ECLI:NL:RBUTR:2009:BK3265
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontbreken ouderschapsplan in verstekzaak
In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 11 november 2009 uitspraak gedaan in een echtscheidingsprocedure tussen een vrouw en een man, die met elkaar gehuwd waren in Marokko. De vrouw heeft een verzoekschrift tot echtscheiding ingediend, waarbij zij tevens nevenvoorzieningen heeft verzocht. De man heeft geen verweer gevoerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat het huwelijk duurzaam ontwricht is en dat de minderjarige kinderen van partijen, geboren in Marokko, onder de Nederlandse rechtsmacht vallen op basis van de Verordening EG nr. 2201/2003 (Brussel IIbis). De vrouw heeft verzocht om toepassing van Nederlands recht, wat door de man niet is weersproken.
Een belangrijk aspect van de procedure was het ontbreken van een ouderschapsplan, dat volgens artikel 815 lid 2 sub a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering vereist is voor een echtscheidingsverzoek. De vrouw heeft aangegeven dat partijen niet in staat zijn om te communiceren over de inhoud van een ouderschapsplan. De rechtbank heeft daarom een mondelinge behandeling bepaald om partijen te bevragen over de mogelijkheden om afspraken te maken over de kinderen. Tijdens de procedure is gebleken dat er sprake was van huiselijk geweld, wat de communicatie tussen partijen verder bemoeilijkte.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat, gezien de gespannen relatie tussen partijen, van hen redelijkerwijs niet verwacht kan worden dat zij alsnog een ouderschapsplan kunnen overleggen. Daarom heeft de rechtbank besloten om, in het belang van de kinderen, zelf een ouderschapsregeling vast te stellen. De rechtbank heeft de vrouw in haar verzoek ontvangen en de echtscheiding tussen partijen uitgesproken. Tevens is bepaald dat de minderjarige kinderen hun hoofdverblijfplaats bij de vrouw zullen hebben en dat zij de huurster van de echtelijke woning zal zijn. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad.