ECLI:NL:RBUTR:2009:BK4701
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in beroving onder bedreiging van vuurwapen
In de strafzaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van beroving onder bedreiging van een vuurwapen, heeft de rechtbank Utrecht op 20 juli 2009 uitspraak gedaan. De zaak kwam voort uit een incident op 24 februari 2008, waarbij de aangeefster verklaarde dat zij onder bedreiging van een vuurwapen door een man werd gedwongen tot de afgifte van geld. De verdachte werd naar voren geschoven op basis van een weinig onderscheidend signalement en een fotoconfrontatie. Tijdens de eerste fotoconfrontatie op 11 maart 2008 herkende de aangeefster de verdachte niet, terwijl zij bij de tweede fotoconfrontatie op 1 april 2008 enige herkenning toonde, maar niet stellig. De rechtbank oordeelde dat de uitslag van de tweede fotoconfrontatie niet als bewijs kon worden gebruikt, omdat er twijfels bestonden over de betrouwbaarheid van de herkenning.
Daarnaast werd de verklaring van een getuige, die stelde de verdachte te hebben gezien tijdens de beroving, als onvoldoende betrouwbaar beschouwd. De rechtbank concludeerde dat, hoewel de aangeefster zeker was van de beroving, er onvoldoende bewijs was om de verdachte als dader aan te wijzen. De officier van justitie had ook vrijspraak gevorderd, en de verdediging wees op de onbetrouwbaarheid van de getuigenverklaring en de onduidelijkheid van de herkenning bij de fotoconfrontatie.
Uiteindelijk sprak de rechtbank de verdachte vrij van het tenlastegelegde feit, en verklaarde de benadeelde partij niet-ontvankelijk in haar vordering tot schadevergoeding, aangezien de verdachte was vrijgesproken van de beroving. Dit vonnis werd uitgesproken door de meervoudige kamer van de rechtbank Utrecht, met mr. V. van Dam als voorzitter.