ECLI:NL:RBUTR:2009:BJ6518

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
31 augustus 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
616914 AE VERZ 09-104 RitV
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming deskundige voor voorlopig deskundigenonderzoek luchtkwaliteit in Amersfoortse school

In deze zaak heeft de verzoekster, een leerkracht van basisschool 'De Gondelier' in Amersfoort, de kantonrechter verzocht om een voorlopig deskundigenonderzoek naar de luchtkwaliteit in haar klaslokaal. De verzoekster heeft een aantal specifieke vragen geformuleerd die door de deskundige beantwoord moeten worden, waaronder metingen van CO2-niveaus en fijnstof in het klaslokaal, alsook de ventilatiecapaciteit van de schoolgebouwen. De verwerende partij, Stichting Meerkring, heeft geen bezwaar tegen het onderzoek, maar heeft wel zorgen geuit over de onafhankelijkheid van de voorgestelde deskundige, Bureau BBA.

Tijdens de zitting op 3 april 2009 heeft de gemeente Amersfoort, als belanghebbende partij, verklaard dat er geen problemen meer zijn met de luchtkwaliteit en dat het ventilatiesysteem in orde is. De gemeente heeft aangegeven dat er geen aanleiding is voor een deskundigenonderzoek, maar de kantonrechter heeft besloten om het verzoek van de verzoekster in te willigen, met de aanpassing dat Bureau BBA niet als deskundige zal worden aangesteld. In plaats daarvan is mr. ir. J.M. van Eck benoemd als deskundige.

De kantonrechter heeft de deskundige opgedragen om de vragen van de verzoekster te beantwoorden, waarbij de vraagstelling enigszins is aangepast. De deskundige heeft aangegeven dat hij de technische vragen kan beantwoorden, maar dat voor de medische vragen een andere discipline ingeschakeld moet worden. De kosten voor het onderzoek zijn begroot op € 4.600,- voor het onderzoek in één lokaal en € 7.100,- voor uitbreiding naar het gehele schoolgebouw. De kantonrechter heeft bepaald dat de verzoekster en de Stichting Meerkring de kosten van het onderzoek gezamenlijk moeten dragen, afhankelijk van de beantwoording van de vragen.

De beschikking is gegeven door mr. drs. R. in 't Veld, kantonrechter, en is op 31 augustus 2009 in het openbaar uitgesproken. De deskundige moet binnen drie maanden na ontvangst van het voorschot zijn rapport indienen bij de rechtbank.

Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT
Sector kanton
Locatie Utrecht
zaaknummer: 616914 AE VERZ 09-104 RitV
beschikking d.d. 31 augustus 2009
inzake
[verzoekster],
wonende te [woonplaats],
verder ook te noemen [verzoekster],
verzoekende partij,
gemachtigde: mr. M.J. de Witte,
tegen:
de stichting Stichting Meerkring,
gevestigd te Amersfoort,
verder ook te noemen De Meerkring,
verwerende partij,
gemachtigde: mr. drs. H.M. Kruitwagen.
Verloop van de procedure
[verzoekster] verzoekt de kantonrechter een voorlopig deskundigenonderzoek te bevelen, uit te voeren door het bureau BBA gevestigd te Rotterdam, betreffende de luchtkwaliteit op haar werkplek, te weten een klaslokaal van de basisschool ‘De Gondelier’, gevestigd in het voorzieningencluster De Laak te Amersfoort.
[verzoekster] wil de deskundige de navolgende vragen ter beantwoording voorleggen:
“Wilt u een onderzoek verrichten en antwoord geven op de volgende vragen:
Vraag 1
Wilt u 2 weken lang aan de hand van geplaatste apparatuur de hoeveelheid pppm Co2 in het klaslokaal van verzoekster meten? Wat zijn de resultaten?
Vraag 2
Wat is daarbij de hoeveelheid verse lucht die per uur wordt aangevoerd en de hoeveelheid lucht die wordt afgevoerd?
Vraag 3
Wat is de hoeveelheid fijnstof buiten en binnen het klaslokaal?
Vraag 4
Wat zijn uw conclusies als het gaat om uw onderzoek naar de luchtkwaliteit? Zijn er maatregelen nodig om er voor te zorgen dat er sprake is van een gezond leefklimaat (voor leraren en leerlingen), en zo ja welke?”
De Meerkring heeft geen bezwaar tegen de door [verzoekster] voorgestelde vragen mits onder-staande vragen ook aan de deskundige worden voorgelegd:
Vraag 5
Kunt u voor de beide scholen die gevestigd zijn in De Laak (De Vuurvogel en De Gondelier) aangeven welke voorschriften golden met betrekking tot ventilatie ten tijde van de aanvraag van de bouwvergunning?
Vraag 6
Voldoet de capaciteit van de ventilatievoorziening in de lokalen van de beide scholen aan deze voorschriften?
Vraag 7
Indien de lokalen in de beide scholen niet voldoen aan de voorschriften als bedoeld in vraag 5, hoe zou dit dan (technisch) kunnen worden opgelost?
Vraag 8
Hebt u verder in het kader van dit onderzoek nog overige op- en/of aanmerkingen over het binnenklimaat in de lokalen van beide scholen?
Het verzoek is ter zitting van 3 april 2009 behandeld. Hiervan is aantekening gehouden.
Ter zitting is de gemeente Amersfoort (hierna: de gemeente), vertegenwoordigd door de heer mr. T.P. Grünbauer, als belanghebbende partij verschenen.
[verzoekster] stelt dat het gebouw waarin De Gondelier is gevestigd sinds de oplevering in 2007 met klachten over de luchtkwaliteit kampt. Partijen waren het in eerste instantie eens over de in te schakelen deskundige, de vergoeding van de kosten en de te stellen vragen. Nu treedt echter de verzekeraar op de voorgrond en is alles anders geworden. De Meerkring beroept zich op een onderzoek van een niet-onafhankelijke deskundige. Volgens [verzoekster] moeten de kosten van het onderzoek (althans de voorschotten) door de Meerkring worden gedragen, omdat zij de werkgever is.
De gemeente stelt dat er geen problemen meer zijn met de school en dat er ook geen bijzon-der ziekteverzuim meer is. Het ventilatiesysteem is in orde volgens de deskundige van de gemeente. Aan de normen voor fijnstof is ook voldaan, zodat dat niet gemeten hoeft te wor-den. De gemeente ziet daarom geen aanleiding voor het instellen van een deskundigenonder-zoek. Als een deskundige wordt ingeschakeld moet deze, anders dan vraag 1 van [verzoekster] veronderstelt, zelf kunnen bepalen hoe hij meet.
De Meerkring wijst er op dat het ziekteverzuim bij De Gondelier ver onder het landelijke gemiddelde ligt. Het ventilatiesysteem voldoet aan alle wettelijke normen, dus het probleem lijkt bij de werknemer zelf te liggen. Bovendien is er op gewezen dat de ramen van het ge-bouw gewoon open kunnen. Het heeft de voorkeur van de Meerkring indien beide in de Laak gevestigde scholen, De Gondelier en De Vuurvogel, worden onderzocht, althans indien er apart geoffreerd wordt voor het onderzoek in het klaslokaal van [verzoekster] en de beide schoolge-bouwen. Voorts is de Meerkring van mening dat Bureau BBA onvoldoende onafhankelijk is om als deskundige te worden aangezocht.
Het verzoek kan worden ingewilligd, met dien verstande dat niet bureau BBA als deskundige wordt aangezocht, omdat de kantonrechter de zorgen van de Meerkring deelt omtrent de mate van onafhankelijkheid van dit bureau.
Voorts ziet de kantonrechter aanleiding om de aan de te benoemen deskundige voor te leggen vragen enigszins te wijzigen.
De vraagstelling luidt als volgt:
“Vraag 1
Wilt u de hoeveelheid pppm CO2 in het klaslokaal van verzoekster meten? Wat zijn de resultaten?
Vraag 2
Wat is daarbij de hoeveelheid verse lucht die per uur wordt aangevoerd en de hoeveelheid lucht die wordt afgevoerd?
Vraag 3
Wat is de hoeveelheid fijnstof buiten en binnen het klaslokaal?
Vraag 4
Wat zijn uw conclusies als het gaat om uw onderzoek naar de luchtkwaliteit? Zijn er maatregelen nodig om er voor te zorgen dat er sprake is van een gezond klimaat en zo ja welke?
Vraag 5
Kunt u voor de beide scholen die gevestigd zijn in De Laak (De Vuurvogel en De Gondelier) aangeven welke voorschriften golden met betrekking tot ventilatie ten tijde van de aanvraag van de bouwvergunning?
Vraag 6
Voldoet de capaciteit van de ventilatievoorziening in de lokalen van de beide scholen aan deze voorschriften?
Vraag 7
Indien de lokalen in de beide scholen niet voldoen aan de voorschriften als bedoeld in vraag 5, hoe zou dit dan (technisch) kunnen worden opgelost?
Vraag 8
Hebt u verder in het kader van dit onderzoek nog overige op- en/of aanmerkingen over het binnenklimaat in de lokalen van beide scholen?”
Mr. ir. J.M. van Eck, wonende te [woonplaats], heeft zich bereid verklaard als deskundige op te treden. Bij brief van 28 augustus 2009 heeft Van Eck voornoemd, het volgende aan de rechtbank bericht:
“U heeft een achttal vragen voorgelegd, die in een deskundigenbericht beantwoord moeten worden.
Deze vragen bevatten technische en medische aspecten. De technische vragen kan ik beantwoorden, de medische niet.
Dit betekent dat er voor de beantwoording van de vragen 1, 3 en 4 gedeeltelijk een andere discipline ingeschakeld zal moeten worden. Ik denk daarbij aan het RIVM in Bilthoven.
Overigens merk ik op dat het meten van CO2 en fijnstof niet beperkt kan worden tot een enkelvoudige meting: de waarden voor CO2 in een klaslokaal fluctueren sterk, datzelfde geldt ook voor de hoeveelheid fijnstof binnen en buiten een gebouw. Er zullen, ter bepaling van deze waarden, dus metingen over een periode moeten geschieden. Hoe lang die periode moet zijn kan ik niet beoordelen. Overigens is het niet uitgesloten dat het RIVM over gegevens beschikt die de hoeveelheid fijnstof per plaats in Nederland aangeven.
Voor de beantwoording van de overige vragen zal ik onderscheid maken tussen de kosten voor het beantwoorden van de vragen 2 en 4 en voor de vragen 5 tot en met 8.
1. Het onderzoek:
1.1.De procedure:
Na bestudering van het dossier wordt er een bijeenkomst belegd, waarbij de betrok-ken partijen worden uitgenodigd. Partijen kunnen op die bijeenkomst inlichtingen verstrekken, een toelichting geven op de problematiek en kunnen vragen stellen. Bij die gelegenheid kan ik de situatie ter plaatse bekijken en afspraken maken voor het verrichten van de noodzakelijke metingen.
Over het resultaat van de bevindingen wordt schriftelijk gerapporteerd. Het rapport vormt de onderbouwing van de beantwoording van de vragen van de rechtbank. Deze vragen worden aan het eind van het rapport opgenomen en beknopt beantwoord.
Het rapport wordt als concept naar partijen verzonden. Het commentaar wordt, voor zover mogelijk, verwerkt. Waar nodig wordt aangegeven waarom het commentaar niet is verwerkt.
Hierna wordt het rapport als definitief naar de rechtbank gestuurd.
1.2 Het onderzoek in onderdelen:
1.2.1 Het onderzoek kan beperkt blijven tot het verrichten van metingen in één klaslokaal. In de rapportage wordt dan een verslag gegeven van de bijeenkomst van partijen en worden de resultaten van de metingen in dat ene lokaal gepresenteerd. De beantwoording van de vragen wordt dan beperkt tot de vragen 2 en 4. Het antwoord op vraag 4 blijft beperkt tot het beoordelen de gemeten luchthoeveelheden en de mogelijke consequenties daarvan.
1.2.2. Het onderzoek kan uitgebreid worden tot het verrichten van metingen in alle lokalen van het schoolgebouw (Vuurvogel en Gondelier)
De meetresultaten worden vergeleken met de vigerende eisen en eventuele andere relevante voorschriften.
De resultaten van die vergelijking leiden tot een beoordeling. Op grond van dat oordeel kan het noodzakelijk, dan wel gewenst zijn maatregelen te treffen. Deze maatregelen zullen worden omschreven. Een en ander resulteert dan in beantwoording van de vragen 4 tot en met 8.
2. Begroting:
2.1 Kostenopgave voor één lokaal
2.1.1. Bestuderen dossier. (2.5 uur)
2.1.2. Bijeenkomst van partijen, maken van afspraken (5 uur)
2.1.3. luchtmeting één lokaal (2.5 uur)
2.1.4. Onderzoek ter beantwoording van de vragen en het opstellen van de conceptrapportage (3 uur)
2.1.5 Verwerken van commentaar tot definitief rapport. (1 uur)
De tijdsbesteding voor dit onderzoek, volgens de taxatie zoals hierboven aangegeven komt daarmee op 14 uur.
Het uurtarief is € 190 ex BTW, inclusief kosten.
Reistijd wordt voor 50% in rekening gebracht en is als zodanig in de begroting opgenomen.
Voor het meten van luchthoeveelheden van de installaties wordt externe hulp inge-roepen. De kosten daarvan, inclusief de huur van meetapparatuur, worden geraamd op € 1200 ex BTW.
Dit alles leidt tot de volgende kostenbegroting:
14 uur a € 190. = € 2660.00
Externe hulp luchtmetingen € 1200.00
-------------------------------------------------------
Subtotaal € 3860.00
BTW 19% € 733.40
-------------------------------------------------------
Totaal € 4593.40
=================================
Afgerond zou het voorschot voor dit onderzoek € 4600.= inclusief B.T.W. moeten bedragen.
Opmerking: de vragen 1 en 3 worden niet behandeld, vraag 4 wordt enigszins aange-past: het woord luchtkwaliteit wordt vervangen door luchthoeveelheid.
Verder is aangenomen dat vragen 5, 6, 7 en 8 in dit onderdeel niet beantwoord worden, wel wordt een (kort) oordeel gegeven over de gemeten luchthoeveelheid in het onderzochte klaslokaal.
2.2 Kostenopgave voor uitbreiding van het onderzoek van alle lokalen:
Begroting van kosten als gevolg van uitbreiding van het onderzoek naar het hele
gebouw (De Laak: Gondelier en Vuurvogel)
2.1.1 en 2.1.2 blijven ongewijzigd
Meerkosten;
2.2.3 meerkosten t.o.v. 2.1.3. 12 uur
2.2.4 meerkosten t.o.v. 2.1.4 9
2.2.5 meerkosten t.o.v. 2.1.5 4
De extra tijd voor uitbreiding van het onderzoek in het gehele gebouw komt daarmee op 25 uur, de meerkosten voor externe hulp voor de metingen bedragen € 1200.00
Kostenraming voor metingen in het gehele gebouw:
25 uur a € 190 = € 4750.00
Externe hulp 1200.00
-----------------------------------
Subtotaal € 5950.00
BTW 19% 1130.50
-----------------------------------
Totaal € 7080.50
======================
Afgerond zou het voorschot voor deze uitbreiding van het onderzoek € 7100.= inclusief BTW moeten bedragen.
Samengevat: Voorschot voor onderzoek in één lokaal: € 4600.=
Extra kosten voor uitbreiding onderzoek naar de hele school 7100.=
--------------------------------------------------------------------------------------
Totaal voorschot voor beide onderdelen € 11700.=
3.Toelichting
-Ik sta vrij ten opzichte van alle betrokken partijen en beschik over voldoende des-kundigheid om dit onderzoek, met in acht name van de aangegeven beperkingen, te verrichten.
-Voor het verrichten van de luchthoeveelheidmetingen, met geijkte meetapparatuur, worden derden ingeschakeld.
-De advocaten van partijen worden als aanspreekpunt beschouwd. Commentaar op het conceptrapport wordt ook via de advocaten, toegeleverd.
- De beschreven uitbreiding van het onderzoek houdt in dat onderdeel 1 wel afzon-derlijk kan worden opgedragen, maar onderdeel 2 uitsluitend in combinatie met onderdeel 1.
4. Aansprakelijkheid:
Rechtbanken en gerechtshoven adviseren in het algemeen voor dit type werkzaam-heden een beroepsaansprakelijkheidsverzekering af te sluiten. Informatie bij enkele verzekeringsmaatschappijen heeft niet geleid tot een reële mogelijkheid het beroeps-aansprakelijkheidsrisico middels een verzekering af te dekken.
De aansprakelijkheid voor dit onderzoek moet daarom beperkt blijven tot maximaal 50% van de in rekening gebrachte kosten, exclusief de kosten van derden.
Alle eventuele geschillen worden ter beslissing voorgelegd aan de Arbitrage Commissie van het Koninklijk Instituut van Ingenieurs te Den Haag. Het Reglement van deze geschillencommissie is van toepassing.”.
Ten aanzien van de betaling van de voorschotten overweegt de kantonrechter dat de hoofd-regel is dat de verzoeker deze kosten draagt, tenzij er sprake is van bijzondere omstandig-heden. Aangezien de Meerkring ter zitting heeft aangegeven het in haar belang te achten dat de vragen 5 tot en met 8 ook door de deskundige worden beantwoord, bestaat er aanleiding de betaling van de voorschotten te verdelen tussen partijen zoals hieronder aangegeven.
Beslissing
De kantonrechter:
beveelt een voorlopig deskundigenonderzoek betreffende de hiervoor geformuleerde vragen;
benoemt tot deskundige mr. ir. J.M. van Eck, [postbus], [adres] [woonplaats];
draagt de deskundige op een schriftelijk en met redenen omkleed bericht met een duidelijke conclusie in te leveren ter griffie;
bepaalt dat door [verzoekster] voor de beantwoording van de vragen 1 tot en met 4 een voorschot van € 4.600,- (incl. BTW) moet worden voldaan, en door de Meerkring een bedrag voor de beantwoording van de vragen 5 tot en met 8 een voorschot van € 7.100,- (incl. BTW), door dit bedrag te storten op rekeningnummer [rekeningnummer] t.n.v. MvJ Arrondissement Utrecht ([nummer]) te Utrecht onder vermelding van de namen van partijen, het zaaknummer en ‘sector kanton, locatie Amersfoort’;
bepaalt dat de deskundige eerst met het onderzoek begint na bericht van de griffie dat het voorschot is voldaan;
bepaalt dat partijen zelf contact dienen op te nemen met de deskundige, hem de proces-stukken en eventueel andere door de deskundige noodzakelijk geachte stukken ter hand dienen te stellen - in welk geval afschrift aan de wederpartij moet worden verstrekt - en dat zij zullen bevorderen dat de deskundige zijn taak naar behoren kan uitvoeren;
draagt de deskundige op dat hij bij het onderzoek partijen in de gelegenheid stelt opmer-kingen te maken en verzoeken te doen en dat hij uit het schriftelijk bericht doet blijken of aan deze opdracht is voldaan, in welk bericht hij tevens melding dient te maken van de inhoud van zodanige opmerkingen en verzoeken;
bepaalt dat het bericht ter griffie dient te worden gedeponeerd binnen drie maanden nadat de griffier aan de deskundige heeft meegedeeld dat het voorschot is voldaan;
bepaalt dat de griffier een afschrift van het deskundigenbericht aan partijen stuurt;
Deze beschikking is gegeven door mr. drs. R. in ‘t Veld, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 31 augustus 2009.