Vervolgens worden de vechtenden gescheiden door de baas van café Victoria [naam]) en een van de beveiligers. Een Pool blijft even, buiten bewustzijn, liggen. Wanneer hij weer overeind komt is zijn hoofd fors bebloed.
De café-eigenaar en de portier dirigeren de vier Polen naar de kant van de Singel, terwijl de groep Woerdenaren terug gaat naar het terras en de stoep voor café Victoria. De Poolse groep maakt de indruk wraak te willen nemen.
Één van de Polen, [slachtoffer 1], loopt het water van de Singel in en wordt daar door zijn vrienden weer uit geholpen. Als gevolg van dit te water raken is een groot deel van het bloed dat de getuigen op [slachtoffer 1] hoofd zagen, afgespoeld.
Na dit incident lijken de Polen iets gekalmeerd en lopen ze richting Oostdam om daar linksaf te slaan naar het centrum. Een inmiddels gearriveerde politieauto rijdt mee.
Intussen loopt [medeverdachte 2] alleen vanaf de Utrechtsestraatweg in de richting van het centrum van Woerden. Onderweg heeft hij telefonisch contact met [medeverdachte 4] die zich op dat moment nog bij café Marketier in Woerden bevindt, in gezelschap van [medeverdachte 6]. Afgesproken wordt dat zij [medeverdachte 2] zullen ontmoeten bij snackbar Friendly’s, net om de hoek van de Voorstraat.
De groep Woerdenaren die ondertussen aan de linkerzijde van de Oostdam in de richting van het centrum loopt, bestaat onder meer uit [medeverdachte 1], [medeverdachte 5], [betrokkene 2] en daarachter [medeverdachte 3], [verdachte], [betrokkene 5] en [betrokkene 4]. Halverwege keert
[betrokkene 5] terug naar café Victoria.
Op dat moment loopt aan de overkant van de Oostdam de groep van vier Poolse mannen , daartussen rijdt een politieauto.
Op weg naar het centrum belt [medeverdachte 5] naar [medeverdachte 2] om te zeggen dat de Poolse mannen zijn, Versluis’, richting op komen.
Nog voordat de Poolse mannen de Voorstraat bereiken ontmoeten [medeverdachte 2] en
[medeverdachte 4] en [medeverdachte 6] elkaar op de hoek van de Voorstraat met de Oostdam.
De politieauto rijdt vervolgens weg.
Daarna ontstaat er wederom een confrontatie tussen de Woerdense groep en de Poolse mannen.
Hoewel er sterke aanwijzingen in het dossier te vinden zijn dat de Woerdense groep op dat moment uit is op een nadere vechtpartij met de Poolse mannen, en dat er telefonisch contact is tussen de groep van [medeverdachte 2], [medeverdachte 4] en [medeverdachte 6] met de andere groep, is niet vast komen te staan dat er sprake is van een concreet en strategisch “plan van aanval”.
Volgens direct betrokkene [medeverdachte 2] wordt er vanuit de Poolse mannen gescholden in de richting van de Woerdense groep en lopen hij, [medeverdachte 4] en [medeverdachte 6] naar de Polen toe, waarop de kale Poolse man zich uitdagend gedraagt. De Polen rennen de Voorstraat in en worden, eveneens rennend, gevolgd door [medeverdachte 2], [medeverdachte 4] en [medeverdachte 6] , direct gevolgd door in ieder geval [medeverdachte 1], [medeverdachte 5] en [betrokkene 2].