ECLI:NL:RBUTR:2009:BK2694
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- A. Kuijer
- Z.J. Oosting
- I. Bruna
- Rechtspraak.nl
Beslissing over kennisneming van geluidsopnamen in strafzaak
In deze zaak heeft de rechtbank Utrecht op 30 oktober 2009 uitspraak gedaan over een bezwaarschrift van de verdachte met betrekking tot de onthouding van kennisneming van bepaalde geluidsopnamen. De verdachte, vertegenwoordigd door zijn raadsvrouw, heeft verzocht om toegang tot geluidsopnamen die als processtukken worden beschouwd. De opnamen omvatten de aangifte van de aangeefster, telefoongesprekken tussen de moeder van de aangeefster en de verdachte, en verhoren van de verdachte bij de politie. De officier van justitie heeft aangegeven dat de geluidsopnamen als processtukken moeten worden aangemerkt, maar heeft geweigerd om bepaalde opnamen aan de verdediging te verstrekken, met het argument dat de belangen van het slachtoffer zwaarder wegen dan die van de verdediging.
De rechtbank heeft in haar overwegingen het recht van de verdachte op kennisneming van processtukken gewogen tegen de belangen van de aangeefster. De rechtbank oordeelt dat de verdachte recht heeft op kennisneming van de geluidsopnamen, maar dat dit recht niet absoluut is. In dit specifieke geval heeft de rechtbank geoordeeld dat de belangen van de aangeefster, die in een kwetsbare positie verkeert, zwaarder wegen dan de belangen van de verdediging om de opnamen te ontvangen. De rechtbank heeft daarom het bezwaarschrift ongegrond verklaard met betrekking tot de geluidsopname van het verhoor van de aangeefster, maar gegrond verklaard voor de geluidsopnamen van de telefoongesprekken tussen de moeder van de aangeefster en de verdachte. De rechtbank heeft de officier van justitie opgedragen om binnen twee weken een kopie van deze laatste opnamen aan de raadsvrouw te verstrekken.