ECLI:NL:RBUTR:2009:BK2849
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- P.M.E. Bernini
- N.E.M. Kranenbroek
- W.P.H. Pronk
- Rechtspraak.nl
Feitelijke aanranding van de eerbaarheid met gevangenisstraf en werkstraf opgelegd
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Utrecht op 10 november 2009, is de verdachte veroordeeld voor feitelijke aanranding van de eerbaarheid. De zaak werd inhoudelijk behandeld op de terechtzitting van 27 oktober 2009, waar de officier van justitie en de verdediging hun standpunten naar voren brachten. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, geboren in 1938, op 19 november 2008 in [woonplaats] het slachtoffer, een 17-jarig meisje, heeft aangerand door haar aan te raken en bovenop haar te gaan liggen. De rechtbank achtte de verklaringen van het slachtoffer en de bekennende verklaring van de verdachte overtuigend en concludeerde dat het feit wettig en overtuigend bewezen was.
De rechtbank hield rekening met het feit dat de verdachte nooit eerder met justitie in aanraking was gekomen. De officier van justitie had een gevangenisstraf van drie maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar en een werkstraf van 70 uren geëist. De verdediging steunde deze eis. De rechtbank oordeelde dat de opgelegde straf recht deed aan de ernst van het feit en de persoon van de verdachte. De rechtbank legde ook een schadevergoeding op aan de benadeelde partij, het slachtoffer, ter hoogte van € 359,00, waarvan € 35,52 voor materiële schade en € 324,00 voor immateriële schade.
De rechtbank benadrukte de ernst van de schending van de lichamelijke integriteit van het slachtoffer en de langdurige gevolgen die dit voor haar kan hebben. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie maanden, voorwaardelijk, en een werkstraf van 70 uren, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis indien hij de werkstraf niet naar behoren verricht. Dit vonnis is uitgesproken door de rechters P.M.E. Bernini, N.E.M. Kranenbroek en W.P.H. Pronk.