ECLI:NL:RBUTR:2009:BK6904

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
16 december 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
258147 / HA ZA 08-2351
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing hypotheekaanvraag door SNS Bank op de dag van woninglevering als onaanvaardbaar beoordeeld

In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 16 december 2009 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een vrouw die een woning had gekocht, en SNS Bank Nederland N.V. De eiseres had op 2 februari 2008 een woning gekocht voor EUR 290.000, met een geplande leveringsdatum van 1 juli 2008. Eiseres had een hypotheekaanvraag ingediend bij SNS Bank, maar op de dag van de geplande levering, 1 juli 2008, werd deze aanvraag afgewezen. SNS Bank stelde dat de door eiseres verstrekte werkgeversverklaringen en andere documenten niet 'convenieerden', wat betekende dat ze niet voldeden aan de voorwaarden die SNS had gesteld voor het verstrekken van de hypotheek.

De rechtbank oordeelde dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar was dat SNS Bank de hypotheekaanvraag op de dag van de levering afwees. De rechtbank stelde vast dat eiseres had voldaan aan de voorwaarden die SNS had gesteld en dat SNS had nagelaten om tijdig duidelijkheid te verschaffen over de hypotheekaanvraag. Hierdoor had eiseres schade geleden, omdat ze genoodzaakt was om een duurdere hypothecaire lening af te sluiten bij een andere geldverstrekker.

De rechtbank kende eiseres een schadevergoeding toe van EUR 17.141,00, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf de dag van levering van de woning. Daarnaast werd SNS Bank veroordeeld in de proceskosten van eiseres, die op EUR 1.688,44 werden begroot. Dit vonnis benadrukt de verplichtingen van financiële instellingen om transparant en tijdig te communiceren met hun klanten, vooral in situaties waarin grote financiële beslissingen moeten worden genomen.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK UTRECHT
Sector handels- en familierecht
zaaknummer / rolnummer: 258147 / HA ZA 08-2351
Vonnis van 16 december 2009
in de zaak van
[eiseres],
wonende te [woonplaats],
eiseres,
advocaat mr. S. Arts,
tegen
de naamloze vennootschap
SNS BANK NEDERLAND N.V.,
gevestigd te Utrecht,
gedaagde,
advocaat mr. M. Verhoeff.
Partijen zullen hierna Duizer en SNS genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 11 februari 2009;
- het proces-verbaal van comparitie van 26 juni 2009.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. [eiseres] werkt sinds augustus 2006 in loondienst bij De Cirkel, actief op het gebied van de zogenoemde residentiële hulpverlening (gehandicaptenzorg).
2.2. Op 2 februari 2008 heeft [eiseres] een woning, gelegen in [woonplaats], gekocht voor EUR 290.000,-- (hierna: “de woning”). De overeengekomen leveringsdatum was 1 juli 2008.
2.3. [eiseres], toen nog woonachtig te [woonplaats], heeft vervolgens contact opgenomen met SNS met het verzoek de koopsom voor de woning te financieren door middel van een hypothecaire geldlening. Naar aanleiding daarvan vond op 8 februari 2008 op een kantoor van SNS in Roosendaal een bespreking plaats tussen [eiseres] en [A], financieel adviseur hypotheken in dienst van SNS. Tijdens die bespreking heeft [eiseres] salarisstroken aan [A] overgelegd.
2.4. Op 15 februari 2008 vond tussen [eiseres] en [A] een vervolgbespreking plaats waarbij [eiseres] aan [A] een kopie verstrekte van de koopakte met betrekking tot de woning. [A] deelde toen aan [eiseres] mee dat SNS bereid was om [eiseres] een overbruggingskrediet van EUR 30.000,-- te verstrekken vanwege de verkoop van haar woning in [woonplaats] en dat zij bereid was om voor rekening en risico van [eiseres] een bankgarantie te stellen in verband met de koop van de woning ter hoogte van
EUR 28.500,--. Met betrekking tot die bankgarantie hebben partijen die dag een overeenkomst gesloten. Tevens heeft [A] tijdens die bespreking namens SNS een offerte voor een hypothecaire geldlening opgesteld, welke toen door [eiseres] is ondertekend. In de offerte is vermeld dat de hypotheek aflossingsvrij is, dat het bedrag van de geldlening EUR 260.000,--. bedraagt, dat de rentevaste periode 10 jaar beloopt en dat de effectieve rente op jaarbasis 5,2% per maand bedraagt.
2.5. In de offerte is door SNS een voorbehoud gemaakt dat, voor zover thans relevant, als volgt is geformuleerd:
Deze offerte geschiedt onder voorbehoud van een ons conveniërend
- (…)
- recente inkomensopgave van de aanvrager(s);
- (…)
2.6. Tijdens de bespreking van 15 februari 2008 heeft [A] [eiseres] verzocht om aan SNS een werkgeversverklaring te verstrekken, aan welk verzoek [eiseres] kort daarna heeft voldaan.
2.7. Op de desbetreffende werkgeversverklaring, op 19 februari 2008 ondertekend namens De Cirkel, kon worden gekozen uit de volgende drie opties:
De werknemer heeft
0 een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd of is aangesteld in vaste dienst
0 een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd of is aangesteld in tijdelijke dienst tot …
0 inkomen uit een flexibele arbeidsrelatie, nl: …….. (bijv. uitzend-, inval-of oproepkracht)
Van deze drie opties is de eerste aangekruist.
2.8. Op de werkgeversverklaring van 19 februari 2008 is voorts het volgende vermeld:
Bruto jaarsalaris 39.234,18
Vakantietoeslag 3.545,55
Onregelmatigheidstoeslag 5.085,27
47.865,--
Voor eventuele verificatie kan contact worden opgenomen met: … tel …
Bij laatstgenoemde vraag zijn een naam en telefoonnummer ingevuld.
2.9. Op 28 februari 2008 heeft [A] [eiseres] telefonisch verzocht om toezending van de WOZ-beschikking met betrekking tot de woning van [eiseres] te [woonplaats].
2.10. SNS heeft ten behoeve van [eiseres] aan de verkoper van de woning de op grond van het koopcontract verplichte bankgarantie gesteld.
2.11. De op 15 februari 2008 door [eiseres] ondertekende hypotheek-offerte bepaalde dat de hypotheek-akte uiterlijk binnen drie maanden moest worden gepasseerd. Aangezien de geplande levering van de woning pas op 1 juli 2008 zou plaatsvinden, heeft SNS op 10 april 2008 een identieke offerte aan [eiseres] uitgebracht welke vervolgens door laatstgenoemde is ondertekend.
2.12. Op 28 april 2008 heeft SNS in verband met de WOZ-beschikking bij [eiseres] gerappelleerd. Na ontvangst daarvan heeft [A] het hele dossier met betrekking tot [eiseres] op 28 mei 2008 naar een kantoor van SNS in Arnhem gezonden, Midoffice genoemd, waar de hypotheekaanvraag zou worden beoordeeld.
2.13. Op 16 juni 2008 heeft Midoffice het dossier van [eiseres] beoordeeld. Naar aanleiding daarvan heeft [A] telefonisch contact opgenomen met [eiseres] en haar meegedeeld dat SNS er moeite mee had dat in de werkgeversverklaring van 19 februari 2008 twee verschillende kleuren pen alsmede typex waren gebruikt. [A] verzocht [eiseres] toen om aan SNS te verstrekken: een nieuwe werkgeversverklaring, salarisspecificaties over de afgelopen drie maanden, bankafschriften waaruit bleek dat het salaris op een bankrekening van [eiseres] was bijgeschreven en een ondertekende arbeidsovereenkomst.
2.14. Op 26 juni 2008 ontving Midoffice via [A] salarisspecificaties (loonstroken) van [eiseres] over de maanden september 2007 tot en met mei 2008, bankafschriften ten name van [eiseres] waarop is vermeld dat het salaris over voornoemde periode maandelijks op een bankrekening van [eiseres] werd bijgeschreven, een nieuwe werkgeversverklaring, ondertekend op 23 juni 2008, en een arbeidsovereenkomst d.d. 25 juni 2008. Tevens ontving Midoffice van [eiseres] een jaaropgave 2007 en een belastingaangifte over het jaar 2006, waarin is aangegeven dat zij van een andere werkgever loon ter hoogte van EUR 16.463,-- heeft ontvangen en dat haar loon van De Cirkel BV in dat jaar EUR 16.863,-- bedroeg.
2.15. Op de jaaropgave 2007 is vermeld dat [eiseres] van De Cirkel een fiscaal loon ter hoogte van EUR 47.865,-- heeft genoten.
2.16. Op de werkgeversverklaring d.d. 23 juni 2008 kon eveneens worden gekozen uit de volgende drie opties:
De werknemer heeft
0 een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd of is aangesteld in vaste dienst
0 een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd of is aangesteld in tijdelijke dienst tot …
0 inkomen uit een flexibele arbeidsrelatie, nl: …….. (bijv. uitzend-, inval-of oproepkracht)
Ook hier is de eerste optie aangekruist.
2.17. Op de werkgeversverklaring van 23 juni 2008 is voorts het volgende vermeld:
Bruto jaarsalaris 39.710,76
Vakantietoeslag 3.176,86
Onregelmatigheidstoeslag 4.931,85
(21,1% toeslag 8.384,37
totaal per jaar 47.819,47
Voor eventuele verificatie kan contact worden opgenomen met: … tel …
Hierbij zijn dezelfde naam en hetzelfde telefoonnummer ingevuld als op de werkgeversverklaring van 19 februari 2008.
2.18. In het op 25 juni 2008 namens De Cirkel en door [eiseres] ondertekende arbeidscontract is het volgende vermeld:
Artikel 1
De werknemer treedt met ingang van 25 juni 2008 voor onbepaalde tijd bij de werkgever in dienst, in de functie van groepsleider (casemanager/coach/projectleider). De werknemer treedt in dienst als uitzendkracht en wordt zodoende uitgezonden als groepsleider (casemanager/coach/projectleider) bij opdrachtgever(s) van de werkgever.
Artikel 2
De arbeidsovereenkomst wordt aangegaan voor onbepaalde tijd, de arbeidsovereenkomst eindigt in ieder geval zonder opzegging bij het bereiken door de werknemer van de AOW gerechtigde leeftijd.
Artikel 6
(…)
Indien niet gewerkt wordt door de werknemer is De Cirkel niet verplicht loon door te betalen.
2.19. Op 1 juli 2008, kort voordat die dag de woning aan [eiseres] zou worden geleverd, deelde [A] telefonisch aan [eiseres] mee dat haar aanvraag voor een hypothecaire geldlening door SNS werd afgewezen.
2.20. Hierna ontving [eiseres] een brief van SNS gedateerd 1 juli 2008, met de volgende inhoud:
Op basis van de door u verstrekte gegevens wijzen wij uw hypotheekaanvraag af. De door ons ontvangen stukken zijn ons niet conveniërend. Eén en ander is al telefonisch met u besproken. De originele stukken worden opgenomen in de administratie van de bank. Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
2.21. Vervolgens sloot [eiseres] met betrekking tot de woning een overeenkomst voor een hypothecaire geldlening met Reaal Verzekeringen voor een bedrag van EUR 260.000,--. De hypotheek is aflossingsvrij, de rentevaste periode beloopt 10 jaar en de effectieve rente bedraagt 6,7% per jaar.
2.22. Bij faxbrief van 23 juli 2008 deelde een advocaat namens [eiseres] aan SNS mee dat zij de overeenkomst ontbindt.
2.23. Op 25 juli 2008 werd de woning aan [eiseres] geleverd.
3. Het geschil
[eiseres] vordert, bij uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis, SNS te veroordelen:
I. te betalen aan [eiseres] tegen behoorlijk bewijs van kwijting het bedrag van EUR 20.225,40, althans een in justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf de dag van levering van de woning, althans vanaf de dag van verzuim, althans vanaf de dag der dagvaarding; een en ander tot aan de dag der algehele voldoening; althans een in goede justitie te bepalen bedrag;
II. te betalen aan [eiseres] tegen behoorlijk bewijs van kwijting een bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten berekend over voorgaande bedragen op grond van het Rapport Voorwerk-II van de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak, althans een bedrag in goede justitie te bepalen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
III. SNS te veroordelen in de kosten van de procedure.
3.1. SNS voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. Partijen hebben een overeenkomst van hypothecaire geldlening gesloten, onder de opschortende voorwaarde dat [eiseres] aan SNS een inkomensopgave zou verstrekken die SNS zou “conveniëren”. In de kern komt het geschil tussen partijen erop neer of het SNS op 1 juli 2008, de dag van de geplande levering van de woning aan [eiseres], nog vrij stond de hypotheekaanvraag af te wijzen door een beroep te doen op deze opschortende voorwaarde. Het woord “conveniëren” betekent volgens de het Groot woordenboek der Nederlandse taal van Van Dale “gelegen komen”, “passen”. SNS betoogt dat de door [eiseres] aan haar verstrekte werkgeversverklaringen van 19 februari 2008 en 23 juni 2008 alsmede de arbeidsovereenkomst van 25 juni 2008 haar niet convenieerden en dat zij daarom de hypotheekaanvraag mocht afwijzen. Ter onderbouwing hiervan voert SNS aan dat Midoffice eind juni 2008 constateerde a) dat het door [eiseres] opgegeven inkomen niet is komen vast te staan aangezien dit een flexibel karakter heeft, b) dat er geen sprake is van een vast dienstverband terwijl dat wel op de werkgeversverklaringen was aangegeven en c) dat er sprake is van een aantal onregelmatigheden in de verstrekte stukken, die leidden tot het vermoeden dat er op de werkgeversverklaringen wijzigingen waren aangebracht. Tevens betoogt SNS in dit verband dat zij op geen enkel moment aan [eiseres] heeft meegedeeld dat de hypothecaire geldlening verstrekt zou worden noch dat zij bij [eiseres] op enigerlei wijze de indruk heeft gewekt dat zij daarop gerechtvaardigd mocht vertrouwen.
4.2. De rechtbank overweegt als volgt. [eiseres] heeft op 8 februari 2008 diverse salarisstroken aan [A] overgelegd. Ter zitting heeft [A] verklaard dat partijen tijdens deze bespreking de aard van het dienstverband van [eiseres] hebben besproken en dat zij naar aanleiding van de salarisstroken voorts hebben besproken dat daaruit bleek dat er sprake was van veel onregelmatigheidstoeslag. Tevens heeft hij verklaard dat de offerte is afgegeven op basis van de salarisstroken. Op 26 juni 2008 heeft Midoffice van [eiseres] loonstroken ontvangen over de maanden september 2007 tot en met mei 2008. Partijen hebben zich er niet over uitgelaten welke loonstroken [eiseres] heeft overgelegd tijdens de bespreking van 8 februari 2008. De rechtbank acht het echter aannemelijk dat dit de op dat moment meest recente loonstroken betrof. Uit de loonstroken over november 2007 tot en met januari 2008 blijkt dat het bruto salaris van [eiseres] per maand verschilde, evenals haar nettoloon. Het was voor SNS dan ook van meet af aan duidelijk dat [eiseres] een flexibel inkomen genoot. [eiseres] mocht er dan ook op vertrouwen dat haar flexibele inkomen geen beletsel zou zijn voor aanvaarding van haar hypotheekaanvraag. Dit vindt bevestiging in de verklaring ter zitting van [B], werkzaam bij SNS, dat uit het arbeidscontract volgde dat sprake was van een flexibel inkomen maar dat het niet zozeer ging om de hoogte daarvan, als wel om het vermoeden dat dit inkomen in de werkgeversverklaring was gewijzigd.
4.3. [eiseres] heeft SNS gemeld dat zij een vast dienstverband had. Volgens SNS blijkt uit de arbeidsovereenkomst echter dat sprake is van een flexibel dienstverband terwijl daarvan in de werkgeversverklaringen geen melding is gemaakt. De rechtbank stelt vast dat uit de artikelen 1 en 6 van de arbeidsovereenkomst blijkt dat [eiseres] werkzaam is als uitzendkracht en dat haar werkgever, De Cirkel, niet verplicht is loon door te betalen indien [eiseres] niet werkt (zie 2.18). Gelet op de inhoud van artikel 2 van die arbeidsovereenkomst, waarin is opgenomen dat de arbeidsovereenkomst is aangegaan voor onbepaalde tijd, is de rechtbank echter tevens van oordeel dat [eiseres] haar dienstverband in 2008 als een vast dienstverband mocht beschouwen. Dit geldt te meer nu zij al sinds augustus 2006 voor De Cirkel werkzaam is. Dat op de werkgeversverklaringen niet de optie is aangekruist dat sprake is van inkomen uit een flexibele arbeidsrelatie (zie 2.16) kan [eiseres] bovendien niet worden aangerekend, aangezien de eerste optie de vraag betreft of de werknemer een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd heeft of is aangesteld in vaste dienst. Nu de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd is aangegaan mocht de werkgever die optie aankruisen. In dit verband merkt de rechtbank nog op dat de werkgeversverklaring van
23 juni 2008 is afgegeven op een formulier van SNS zelf, zodat genoemde onduidelijkheid voor haar risico komt.
4.4. SNS betoogt voorts dat zij in de door [eiseres] overlegde stukken onregelmatigheden heeft geconstateerd. In dit verband voert SNS aan dat de werkgeversverklaring van 19 februari 2008 gedeeltelijk in het zwart geschreven tekst bevat en gedeeltelijk met blauwe pen geschreven tekst. Het deel dat in het zwart geschreven is, betreft volgens [eiseres] een kopie en het blauwe deel betreft een origineel. Daarnaast merkt SNS op dat is gebleken dat voordat de werkgeversverklaring gekopieerd is, er zichtbare correcties op hebben plaatsgevonden van de bedragen in het vak “inkomen”. De stippellijntjes zijn niet meer zichtbaar, hetgeen erop duidt dat met typex bedragen zijn verwijderd en vervangen door andere bedragen. De rechtbank stelt vast dat het door SNS overgelegde exemplaar van de werkgeversverklaring inderdaad met deels zwart en deels blauwe pen is ingevuld. Ook lijkt er te zijn gewerkt met typex om eerder ingevulde bedragen te corrigeren. Dit hoeft naar het oordeel van de rechtbank echter geenszins te betekenen dat sprake is van fraude. Aangezien op de werkgeversverklaring een naam en telefoonnummer van een contactpersoon van De Cirkel vermeld staan voor eventuele verificatie, mocht [eiseres] er bovendien vanuit gaan dat SNS iedere twijfel over het document zou laten wegnemen door contact op te nemen met De Cirkel (zie 2.17). SNS heeft dit echter nagelaten.
4.5. Een andere door SNS geconstateerde onregelmatigheid betreft de omstandigheid dat de bedragen op de werkgeversverklaringen van 19 februari 2008 en 23 juni 2008 van elkaar afwijken. Dit is juist (zie 2.8 en 2.17). De totaalbedragen verschillen echter nauwelijks (EUR 47.865 respectievelijk EUR 47.819,47). Daarnaast komt het bedrag van EUR 47.865 overeen met het fiscale loon van [eiseres] over 2007, zoals blijkt uit de jaaropgave met betrekking tot dat jaar (zie 2.15). SNS wijst er voorts op dat de door [eiseres] overgelegde arbeidsovereenkomst gedateerd is op 25 juni 2008, hetgeen niet overeenstemt met de datum indiensttreding van 2 augustus 2006, zoals vermeld op de loonstroken. Ter zitting heeft [eiseres] verklaard dat zij al eerder aan [A] een arbeidscontract had overgelegd en dat [A] haar naar aanleiding daarvan vertelde dat de hoogte van het inkomen niet te rijmen zou zijn met de functie van groepsleider. Hierop heeft [eiseres] [A] uitleg gegeven over haar functie, waarna [A] haar heeft gevraagd om een nieuw contract over te leggen waarin de functieomschrijving wordt gegeven. Dat heeft [eiseres] vervolgens gedaan en daarin ligt de reden dat het overgelegde arbeidscontract gedateerd is op 25 juni 2008. [A] heeft hierop ter zitting gereageerd dat hij zich daar niets van kan herinneren. Naar het oordeel van de rechtbank kan deze reactie van [A] niet worden beschouwd als een voldoende gemotiveerde betwisting van hetgeen [eiseres] heeft verklaard, temeer nu de door [eiseres] gestelde gang van zaken de rechtbank niet onaannemelijk voorkomt. Overigens overweegt de rechtbank ook met betrekking tot deze omstandigheden dat SNS iedere twijfel had kunnen laten wegnemen door contact op te nemen met De Cirkel. Gelet op alle door [eiseres] aan SNS overgelegde stukken, waaronder de belastingaangifte over 2006, de jaaropgave over 2007, de loonstroken en bankafschriften, staat bovendien vast dat [eiseres] met ingang van augustus 2006 werkzaam was bij De Cirkel. Terecht heeft SNS niet gesteld dat zij aan het bestaan van een dienstverband van [eiseres] bij De Cirkel twijfelde en [eiseres] kon en mocht verwachten dat hierover bij SNS geen twijfel bestond.
4.6. SNS betoogt dat zij op geen enkel moment aan [eiseres] heeft meegedeeld dat de hypothecaire geldlening verstrekt zou worden noch dat zij bij [eiseres] op enigerlei wijze de indruk heeft gewekt dat zij daarop gerechtvaardigd mocht vertrouwen. In dit verband voert SNS bij conclusie van antwoord aan dat [A] [eiseres] op 15 februari 2008 heeft meegedeeld dat de overeenkomst pas tot stand zou komen nadat Midoffice, na ontvangst en beoordeling van alle stukken, akkoord heeft verleend op het verstrekken van de lening. Naar aanleiding hiervan heeft [eiseres] ter zitting verklaard dat [A] haar wel uitleg heeft gegeven over het traject na de offerte, maar niet zo uitgebreid als in de conclusie van antwoord staat. Volgens [eiseres] heeft [A] gezegd dat als de offerte getekend is, er nadere stukken moeten worden opgestuurd “en dan is het in orde” dan wel “dan is het rond”. De rechtbank overweegt hierover als volgt. Ter zitting heeft [A] op de verklaring van [eiseres] gereageerd door op te merken dat hij zich niet kan voorstellen dat hij gezegd zou hebben dat het definitief rond zou zijn. [eiseres] heeft echter niet verklaard dat [A] tegen haar op 15 februari 2008 het woord “definitief” heeft gebruikt. De rechtbank stelt voorts vast dat [A] ter zitting niet heeft betwist dat hij [eiseres] niet zo uitgebreid als in de conclusie van antwoord is beschreven, uitleg heeft gegeven over het traject na de offerte. Daarnaast heeft [A] op 15 februari 2008 namens SNS met [eiseres] een overeenkomst gesloten op grond waarvan SNS een bankgarantie zou stellen met betrekking tot de woning. Bovendien heeft [A] eveneens op die dag namens SNS aan [eiseres] meegedeeld dat zij bereid was om [eiseres] in verband met de verkoop van haar woning in [woonplaats] een overbruggingskrediet van EUR 30.000,-- te verstrekken. Uit het voorgaande kan worden afgeleid dat [A] er inderdaad op vertrouwde “dat het rond zou komen”. De rechtbank acht het dan ook aannemelijk dat [A] woorden van die strekking tegen [eiseres] heeft geuit.
4.7. Op 16 juni 2008 heeft [A] [eiseres] telefonisch meegedeeld dat SNS er moeite mee had dat in de werkgeversverklaring van 19 februari 2008 verschillende kleuren alsmede typex waren gebruikt. [A] verzocht [eiseres] toen om aan SNS te verstrekken: een nieuwe werkgeversverklaring, salarisspecificaties over de afgelopen drie maanden, bankafschriften waaruit bleek dat het salaris op een bankrekening van [eiseres] was bijgeschreven en een ondertekende arbeidsovereenkomst. [eiseres] heeft aan dit verzoek voldaan. De vervolgens door [eiseres] overlegde werkgeversverklaring was niet opgesteld met verschillende kleuren inkt, was niet bewerkt met typex en bevatte overigens geen onduidelijkheden. Daarnaast heeft [eiseres] SNS toen nog meer stukken verstrekt dan waarom was verzocht. In plaats van loonstroken over de afgelopen drie maanden heeft zij loonstroken over een periode van negen maanden overgelegd. Voorts heeft zij een belastingaangifte over het jaar 2006 alsmede een jaaropgave over het jaar 2007 overgelegd.
4.8. De geplande leveringsdatum was 1 juli 2008 en SNS was hiervan op de hoogte. Onder de hierboven beschreven omstandigheden kon en mocht [eiseres] op 26 juni 2008 er vanuit gaan dat zij aan alle voorwaarden had voldaan die SNS in het kader van de overeenkomst aan haar had gesteld, en dat SNS op 1 juli 2008 haar de financiering voor de woning zou verstrekken. [eiseres] kon en mocht begrijpen dat zij aan SNS een inkomensopgave had overgelegd die SNS zouden “conveniëren”, terwijl SNS kon en behoorde begrijpen dat SNS in die veronderstelling zou verkeren. De rechtbank concludeert dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat SNS op 1 juli 2008 de hypotheekaanvraag afwees met een beroep op de opschortende voorwaarde. SNS had dan ook op 1 juli 2008 de koopsom met betrekking tot de woning aan [eiseres] moeten verstrekken. Door dit niet te doen heeft SNS wanprestatie gepleegd.
Schade
4.9. [eiseres] heeft de overeenkomst bij brief van 23 juli 2008 ontbonden. Gelet op het voorgaande dient SNS de schade van [eiseres] op grond van artikel 6:277 Burgerlijk Wetboek (BW) te vergoeden. [eiseres] betoogt dat zij als gevolg van het niet door SNS verstrekken van de financiering schade heeft geleden. In verband hiermee heeft [eiseres] diverse stukken overgelegd. De rechtbank volgt SNS dan ook niet in haar betoog dat [eiseres] heeft nagelaten te stellen en nader te onderbouwen dat zij schade heeft geleden als gevolg van wanprestatie aan de zijde van SNS.
4.10. Ten aanzien van de diverse door [eiseres] opgevoerde schadeposten overweegt de rechtbank als volgt. Met betrekking tot de hypothecaire geldlening stelt [eiseres] dat zij EUR 15.080,-- schade heeft geleden. Dit is volgens haar een gevolg van het feit dat zij kort na 1 juli 2008 een geldlening bij een derde (Reaal) heeft afgesloten tegen een hoger rentetarief (zie 2.4 en 2.21). SNS voert in verband hiermee aan dat het niet vaststaat dat de door Reaal geoffreerde rente de laagst mogelijke was. Aan deze stelling verbindt SNS echter geen conclusie. Voor zover SNS bedoelt dat aan de zijde van [eiseres] sprake is van eigen schuld in de zin van artikel 6:101 BW, zodat de schadevergoedingsplicht van [eiseres] dient te worden verminderd, verwerpt de rechtbank dit verweer. SNS heeft ter onderbouwing van haar verweer een overzicht overgelegd van de door 30 geldverstrekkers in juli 2008 gehanteerde hypotheekrentetarieven bij een rentevaste periode van 10 jaar (productie 16 conclusie van antwoord). De rechtbank stelt vast dat Reaal volgens dit overzicht 5,6 tot 6,0% rente in rekening bracht. Uit de door [eiseres] overlegde offerte blijkt echter dat Reaal haar in juli 2008 een lening met een rentevasteperiode van 10 jaar aanbood tegen 6,45 % (op jaarbasis effectief 6,7% ). De juistheid van het door SNS overgelegde overzicht kan dus worden betwijfeld. Bovendien heeft SNS, door pas op 1 juli 2008 - de geplande leveringsdatum van de woning - de hypotheekaanvraag af te wijzen, [eiseres] onder een zodanig grote (tijds-)druk geplaatst dat zij [eiseres] niet kan verwijten met een andere, duurdere financier in zee te zijn gegaan. De rechtbank begroot de schade van SNS terzake van de hypothecaire geldlening derhalve op EUR 15.080,--.
4.11. Met betrekking tot het overbruggingskrediet, waarvoor [eiseres] ook bij Reaal een nieuwe overeenkomst heeft moeten sluiten, vordert zij een bedrag van EUR 1.479,--. Naar aanleiding hiervan betoogt SNS bij conclusie van antwoord dat de omstandigheid dat de woning van [eiseres] in [woonplaats] gedurende 10 jaar niet wordt verkocht niet, althans niet volledig voor rekening van SNS kan komen. Hoewel (de advocaat van) [eiseres] ter zitting heeft gereageerd op diverse stellingen van SNS ten aanzien van de schade, heeft hij dit verweer van SNS niet weersproken. Naar aanleiding daarvan concludeert de rechtbank dat [eiseres] deze schadepost onvoldoende heeft onderbouwd.
4.12. [eiseres] vordert voorts een bedrag van EUR 971,-- als rentevergoeding. SNS stelt dat [eiseres] heeft nagelaten te stellen en nader te onderbouwen waarop deze extra rentevergoeding ziet. De rechtbank verwerpt dit verweer. [eiseres] betoogt dat dit bedrag aan haar in rekening is gebracht door de notaris bij wie de akte van levering voor de woning is gepasseerd, in verband met de omstandigheid dat het passeren vertraging heeft opgelopen doordat [eiseres] op 1 juli 2008 nog niet over de financiering beschikte. [eiseres] heeft de nota van afrekening van de notaris (productie 9 dagvaarding) overgelegd, waarop deze post is gespecificeerd. Naar het oordeel van de rechtbank heeft [eiseres] hiermee deze schade voldoende onderbouwd.
4.13. Daarnaast vordert [eiseres] in verband met opslag-en verhuiskosten EUR 2.305,-- en heeft in verband daarmee een factuur van een verhuisbedrijf overgelegd (productie 10 bij dagvaarding). SNS betoogt bij conclusie van antwoord dat niet is komen vast te staan dat in de periode tussen 1 juli 2008, de datum van de geplande levering, en 25 juli 2008, de datum van de daadwerkelijke levering, [eiseres] haar woning te [woonplaats] aan derden heeft geleverd als gevolg waarvan zij daar niet meer kon verblijven. Voorts voert SNS aan dat uit de factuur blijkt dat er kennelijk twee “verhuisbewegingen” zijn gefactureerd, terwijl de kosten van één verhuisbeweging ook door [eiseres] zouden zijn gemaakt indien SNS die hypotheekaanvraag had toegewezen. Ter zitting is op dit verweer niet gereageerd door (de advocaat van) [eiseres]. In verband hiermee zal de rechtbank ter zake van deze post alleen een bedrag van EUR 1.090,-- (EUR 915,97 + 19% BTW) toewijzen, aangezien dit bedrag op de factuur is aangeduid als “extra kosten i.v.m de niet geplande verhuizing via onze opslagruimte”, hetgeen inderdaad duidt op één extra verhuisbeweging. De rechtbank acht aannemelijk dat [eiseres] als gevolg van het wanpresteren van SNS deze kosten aanvullend heeft moeten maken.
4.14. Een andere door [eiseres] gevorderde schadepost betreft een bedrag van EUR 190,40 dat aan haar door de verkoper van de woning in rekening is gebracht. [eiseres] betoogt dat dit extra kosten zijn omdat de verkoper bij de tweede levering niet aanwezig kon zijn. SNS voert hiertegen aan dat de in verband met deze post overgelegde declaratie van de notaris van 24 juni 2008 niet ziet op de kosten van het opstellen van een volmacht ten behoeve van de levering op een later moment dan 1 juli 2008. De rechtbank volgt SNS in dit verweer. De desbetreffende declaratie vermeldt immers dat het gaat om een volmacht ten behoeve van het vestigen van een hypotheekrecht met als aktedatum 24 juni 2008.
4.15. [eiseres] vordert voorts EUR 200,-- in verband met twee opgenomen verlofdagen. Terecht wijst SNS erop dat [eiseres] deze vordering niet heeft onderbouwd. Het overleggen van slechts de jaaropgaaf over 2007 is daartoe onvoldoende.
4.16. Met inachtneming van het bovenstaande zal een bedrag van in totaal
EUR 17.141,-- worden toegewezen (15.080 + 971 + 1.090).
Buitengerechtelijke kosten
4.17. De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke (incasso-)kosten zal - mede gelet op de door deze rechtbank gevolgde aanbevelingen van het Rapport Voorwerk II - worden afgewezen. Uit de door [eiseres] gegeven omschrijving van de verrichte werkzaamheden blijkt niet dat kosten zijn gemaakt die betrekking hebben op verrichtingen die meer omvatten dan een enkele (eventueel herhaalde) aanmaning, het enkel doen van een (niet aanvaard) schikkingsvoorstel, het inwinnen van eenvoudige inlichtingen of het op gebruikelijke wijze samenstellen van het dossier. De kosten waarvan [eiseres] vergoeding vordert, moeten dan ook worden aangemerkt als betrekking hebbend op verrichtingen waarvoor de proceskostenveroordeling wordt geacht een vergoeding in te sluiten.
Wettelijke rente
4.18. [eiseres] vordert wettelijke rente met ingang van de dag van de levering van de woning (25 juli 2008). Nu dit niet door SNS is betwist zal deze vordering worden toegewezen.
Proceskosten
4.19. SNS zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten
worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [eiseres] worden begroot op:
- dagvaarding EUR 85,44
- vast recht 445,00
- salaris advocaat 1.158,00 (2,0 punten × tarief EUR 579,00)
Totaal EUR 1.688,44
4.20. De rechter, ten overstaan van wie de zitting is gehouden, heeft dit vonnis niet kunnen wijzen om organisatorische redenen.
5. De beslissing
De rechtbank
5.1. veroordeelt SNS om aan [eiseres] te betalen een bedrag van EUR 17.141,00 (zeventienduizendéénhonderdéénenveertig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente over het toegewezen bedrag met ingang van 25 juli 2008 tot de dag van volledige betaling,
5.2. veroordeelt SNS in de proceskosten, aan de zijde van [eiseres] tot op heden begroot op EUR 1.688,44,
5.3. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.4. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.K.J. van den Boom en in het openbaar uitgesproken op 16 december 2009.?