ECLI:NL:RBUTR:2009:BK8057
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Veroordeling voor het opzettelijk profiteren van door misdrijf verkregen goed
In deze strafzaak heeft de Rechtbank Utrecht op 27 augustus 2009 uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van het opzettelijk profiteren van door misdrijf verkregen goed. De verdachte werd veroordeeld tot een werkstraf van tachtig uren voor het meermalen trekken van voordeel uit een door zijn partner verkregen uitkering, waarvan hij wist dat deze door bijstandsfraude was verkregen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet alleen op de hoogte was van de fraude, maar ook actief profiteerde van de opbrengsten ervan. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 13 augustus 2009, waarbij zowel de officier van justitie als de verdachte hun standpunten naar voren brachten. De officier van justitie stelde dat er voldoende bewijs was, waaronder verklaringen van de verdachte en zijn partner, die beiden erkenden dat er sprake was van bijstandsfraude. De rechtbank achtte de verdachte strafbaar en legde een werkstraf op, waarbij rekening werd gehouden met de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het was begaan. De rechtbank benadrukte dat het misbruik van sociale voorzieningen niet alleen de verdachte, maar ook de maatschappij benadeelt. De beslissing is gebaseerd op verschillende artikelen van het Wetboek van Strafrecht, en de rechtbank verklaarde het tenlastegelegde bewezen, zoals eerder beschreven.