ECLI:NL:RBUTR:2009:BJ9629

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
2 oktober 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
274786 / FA RK 09-5791
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de wettelijke termijn voor afstand van de gemeenschap na overlijden echtgenoot

In deze zaak heeft de vrouw, verzoekster, een verlenging aangevraagd van de wettelijke termijn waarin zij afstand kan doen van de huwelijksgemeenschap met haar overleden echtgenoot. De man is op 4 juli 2009 overleden, en de vrouw heeft de nalatenschap beneficiair aanvaard. De vrouw heeft aangegeven dat er onduidelijkheid bestaat over de herkomst van de aanwezige schulden en haar eigen aansprakelijkheid hiervoor tijdens het huwelijk. De huidige termijn voor het doen van afstand van de gemeenschap loopt af op 4 oktober 2009, en de vrouw verzoekt om een verlenging van drie maanden om zich te beraden op haar beslissing.

De rechtbank heeft de zaak behandeld op 1 oktober 2009, waarbij de belanghebbenden, de zoon en dochter van de man uit een eerder huwelijk, hebben verklaard in te stemmen met het verzoek tot verlenging. De rechtbank oordeelt dat het voldoende is gebleken dat de vrouw belang heeft bij de verlenging van de termijn, zodat zij nader onderzoek kan doen naar de schulden en kan overwegen of zij afstand wil doen van de gemeenschap van goederen.

De rechtbank heeft het verzoek toegewezen en de termijn verlengd tot 4 januari 2010. Tevens is bepaald dat de beschikking zal worden ingeschreven in het huwelijksgoederenregister, zodat schuldeisers op de hoogte zijn van de verlenging van de termijn. Deze beschikking is gegeven door rechter mr. E.A.A. van Kalveen en is openbaar uitgesproken op 2 oktober 2009.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK UTRECHT
Sector handels- en familierecht
zaaknummer / rekestnummer: 274786 / FA RK 09-5791
verlenging termijn afstand gemeenschap van goederen
Beschikking van 2 oktober 2009
in de zaak van
[de vrouw],
wonende te [woonplaats],
verzoekster, tevens nader te noemen de vrouw,
advocaat mr. E.A.T.M. Steverink
betreffende de nalatenschap van:
[de man],
nader te noemen de man,
met als belanghebbenden:
[de zoon],
wonende te [woonplaats],
en
[de dochter],
wonende te [woonplaats].
1. Verloop van de procedure
De vrouw heeft ter griffie van deze rechtbank een verzoekschrift met bijlagen ingediend. Daarbij heeft de vrouw de rechtbank verzocht om een verlenging van de termijn waarin zij afstand kan doen van de huwelijksgemeenschap, waarin zij met de heer [de man] was gehuwd.
De zaak is behandeld ter terechtzitting met gesloten deuren van 1 oktober 2009.
2. Vaststaande feiten
- De man en de vrouw zijn op 22 juni 2004 te [woonplaats] in gemeenschap van goederen met elkaar gehuwd.
- De man is overleden op 4 juli 2009 te [woonplaats].
- De vrouw heeft gesteld dat er in de nalatenschap van de man drie erfgenamen zijn, te weten:
- de vrouw,
- de zoon van de man, de heer [de zoon], wonende te [woonplaats],
- de dochter van de man, [de dochter], wonende te [woonplaats].
- Blijkens de overgelegde akte van de nalatenschap van de man is de nalatenschap beneficiair aanvaard.
3. Beoordeling van het verzochte
De vrouw heeft een verlenging verzocht van de wettelijke termijn waarin zij afstand kan doen van de huwelijksgemeenschap waarin zij met de man was gehuwd. Zij verzoekt drie maanden te verlengen.
Ter onderbouwing van haar verzoek heeft zij gesteld dat de man op 4 juli 2009 is overleden en dat het saldo van zijn nalatenschap zeer waarschijnlijk negatief is. De erfgenamen – waaronder de vrouw – hebben de nalatenschap van de erflater beneficiair aanvaard.
De vrouw overweegt om afstand te doen van de huwelijksgoederengemeenschap. Er bestaat thans echter nog onduidelijkheid over de herkomst van de aanwezige schulden en over de vraag in hoeverre de vrouw tijdens huwelijk ook zelf aansprakelijk was voor schulden. Daarom verzoekt zij een verlenging van de wettelijke termijn van drie maanden om zich te beraden op het al dan niet indienen van een verzoek tot afstand. De huidige termijn loopt af op 4 oktober 2009.
De heer [naam] heeft ter zitting verklaard dat hij navraag heeft gedaan bij het Centraal Testamentenregister en dat hem medegedeeld is dat er geen testament bekend is, zodat aangenomen mag worden dat de man nimmer een testament heeft gemaakt.
De belanghebbenden zijn de hiervoor genoemde zoon en dochter uit een eerder huwelijk van de man. Zij hebben ter zitting verklaard in te stemmen met het verzoek tot verlenging van de termijn.
De rechtbank is van oordeel op basis van de verklaringen van de betrokkenen ter zitting het voldoende gebleken is dat de vrouw belang heeft bij een verlenging van de termijn om nader onderzoek te doen omtrent de diverse schulden en zich te beraden op een eventuele afstand van de gemeenschap van goederen. Het verzoek tot verlenging van de termijn is gebaseerd op de wet (artikel 1:106 Burgerlijk Wetboek). Het verzoek zal daarom worden toegewezen voor een periode van drie maanden.
Teneinde duidelijkheid te bieden aan schuldeisers, zal de rechtbank de onderhavige beschikking in laten schrijven in het huwelijksgoederenregister, zodat zij kennis zouden kunnen nemen van de onderhavige termijnverlenging.
4. Beslissing
De rechtbank verlengt de wettelijke termijn, waarin de vrouw afstand zou kunnen doen van de huwelijksgoederengemeenschap, welke huwelijksgoederengemeenschap tussen haar en de man tijdens huwelijk bestond en welke door zijn overlijden van rechtswege is ontbonden; de termijn wordt verlengd tot 4 januari 2010;
bepaalt dat de griffier deze beschikking per omgaande zal inschrijven in het huwelijksgoederenregister ter griffie van deze rechtbank.
Deze beschikking is gegeven door mr. E.A.A. van Kalveen, rechter, in tegenwoordigheid van mr. J.A. Bultena, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 2 oktober 2009.?