ECLI:NL:RBUTR:2009:BK7513
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Veroordeling voor ontuchtige handelingen met minderjarige dochter
In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 20 juli 2009 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van ontuchtige handelingen met zijn minderjarige dochter. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. De feiten vonden plaats in de periode van 9 april 2003 tot en met 30 september 2006, waarbij de dochter op dat moment nog geen 16 jaar oud was. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte meermalen ontuchtige handelingen heeft gepleegd, waaronder het seksueel binnendringen van het lichaam van zijn dochter met zijn vingers en een dildo. De rechtbank heeft de verklaringen van de aangeefster, de dochter, als geloofwaardig beoordeeld en heeft de ontkenning van de verdachte niet gevolgd. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de psychologische toestand van de verdachte, die lijdende was aan een gebrekkige ontwikkeling van zijn geestvermogens, wat zijn toerekeningsvatbaarheid enigszins verminderde. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de impact op het slachtoffer zwaar laten meewegen in de strafoplegging. Daarnaast is er een schadevergoeding van € 3.179,02 toegewezen aan de benadeelde partij, de dochter, voor de geleden schade als gevolg van de bewezenverklaarde feiten. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van het eerste feit, maar de feiten 2 en 3 zijn wettig en overtuigend bewezen verklaard.