ECLI:NL:RBUTR:2009:BK3882
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Veroordeling voor uitkeringsfraude door opzettelijk nalaten van gegevensverstrekking
Op 30 oktober 2009 heeft de Rechtbank Utrecht uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van uitkeringsfraude. De rechtbank oordeelde dat de verdachte opzettelijk heeft nagelaten tijdig de benodigde gegevens te verstrekken aan de gemeente, terwijl deze gegevens van belang waren voor de vaststelling van haar recht op uitkering. De feiten vonden plaats in de periode van 18 oktober 2002 tot en met 30 mei 2007, waarin de verdachte een uitkering ontving op basis van de Algemene Bijstandswet en later de Wet Werk en Bijstand. Gedurende deze periode heeft de verdachte niet gemeld dat zij samenwoonde met een medeverdachte, wat in strijd was met de wettelijke verplichtingen die aan haar uitkering verbonden waren.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte gedurende de ten laste gelegde periode samenwoonde met de medeverdachte, ondanks dat zij dit ontkende. De rechtbank heeft verschillende bewijsmiddelen in overweging genomen, waaronder verklaringen van de wijkagent en buurtbewoners, die bevestigden dat de medeverdachte regelmatig in de woning van de verdachte verbleef. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan valsheid in geschrift en dat zij opzettelijk geen melding had gemaakt van haar gewijzigde persoonlijke omstandigheden, wat leidde tot onterecht ontvangen uitkeringen.
De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 maanden en een voorwaardelijke werkstraf van 150 uren, beide met een proeftijd van 2 jaar. De rechtbank hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder haar fysieke beperkingen, en legde de straffen op om te voorkomen dat zij in de toekomst opnieuw strafbare feiten zou plegen. De uitspraak benadrukt het belang van het melden van relevante wijzigingen in persoonlijke omstandigheden voor het behoud van integriteit binnen het sociale zekerheidsstelsel.