ECLI:NL:RBUTR:2009:BK3305
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot schadevergoeding na medische fout met betrekking tot operatieve ingreep
In deze zaak vorderde eiser, een meubelmaker, schadevergoeding van het Diakonessenhuis naar aanleiding van een medische fout die op 11 mei 2004 had plaatsgevonden. Bij eiser was een verkeerde operatieve ingreep verricht, waarbij in plaats van de noodzakelijke operatie aan de strekpees van de linkerduim, een operatie voor het carpaal tunnelsyndroom (CTS) was uitgevoerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat het Diakonessenhuis aansprakelijkheid erkende voor de schade die voortvloeide uit deze onjuiste ingreep. Eiser vorderde een maandelijkse schadevergoeding van € 750,00 wegens verlies aan verdiencapaciteit, € 10.000,00 aan immateriële schadevergoeding en € 15.000,00 aan huishoudelijke kosten, te vermeerderen met wettelijke rente. Tijdens de procedure heeft eiser zijn eis verminderd met € 5.000,00, waarbij hij deze vermindering primair toerekende aan de post verliesverdienvermogen.
De rechtbank oordeelde dat eiser onvoldoende onderbouwing had gegeven voor zijn vordering tot schadevergoeding wegens verlies aan verdiencapaciteit. De rechtbank concludeerde dat er geen medische stukken waren die de stelling van eiser konden onderbouwen dat hij door de medische fout volledig arbeidsongeschikt was. De rechtbank wees ook de vordering voor huishoudelijke hulp af, omdat eiser niet voldoende had aangetoond dat hij als gevolg van de medische fout niet meer in staat was om huishoudelijke taken uit te voeren. Wel erkende de rechtbank dat eiser recht had op immateriële schadevergoeding, maar deze zou niet hoger zijn dan het reeds betaalde voorschot van € 13.000,00. Uiteindelijk wees de rechtbank alle vorderingen van eiser af en veroordeelde hem in de proceskosten van het Diakonessenhuis, die op € 5.254,00 werden begroot.