ECLI:NL:RBUTR:2009:BK1054

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
30 september 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
266415 / HA ZA 09-990
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • J.M. Eelkema
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot terugbetaling van lening door Creative Graphics B.V. aan eiser

In deze zaak vorderde eiser, vertegenwoordigd door mr. K. Beishuizen, van Creative Graphics B.V., vertegenwoordigd door mr. J.K.A. van Loo, de terugbetaling van een lening van € 50.000,- die in oktober 2002 was verstrekt. Eiser stelde dat deze lening was overeengekomen met een rente van 6% en dat hij recht had op het restant van de lening, vermeerderd met rente. Creative Graphics betwistte dat er sprake was van een lening en stelde dat het bedrag een investering was in de kinderserie waarvoor eiser 10% van de rechten had gekocht. De rechtbank beoordeelde de feiten en omstandigheden, waaronder e-mailcorrespondentie en jaarrekeningen, en concludeerde dat er inderdaad sprake was van een lening. De rechtbank oordeelde dat Creative Graphics het restant van de lening met rente aan eiser moest terugbetalen, en dat de vordering in reconventie van Creative Graphics werd afgewezen. De proceskosten werden toegewezen aan eiser, die in het gelijk werd gesteld.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK UTRECHT
Sector handels- en familierecht
zaaknummer / rolnummer: 266415 / HA ZA 09-990
Vonnis van 30 september 2009
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats],
eiser in conventie,
verweerder in reconventie,
advocaat: mr. K. Beishuizen,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CREATIVE GRAPHICS B.V.,
statutair gevestigd te Amsterdam, kantoorhoudende te Mijdrecht,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat: mr. J.K.A. van Loo.
Partijen zullen hierna [eiser] en Creative Graphics genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
• het tussenvonnis van 1 juli 2009
• het proces-verbaal van comparitie van 14 augustus 2009.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. Dhr. [X] (hierna: [X]) is statutair directeur van Creative Graphics. Hij was bevriend met [eiser], die hem adviseerde met betrekking tot de financiële kant van zijn onderneming.
2.2. In oktober 2002 hebben [eiser] en [X] afspraken gemaakt. Er is een door hen beiden ondertekend stuk d.d. 31 oktober 2002 waarin staat:
“Beste [eiser], (dat is [eiser], rechtbank) Bij deze komen wij overéén zoals besproken dat jij na betaling van 50.000, - euro (vijftigduizend euro), eigenaar bent van 10% van alle rechten wereldwijd van onze kinderserie Honk, Toot and Swo-swoosh (Pep, Toet en Vroep-vroep).”
2.3. [eiser] heeft op 31 oktober 2002 € 50.000, - overgemaakt op de bankrekening van Creative Graphics.
2.4. Bij notariële akte van 9 december 2003 zijn aan [eiser] vier aandelen in het kapitaal van Animation Rights B.V. geleverd. In deze vennootschap zijn de auteursrechten van de onder 2.2 vermelde kinderserie ondergebracht.
2.5. In 2006 heeft [eiser] [X] aangesproken op terugbetaling van het bedrag van € 50.000, - met rente, waarbij hij zich op het standpunt stelde dat dit een lening was. [X] heeft vervolgens betalingen verricht aan [eiser], in totaal tot een bedrag van
€ 34.500, -.
3. Het geschil
in conventie
3.1. [eiser] vordert samengevat - veroordeling van Creative Graphics tot betaling van het restant van de lening inclusief rente berekend tot 1 februari 2009 op € 35.619, -, vermeerderd met rente en kosten.
3.2. Creative Graphics voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in reconventie
3.3. Creative Graphics vordert samengevat - veroordeling van [eiser] tot betaling van € 34.500, - op grond van onverschuldigde betaling, vermeerderd met rente en kosten.
3.4. [eiser] voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
in conventie
4.1. [eiser] stelt dat partijen in oktober 2002 een lening van € 50.000, - zijn overeengekomen met een rente van 6%. Het geld was weliswaar bestemd voor een bepaald project, maar was geen investering van hem daarin. Omdat er geen enkele zekerheid bestond voor de terugbetaling van de lening is aanvullend afgesproken dat [eiser] als bonus 10% van de auteursrechten zou ontvangen door toekenning van 10% van de aandelen in de vennootschap waarin de rechten zouden worden ondergebracht. Dit is in 2003 ook gebeurd.
Volgens [eiser] was de verwachting dat op korte termijn de lening terugbetaald kon worden, omdat het project inkomsten zou gaan opleveren. Dit bleek niet het geval, zodat hij in 2006 met [X] overleg heeft gepleegd over een aflossingsschema. Afgesproken is toen dat € 1.500, - per maand betaald zou worden aan rente en aflossing. Het aflossen ging moeizaam, waarna [eiser] aanspraak heeft gemaakt op integrale aflossing wat Creative Graphics heeft geweigerd. Daarom vordert [eiser] nu het restant van het geleende bedrag met rente.
4.2. Creative Graphics betwist dat partijen in oktober 2002 een lening zijn overeen-gekomen. Zij stelt dat het bedrag van € 50.000, - een investering was van [eiser] in de kinderserie. Volgens Creative Graphics kocht [eiser] met het bedrag 10% van de rechten van deze serie waarbij werd afgesproken dat de rechten in een aparte vennootschap zouden worden ondergebracht. Dit is ook gebeurd en aan [eiser] zijn toen 10% van de aandelen in deze vennootschap geleverd. In 2006 ontstond er discussie tussen partijen over de investering, omdat er nauwelijks inkomsten uit voortkwamen. Geheel onverplicht is [X] namens Creative Graphics maandelijks [eiser] € 1.500, - gaan betalen, maar alleen als dat echt gemist kon worden. Toen [eiser] [X] in 2008 aansprak op de onregelmatige betalingen en er weer discussie tussen partijen ontstond is door Creative Graphics besloten te stoppen met de betalingen.
4.3. Ter onderbouwing van zijn standpunt dat er sprake is van een lening heeft [eiser] de volgende feiten en omstandigheden aangevoerd:
a. In e-mailcorrespondentie tussen [eiser] en [X] heeft [X] herhaaldelijk erkend dat er sprake is van een lening. Zo staat er in een e-mailbericht van hem aan [eiser] d.d. 17 mei 2006: “Zoals beloofd zou ik jou een voorstel sturen voor de aflossing en terugbetaling van lening en de rente. (…) Ik wil voorstellen per jaar 18.000, - euro proberen te gaan terugbetalen op de lening en de uitstaande rente zoals die in de boeken staan. Dit houdt in dat we in principe 1.500, - euro per maand willen gaan betalen wanneer de liquiditeit het toestaat. (…)”.
b. In de jaarrekeningen van Creative Graphics is het bedrag van € 50.000, - opgenomen als een geldlening waarbij ook het rentepercentage van 6% is vermeld.
c. Uit het feit dat de aandelenoverdracht pas een jaar later heeft plaats gevonden blijkt dat het geldbedrag geen investering was. Bovendien waren de aandelen geen € 50.000, - waard.
4.4. Ter onderbouwing van haar standpunt dat er geen sprake is van een lening, maar een investering, heeft Creative Graphics de volgende feiten en omstandigheden aangevoerd:
a. Uit de schriftelijke overeenkomst d.d. 31 oktober 2002 blijkt dat het bedrag van € 50.000, - de koopsom was voor 10% van de rechten van de kinderserie.
b. Dit volgt ook uit de akte van de aandelenlevering, nu daarin is opgenomen dat de koopprijs al is voldaan en dat daarvoor kwijting wordt verleend.
c. Er is geen schriftelijke overeenkomst van geldlening.
Voor het spreken over een lening in correspondentie heeft [X] tijdens de comparitie als verklaring gegeven dat als de ander dat woord steeds gebruikt je zoiets gaat overnemen. Voor het opnemen van het bedrag als lening in de jaarrekeningen is als verklaring gegeven dat dit zo is gedaan omdat het voor de oprichting van Animation Rights B.V. lastig was als investering op te nemen omdat [eiser] geen aandeelhouder was en daarna is dit zo gebleven omdat er anders belasting over betaald had moeten worden.
4.5. De vraag of er sprake is van een lening of niet kan naar het oordeel van de rechtbank niet op grond van de tekst van het schriftelijke stuk d.d. 31 oktober 2002 (zie 2.2) beantwoord worden. De bewoordingen sluiten namelijk niet uit dat het bedrag van
€ 50.000, - eerst als lening werd verstrekt waarna als bonus 10% van de rechten werd verkregen, zoals [eiser] stelt. Wel is het zo dat als er sprake zou zijn van een lening en een bonus het vreemd is dat de afspraak over de lening niet op schrift is gezet en de afspraak over de bonus wel. Daarom wijst het bestaan van dit stuk en het ontbreken van een ander stuk waarin de lening is opgenomen eerder op de juistheid van het standpunt van Creative Graphics.
4.6. Namens Creative Graphics heeft [X] echter in 2006 een voorstel voor een aflossingsschema gedaan, waarbij hij nadrukkelijk meer dan eens schrijft over het aflossen van de lening met rente (zie onder 4.3). Vervolgens heeft hij daadwerkelijk circa twee jaar betalingen verricht. Deze omstandigheden wijzen zozeer op de juistheid van het standpunt van [eiser] dat de rechtbank als vaststaand aanneemt dat er inderdaad sprake is van een lening.
4.7. Dit betekent dat Creative Graphics het restant van de lening met rente aan [eiser] moet terugbetalen. Aangezien bij de lening geen tijd voor nakoming was bepaald kan op grond van artikel 6: 38 BW terstond nakoming worden gevorderd. Dat [eiser] naderhand afbetaling in termijnen heeft geaccepteerd maakt dit niet anders. Het aflossingsschema was ofwel onvoldoende bepaald, nu Creative Graphics zelf per maand bepaalde of ze het maandbedrag missen kon, ofwel is niet correct nagekomen, nu Creative Graphics niet elke maand betaalde.
4.8. Creative Graphics heeft niet betwist dat het restant van de lening met rente berekend tot 1 februari 2009
€ 35.619, - is. Daarom zal dit bedrag in conventie worden toegewezen, te vermeerderen met 6% rente (per jaar) vanaf 1 februari 2009.
4.9. Creative Graphics zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [eiser] worden begroot op:
- dagvaarding EUR 85,97
- vast recht 795,00
- salaris advocaat 1.158,00 (2,0 punten × tarief EUR 579,00)
Totaal EUR 2.038,97
in reconventie
4.10. De vordering van Creative Graphics ziet op terugbetaling van het bedrag dat aan [eiser] is betaald, omdat deze betalingen volgens haar onverschuldigd waren. Nu in conventie als vaststaand is aangenomen dat er sprake was van een lening zijn de betalingen door Creative Graphics aan [eiser] niet onverschuldigd geweest. Daarom wordt de vordering in reconventie afgewezen.
4.11. Creative Graphics zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [eiser] worden begroot op:
- salaris advocaat EUR 289,50 (1,0 punt × factor 0,5 × tarief EUR 579,00)
Totaal EUR 289,50
5. De beslissing
De rechtbank
in conventie
5.1. veroordeelt Creative Graphics om aan [eiser] te betalen een bedrag van EUR 35.619,00 (vijfendertig duizendzeshonderdnegentien euro), vermeerderd met de contractuele rente van 6% per jaar over het toegewezen bedrag vanaf 1 februari 2009 tot de dag van volledige betaling,
5.2. veroordeelt Creative Graphics in de proceskosten, aan de zijde van [eiser] tot op heden begroot op EUR 2.038,97,
5.3. verklaart dit vonnis in conventie uitvoerbaar bij voorraad,
in reconventie
5.4. wijst de vorderingen af,
5.5. veroordeelt Creative Graphics in de proceskosten, aan de zijde van [eiser] tot op heden begroot op EUR 289,50.
Dit vonnis is gewezen door mr J.M. Eelkema en in het openbaar uitgesproken op 30 september 2009.
JE