ECLI:NL:RBUTR:2009:BK1573
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Wijziging zorgregeling in een echtscheidingskwestie met betrekking tot omgangsrecht
In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 21 oktober 2009 een beschikking gegeven in een echtscheidingskwestie tussen een vrouw en een man, hierna te noemen de vrouw en de vader. De vader heeft verzocht om wijziging van de eerder vastgestelde omgangsregeling, die was opgenomen in de echtscheidingsbeschikking van 9 juli 2003. De rechtbank heeft eerder op 10 april 2009 een beschikking gegeven, waarnaar verwezen wordt voor het verloop van de procedure tot die datum. De vader heeft zijn wijzigingsverzoek ingetrokken, terwijl de moeder haar verzoek heeft aangepast, omdat de vader had aangegeven af te zien van contact met hun zoon. De moeder verzocht de rechtbank nu om te bepalen dat er geen omgang zal plaatsvinden.
De rechtbank overweegt dat de ouder zonder gezag niet alleen het recht, maar ook de plicht heeft tot omgang met zijn kind. Voor de ouder met gezag geldt deze plicht zelfs nog sterker. Echter, deze plicht kan niet leiden tot een zorg- of contactregeling die in strijd is met de zwaarwegende belangen van het kind. De rechtbank constateert dat de verstandhouding tussen de ouders zo slecht is dat overleg niet mogelijk is en dat het kind mogelijk negatief wordt beïnvloed door de conflicten tussen de ouders. Gezien deze omstandigheden concludeert de rechtbank dat het contact tussen de ouders en het kind op dit moment in strijd is met de belangen van het kind.
Daarom heeft de rechtbank besloten de bestaande zorgregeling te beëindigen. De overige verzoeken van de partijen zijn afgewezen. Deze beschikking is gegeven door de kinderrechter E.A.A. van Kalveen, in aanwezigheid van griffier N.I. Ganzevoort, en is openbaar uitgesproken op 21 oktober 2009.