ECLI:NL:RBUTR:2009:BK4279
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.J. Grapperhaus
- J.R. Krol
- J. Schukking
- Rechtspraak.nl
Vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel na veroordeling voor hennepteelt en witwassen
In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 24 november 2009 uitspraak gedaan in een ontnemingsvordering tegen een verdachte die eerder door het gerechtshof was veroordeeld voor het aanwezig hebben van hennepplantages en witwassen. De rechtbank heeft vastgesteld dat het wederrechtelijk verkregen voordeel van de verdachte € 980.831,21 bedraagt. De vordering van de officier van justitie was aanvankelijk hoger, maar is verminderd na aanvullende informatie over de berekening van het voordeel. De rechtbank heeft de bewijsvoering gebaseerd op verschillende processen-verbaal die de opbrengsten van de hennepteelt en de kosten daarvan in kaart hebben gebracht. De verdachte heeft verweer gevoerd tegen de hoogte van de berekeningen, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat de gegevens die door de officier van justitie zijn aangeleverd voldoende betrouwbaar zijn. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie voor het overige afgewezen, wat betekent dat de verdachte verplicht is het vastgestelde bedrag aan de staat te betalen. De uitspraak is gedaan in het kader van de strafrechtelijke procedure en betreft de ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel, waarbij de rechtbank ook rekening heeft gehouden met de legale inkomsten van de verdachte.