ECLI:NL:RBUTR:2009:BJ7068
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen exequatur en bewijslevering in civiele procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 2 september 2009 uitspraak gedaan in een verzetprocedure tegen een exequatur. Verzoekster, vertegenwoordigd door advocaat mr. K.F.J. Machielsen, heeft verzet aangetekend tegen de uitvoerbaarverklaring van een beslissing van het Landgericht Stralsund in Duitsland. De verweerster, SAILING CHARTER THALASSA B.V., vertegenwoordigd door advocaat mr. M. van Sintmaartensdijk, heeft de rechtbank verzocht om de uitvoerbaarverklaring te handhaven.
De rechtbank heeft in haar beoordeling de eerdere beschikkingen van 12 november 2008 en 4 februari 2009 in acht genomen. Verzoekster heeft geprobeerd tegenbewijs te leveren tegen het dwingende bewijs dat voortvloeit uit de door verweerster overgelegde betekeningsstukken. Tijdens het getuigenverhoor op 26 juni 2009 heeft verzoekster verklaard dat zij op de relevante data op vakantie was en dat niemand anders in haar huis verbleef. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat deze verklaring onvoldoende is om het dwingende bewijs van de deurwaarder te ontkrachten.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de deurwaarder het inleidende stuk van de Duitse procedure op het adres van verzoekster heeft aangeboden, maar dat de inontvangstname van de betekeningsstukken is geweigerd. Gezien het gebrek aan ondersteunend bewijs van verzoekster, heeft de rechtbank het verzoek tot intrekking van de uitvoerbaarverklaring afgewezen. Verzoekster is als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op EUR 1.158,00. De beschikking is openbaar uitgesproken door mr. J.W. Wagenaar.