ECLI:NL:RBUTR:2009:BJ9584
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid voor schade door mishandeling en studievertraging
In deze zaak vorderde eiser, een student, schadevergoeding van gedaagde wegens mishandeling op 4 juni 2006, die volgens eiser leidde tot studievertraging en immateriële schade. De rechtbank Utrecht oordeelde dat gedaagde eiser op die datum in een café mishandelde, wat resulteerde in een kneuzing van het aangezicht. Eiser stelde dat deze mishandeling hem verhinderde om zijn schoolprestaties te verbeteren, waardoor hij niet overging naar 5 havo. De rechtbank onderzocht of er een causaal verband bestond tussen de mishandeling en de studievertraging. De rechtbank concludeerde dat eiser al voor de mishandeling zwakke schoolresultaten had en dat de mishandeling niet de directe oorzaak was van het blijven zitten. De omkeringsregel, die in sommige gevallen kan worden toegepast, was hier niet van toepassing omdat de norm van artikel 300 Sr niet strekte tot bescherming tegen studievertraging. Eiser vorderde ook smartengeld, maar de rechtbank oordeelde dat de immateriële schade niet voldoende was onderbouwd, behalve voor de pijn en het ongemak direct na de mishandeling. Uiteindelijk werd gedaagde veroordeeld tot betaling van EUR 400,-- als smartengeld, maar de vorderingen voor studievertraging en bijkomende kosten werden afgewezen. De proceskosten werden aan gedaagde opgelegd, en het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.