ECLI:NL:RBUTR:2009:BK1830
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Voorlopige machtiging tot uithuisplaatsing in gesloten jeugdzorg
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Utrecht op 30 oktober 2009 een voorlopige machtiging verleend voor de uithuisplaatsing van een jeugdige in een accommodatie voor gesloten jeugdzorg. Dit verzoek was ingediend door de Raad voor de Kinderbescherming, die op 29 oktober 2009 zowel telefonisch als schriftelijk om deze machtiging had verzocht. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen zijn die de ontwikkeling van de jeugdige ernstig belemmeren. De jeugdige, die lijdt aan ADHD en andere emotionele problemen, heeft eerder behandelingen ondergaan in psychiatrische instellingen en heeft te maken gehad met alcohol- en drugsverslaving.
Tijdens de zitting werd besproken dat de Raad voor de Kinderbescherming verzocht om de machtiging tot uithuisplaatsing in een Justitiële Jeugdinrichting (JJI) ten uitvoer te leggen. Echter, zowel de jeugdige als haar moeder gaven de voorkeur aan plaatsing in een gesloten jeugdzorg accommodatie, mits daar een veilige situatie voorhanden is. De kinderrechter heeft de Raad voor de Kinderbescherming niet-ontvankelijk verklaard in hun verzoek tot tenuitvoerlegging van de machtiging in een JJI, en heeft de voorlopige machtiging verleend voor de periode van 30 oktober 2009 tot 27 november 2009, afhankelijk van het indicatiebesluit.
De kinderrechter benadrukte dat de veiligheid van de jeugdige voorop staat en dat, ondanks het beleid van het Ministerie van Justitie om plaatsing in een JJI te vermijden, in dit geval de ernst van de situatie van de jeugdige een tijdelijke plaatsing in een JJI noodzakelijk maakt. De kinderrechter heeft de behandeling van het verzoek voor het overige aangehouden, en de zaak is in het openbaar uitgesproken.