ECLI:NL:RBUTR:2009:BK8637
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige
Op 6 februari 2009 heeft de kinderrechter te Utrecht het verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige behandeld. Het verzoek was ingediend door Bureau Jeugdzorg Utrecht (BJZ) op 11 december 2008, waarbij een evaluatie- en hulpverleningsplan was overgelegd. De kinderrechter heeft de zaak met gesloten deuren behandeld, waarbij de moeder, haar advocaat, de grootmoeder en de gezinsvoogd aanwezig waren. De kinderrechter heeft vastgesteld dat het gezag over de minderjarige berust bij de grootmoeder, die in Utrecht woont.
De rechtbank heeft in haar beoordeling gekeken naar de wettelijke vereisten voor het actualiseren van het hulpverleningsplan, zoals vastgelegd in artikel 1:265 lid 2 BW en de Wet op de Jeugdzorg. De advocaat van de moeder voerde aan dat er geen recent hulpverleningsplan was overgelegd, wat de rechterlijke toetsing zou belemmeren. De rechtbank oordeelde echter dat het niet noodzakelijk is om een recent hulpverleningsplan bij het verzoek tot verlenging te overleggen, zolang er een evaluatierapport is bijgevoegd.
De rechtbank heeft ook de argumenten van de advocaat van de moeder overwogen, die stelde dat er geen gronden waren voor verlenging van de ondertoezichtstelling. De rechtbank concludeerde echter dat de belangen van de minderjarige vereisen dat de ondertoezichtstelling wordt verlengd, omdat terugplaatsing bij de moeder zonder toezicht niet verantwoord zou zijn. De kinderrechter heeft daarom besloten om de ondertoezichtstelling met één jaar te verlengen, ingaande op 9 februari 2009. Deze beslissing is uitvoerbaar bij voorraad.