ECLI:NL:RBUTR:2009:BK8051
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- B.J. van Ettekoven
- J.M. Willems
- J. Struiksma
- Rechtspraak.nl
Planschadevergoeding op basis van residuele waardemethodiek en de rol van de SAOZ als onafhankelijk deskundige
In deze zaak heeft de besloten vennootschap Nebuvast B.V. beroep ingesteld tegen een besluit van de raad van de gemeente Baarn, waarbij haar verzoek om planschadevergoeding op grond van artikel 49 van de Wet op de ruimtelijke ordening (WRO) werd afgewezen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiseres, eigenaar van een perceel, schade heeft geleden door de wijziging van het bestemmingsplan, maar dat deze schade niet voor vergoeding in aanmerking komt. De rechtbank heeft het onderzoek heropend na een onvolledige behandeling en advies gevraagd aan de Stichting Advisering Bestuursrechtspraak voor Milieu en Ruimtelijke Ordening (StaB). De StaB heeft rapporten uitgebracht over de planschadevergoeding, waar zowel eiseres als verweerder op hebben gereageerd.
De rechtbank heeft de residuele waardemethodiek als juiste methode voor de schadeberekening vastgesteld. Dit houdt in dat de schade op abstracte wijze wordt berekend, zonder rekening te houden met de persoon van de benadeelde aanvrager. De rechtbank heeft geoordeeld dat de SAOZ als onafhankelijk deskundige kan worden aangemerkt, ondanks dat zij ook een planschaderisicoanalyse heeft opgesteld. De rechtbank heeft de door verweerder gehanteerde brutoprijs per vierkante meter en de post 'winst en risico' als correct beoordeeld. Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard, omdat de eiseres niet kon aantonen dat de planschadevergoeding gerechtvaardigd was.
De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de Rechtbank Utrecht op 1 september 2009. De rechtbank heeft benadrukt dat de uitspraak bindend is voor de partijen en dat er binnen zes weken hoger beroep kan worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.