ECLI:NL:RBUTR:2009:BK5761
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van eisende partij in vordering tegen Staatsbosbeheer met betrekking tot pensioenregelingen
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Utrecht op 18 november 2009 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiseres] en Staatsbosbeheer. [Eiseres] had een vordering ingesteld tegen Staatsbosbeheer, waarin zij stelde dat zij onterecht geen aanspraak kon maken op de garantieregeling FPU. De kantonrechter oordeelde dat de vordering van [eiseres] niet-ontvankelijk was, omdat deze geen betrekking had op een vut-overeenkomst zoals bedoeld in de Wet kaderregeling vut-overheidspersoneel. De kantonrechter stelde vast dat de brief van Staatsbosbeheer van 4 maart 2009, waarin werd geweigerd om schadevergoeding toe te kennen, diende te worden aangemerkt als een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan. [Eiseres] had tegen deze beslissing bezwaar kunnen maken, maar had dit nagelaten. Hierdoor was de burgerlijke rechter niet bevoegd om van de vordering kennis te nemen, aangezien de inlichtingen die [eiseres] had gevraagd samenhingen met het besluit van Staatsbosbeheer, dat een onzelfstandig karakter droeg ten opzichte van het besluit. De kantonrechter heeft [eiseres] alsnog de gelegenheid gegeven om een bezwaarschrift in te dienen bij Staatsbosbeheer, maar verklaarde haar vordering niet-ontvankelijk. Tevens werd [eiseres] veroordeeld in de proceskosten, die op € 800 werden begroot. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.