deskundige
H. Gras van Altrecht. De getuige-deskundige heeft het advies van Centrum Maliebaan onderschreven en ter terechtzitting verklaard -zakelijk weergegeven-:
“Ambulante hulp is niet toereikend gebleken. Betrokkene houdt zich niet aan afspraken en wil zijn levensstijl niet veranderen. We hebben al zes á zeven jaar alles geprobeerd om te zorgen dat hij hulp zou krijgen en geen delicten meer zou plegen. Het houdt nu op en om die reden acht ik plaatsing in een alcohostel dan ook een gepasseerd station. Betrokkene dient behandeld te worden. Dat is noodzakelijk voor zijn eigen veiligheid en voor die van de maatschappij.”
Voorts heeft de rechtbank acht geslagen op de inhoud van een de verdachte betreffend uittreksel uit het strafblad d.d. 15 oktober 2009, dat 53 pagina’s telt, waaruit blijkt dat verdachte veelvuldig is veroordeeld voor vermogensdelicten. Daarbij heeft de rechtbank in aanmerking genomen dat voldaan wordt aan de eisen die de wet aan oplegging van de ISD-maatregel stelt. Immers verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan diefstal, een misdrijf waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten. Verdachte is in de vijf jaren voorafgaand aan de door hem begane feiten ten minste driemaal wegens een misdrijf onherroepelijk tot een vrijheidsbenemende straf veroordeeld. Verdachte is terecht aangemerkt als veelpleger.
Uit de voornoemde rapportages en het strafblad trekt de rechtbank de conclusie dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte wederom een misdrijf zal begaan. De veiligheid van goederen en personen vereist naar het oordeel van de rechtbank het opleggen van de ISD-maatregel. De maatregel strekt voorts tot beveiliging van de maatschappij en de beëindiging van de recidive van verdachte.
7. De wettelijke voorschriften
De beslissing berust op de artikelen 38m, 38n, en 310 van het Wetboek van Strafrecht zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.
8. De beslissing
De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezen verklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
Diefstal
- verklaart verdachte strafbaar;
Maatregel
- gelast de plaatsing van verdachte in een inrichting voor stelselmatige daders voor de duur van twee jaar;
Dit vonnis is gewezen door mr. N.E.M. Kranenbroek, voorzitter, mr. A. Wassing en
mr. J. Schukking, rechters, in tegenwoordigheid van mr. P. Groot-Smits, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 23 december 2009.