ECLI:NL:RBUTR:2009:BJ7897
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwikkeling van een samenlevingsovereenkomst met betrekking tot huurrecht en kinderalimentatie
In deze zaak heeft de vrouw een verzoekschrift ingediend bij de sector kanton van de Rechtbank Utrecht, waarin zij verzoekt om medehuurderschap van de woning, vaststelling van de gemeenschappelijke eigendommen en een bijdrage voor de kinderen van € 500 per kind per maand. De sector kanton heeft de zaak op 4 augustus 2009 verwezen naar de sector handels- en familierecht. De rechtbank heeft in een tussenbeschikking van 16 september 2009 bepaald dat de vrouw het verzoekschrift aan de man moet laten betekenen, met een verweertermijn van ten minste zes weken. De rechtbank heeft ook aangegeven dat de vrouw de benodigde bescheiden voor de alimentatieprocedure moet overleggen.
De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat de mogelijkheid om diverse verzoeken in één procedure aan de rechter voor te leggen, zoals beschreven in artikel 827 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, alleen van toepassing is op echtscheidingen en niet op samenlevingsverbanden. Dit betekent dat de verzoeken afzonderlijk behandeld moeten worden. Voor de verzoeken met betrekking tot huurrecht is in beginsel de sector kanton bevoegd, maar omdat de sector kanton de zaak heeft verwezen, zal de sector handels- en familierecht ook deze verzoeken in behandeling nemen.
De rechtbank heeft verder geconcludeerd dat de vrouw de benodigde documenten voor de alimentatieprocedure nog moet overleggen. De beslissing over de verdere procedure wordt aangehouden totdat de man de gelegenheid heeft gehad om verweer te voeren en de vrouw de ontbrekende bescheiden heeft ingediend. De rechtbank heeft benadrukt dat het verzoekschrift als geheel betekend moet worden, omdat dit meer zekerheid biedt dan de oproeping in een verzoekschriftprocedure.