ECLI:NL:RBUTR:2009:BJ6340

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
26 augustus 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
607370 UC EXPL 08-18644
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verplichting tot verwijdering van een schotelantenne door huurder

In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 26 augustus 2009 uitspraak gedaan in een geschil tussen de IJsselsteinse Woningbouwvereniging en de gedaagden, die een schotelantenne aan de gevel van hun huurwoning hadden geplaatst. De Woningbouwvereniging vorderde de verwijdering van de schotelantenne, omdat deze in strijd was met de Algemene Huurvoorwaarden en het schotelantennebeleid van de vereniging. De gedaagden voerden aan dat zij niet op de hoogte waren van het verbod en dat zij de schotelantenne nodig hadden voor het ontvangen van Marokkaans nieuws.

De kantonrechter oordeelde dat de gedaagden wel degelijk op de hoogte waren van het schotelantenneverbod, aangezien dit expliciet in de huurovereenkomst was opgenomen en zij ook informatie over het beleid hadden ontvangen. De rechter weegt de belangen van de Woningbouwvereniging zwaarder dan die van de gedaagden, omdat de plaatsing van de schotelantenne de verhuurbaarheid van het pand in gevaar kon brengen en schade aan het gehuurde kon veroorzaken. De rechter oordeelde dat de gedaagden de schotelantenne binnen veertien dagen moesten verwijderen of verplaatsen, en dat de Woningbouwvereniging het recht had om de schotelantenne zelf te verwijderen op kosten van de gedaagden indien zij hieraan niet voldeden.

De rechter wees de gedaagden ook in de proceskosten, omdat zij grotendeels in het ongelijk waren gesteld. Dit vonnis benadrukt het belang van naleving van huurvoorwaarden en het schotelantennebeleid door huurders, en bevestigt dat verhuurders het recht hebben om dergelijke bepalingen te handhaven.

Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT
Sector kanton
Locatie Utrecht
zaaknummer: 607370 UC EXPL 08-18644 He
vonnis d.d. 26 augustus 2009
inzake
de vereniging
IJsselsteinse Woningbouwvereniging,
gevestigd te IJsselstein,
verder ook te noemen de Woningbouwvereniging,
eisende partij,
gemachtigde: eerst mr. T. de Nijs, thans mr. G.E.M. Gijsberts.
tegen:
1. [gedaagde sub 1],
2. [gedaagde sub 2],
beiden wonende te [woonplaats],
verder ook te noemen [gedaagden c.s.],
gedaagde partij,
procederende in persoon.
1. Het verloop van de procedure
De kantonrechter verwijst naar het tussenvonnis van 29 april 2009.
De Woningbouwvereniging heeft voorafgaand aan de comparitie nog stukken in het geding gebracht.
De comparitie is gehouden op 3 juli 2009. Daarvan is proces-verbaal opgemaakt.
Hierna is uitspraak bepaald.
2. De feiten
Als enerzijds gesteld en anderzijds niet althans onvoldoende gemotiveerd weersproken, alsmede op grond van de in zoverre niet betwiste inhoud van de door partijen in het geding gebrachte producties neemt de kantonrechter het volgende als vaststaand aan.
2.1. De Woningbouwvereniging heeft aan [gedaagden c.s.] bij schriftelijke door beide partijen ondertekende huurovereenkomst van 7 maart 2006 verhuurd de zelfstandige woonruimte aan het [adres] te [woonplaats] (hierna: het gehuurde) met ingang van 3 april 2006.
2.2. Hiervoor, tot 24 april 2006, huurden [gedaagden c.s.] van de Woningbouwvereniging de zelfstandige woonruimte aan de [adres] te [woonplaats]. In het inspectierapport huuropzegging-woningcontrole van de hiervoor bedoelde woning is in het kader van de voorcontrole op 5 april 2006 onder meer vermeld dat [gedaagden c.s.] drie schotels dienden te verwijderen.
2.3. In artikel 7 van de huurovereenkomst zijn de Algemene Huurvoorwaarden zelfstandige woonruimte d.d. 30 augustus 2005 van de Woningbouwvereniging (hierna: de Algemene Huurvoorwaarden) van toepassing verklaard.
2.4. In de Algemene Huurvoorwaarden is onder meer de volgende bepaling opgenomen:
Artikel 9 Het aanbrengen van veranderingen en toevoegingen door huurder
(…)
9.2 Het is huurder niet toegestaan om een (schotel) antenne te plaatsen
op of aan het gehuurde. Dit verbod is van toepassing tenzij de
verhuurder schriftelijke toestemming heeft gegeven en wordt voldaan
aan het (schotel)antenne beleid.(…)
2.5. Vanaf 1 januari 2006 hanteert de Woningbouwvereniging een zogenaamd schotelantennebeleid zoals nader is uitgewerkt in het Informatieblad Schotelantenne, waarin onder meer het volgende is bepaald:
“(…)
Plaatsing van de schotelantenne
- De schotelantenne mag onder geen voorwaarde aan de voorgevel, achtergevel of zijgevel van de woning worden bevestigd als deze schotel zichtbaar is vanaf de openbare weg.(…)
- De schotelantenne mag bij een flat of galerijwoning op het balkon geplaatst worden, waarbij de bovenkant van de schotel niet boven de balkonrand mag uitsteken.(…)”.
2.6. In januari en maart 2006 heeft de Woningbouwvereniging aan (onder andere) [gedaagde c.s.] een brief gestuurd met informatie over haar schotelantennebeleid. Het onder 2.5 genoemde Informatieblad Schotelantenne is als bijlage bij deze brieven meegezonden.
2.7. De Woningbouwvereniging heeft [gedaagden c.s.] bij (aangetekende) brieven van 10 en 26 oktober 2006 en 15 september 2008 onder meer verzocht de schotelantenne te verwijderen dan wel te verplaatsen overeenkomstig het door haar gehanteerde schotelantennebeleid.
2.8. Vervolgens heeft op 10 oktober 2008 een huisbezoek bij [gedaagden c.s.] plaatsgevonden, waarbij het schotelantennebeleid is uitgelegd en wederom is verzocht de schotelantenne te verwijderen dan wel te verplaatsen naar het balkon, een en ander conform het schotelantennebeleid.
2.9. Tot slot heeft de Woningbouwvereniging bij brief van haar raadsvrouw van 27 oktober 2008 [gedaagden c.s.] gesommeerd om binnen vijf dagen na dagtekening van de brief de schotelantenne te verwijderen dan wel deze alsnog te verplaatsen.
2.10. [gedaagden c.s.] hebben de schotelantenne tot op heden niet verwijderd of verplaatst.
3. De vordering en het verweer
3.1. De Woningbouwvereniging vordert bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. [gedaagden c.s.] te veroordelen om binnen vijf dagen na betekening van het ten deze
te wijzen vonnis, de schotelantenne bevestigd aan de gevel onder het raam
aan de voorzijde van het gehuurde te verwijderen en verwijderd te houden
dan wel deze te verplaatsen op een wijze die voldoet aan het
schotelantennebeleid vastgelegd in het Informatieblad Schotelantennes;
II. haar te machtigen om, indien [gedaagden c.s.] in gebreke blijven aan het gevorderde
onder sub I te voldoen, zelf de schotelantenne te verwijderen, dit alles op
kosten van [gedaagden c.s.] met veroordeling van [gedaagden c.s.] om in dit geval te gedogen dat zij, indien zulks om verband met de verwijdering van de schotelantenne noodzakelijk is, de door [gedaagden c.s.] gehuurde woning betreedt, voorts met machtiging van haar, indien [gedaagden c.s.] in dat geval haar zullen verhinderen om de betreffende werkzaamheden te verrichten, deze werkzaamheden te doen uitvoeren met behulp van de sterke arm;
III. [gedaagden c.s.] te veroordelen tot betaling van een dwangsom van € 150,=, althans
een zodanig bedrag als de kantonrechter juist zal achten, voor elke dag of
deel daarvan dat [gedaagden c.s.] niet voldoen aan het gevorderde onder II;
IV. [gedaagden c.s.] te verbieden in het vervolg, althans na betekening van het ten deze te wijzen vonnis een schotelantenne in welke vorm dan ook, te plaatsen aan de buitenzijde van de woning, op het dak of op enige andere plaats zonder haar toestemming, zulks op straffe van een dwangsom van € 150,= voor iedere overtreding, onverlet haar bevoegdheid om die aldus geplaatste antenne wederom eigenhandig te verwijderen en
V. [gedaagden c.s.] te veroordelen in de kosten van de procedure.
3.2. De Woningbouwvereniging stelt daartoe dat [gedaagden c.s.] toerekenbaar zijn tekortgeschoten in de nakoming van hun uit de huurovereenkomst voortvloeiende verplichtingen door in strijd met de Algemene Huurvoorwaarden en het schotelantennebeleid zonder schriftelijke toestemming van de Woningbouwvereniging aan de voorgevel van het gehuurde een schotelantenne te plaatsen, op een wijze die duidelijk zichtbaar is vanaf de openbare weg. De Woningbouwvereniging heeft recht en belang bij verwijdering of verplaatsing van de schotelantenne. Haar belang is voornamelijk gelegen in de daling van de verhuurbaarheid, het voorkomen van schade aan het gehuurde, het tegengaan van verstoring van het aangezicht en het voorkomen van precedentwerking. Voor de vergaring van informatie over het thuisland Marokko staan [gedaagden c.s.] andere mogelijkheden ter beschikking, zoals bijvoorbeeld de kabel, digitenne en Caiway. Bovendien, aldus nog steeds de Woningbouwvereniging, kunnen ook andere bronnen dan televisie informatie verschaffen, zoals kranten en internet.
3.3. [gedaagden c.s.] hebben – aanvankelijk – verweer gevoerd. Op de terechtzitting ter comparitie van partijen zijn [gedaagden c.s.] vervolgens niet verschenen.
3.4. Op de (overige) stellingen en verweren van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. In dit geding gaat het om de vraag of de Woningbouwvereniging [gedaagden c.s.] kan verplichten de schotelantenne te verwijderen dan wel te verplaatsen naar het balkon.
4.2. Bij de beantwoording van die vraag dient als uitgangspunt te worden genomen hetgeen partijen zijn overeengekomen. Verder dient rekening te worden gehouden met de relevante wetsbepalingen, zoals artikel 7:215 lid 6 van het Burgerlijk Wetboek (BW).
4.3. [gedaagdenn c.s.] hebben aanvankelijk het verweer gevoerd dat zij niet wisten dat in de huurovereenkomst een schotelantenne verbod was opgenomen en dat zij niet op de hoogte waren van het schotelantennebeleid. Dit verweer wordt gepasseerd.
In de huurovereenkomst is immers in artikel 7 uitdrukkelijk opgenomen dat de Algemene Huurvoorwaarden op de tussen partijen gesloten huurovereenkomst van toepassing zijn. Verder hebben [gedaagden c.s.] bij het aangaan van de huurovereenkomst tevens getekend voor ontvangst van meergenoemde Algemene Huurvoorwaarden.
Voor zover [gedaagden c.s.] met hun verweer tevens hebben bedoeld te stellen dat zij de Nederlandse taal niet machtig zijn, overweegt de kantonrechter dat zij zich bij het aangaan van de huurovereenkomst hadden kunnen laten begeleiden door iemand die de Nederlandse taal wel machtig is. Laten zij dat na, dan is dat een omstandigheid die voor hun eigen rekening en risico behoort te blijven.
Verder geldt dat, nu [gedaagden c.s.] niet langer hebben weersproken dat de Woningbouwvereniging de regels aangaande het schotelantennebeleid bij brieven van januari en maart 2006 ook aan [gedaagden c.s.] heeft toegezonden, genoemd beleid tussen partijen van toepassing is. Dat in de vorige huurovereenkomst tussen [gedaagden c.s.] en de Woningbouwvereniging geen schotelantenne verbod was opgenomen, dat [gedaagden c.s.] gedurende 16 jaar gebruik hebben gemaakt van een schotelantenne en dat er destijds nog geen schotelantennebeleid bestond, maakt het voorgaande niet anders. Dit geldt temeer nu onweersproken is gebleven dat de opzichter bij het inspecteren van de oude woning uitdrukkelijk erop heeft gewezen dat in de nieuwe woning, het gehuurde, zonder toestemming van de Woningbouwvereniging geen schotelantenne mocht worden geplaatst aan de voorgevel en dat evenmin is weersproken dat de woonconsulente bij het ondertekenen van de (nieuwe) huurovereenkomst op 3 april 2006 uitdrukkelijk heeft gewezen op het schotelantennebeleid dat sinds 1 januari 2006 door de Woningbouwvereniging wordt gehanteerd.
4.4. Het voorgaande brengt mee dat in het onderhavige geval als uitgangspunt geldt dat overeenkomstig het bepaalde in artikel 9.2 van de Algemene Huurvoorwaarden het niet is toegestaan om een schotelantenne te plaatsen op of aan het gehuurde, tenzij door de Woningbouwvereniging schriftelijke toestemming wordt gegeven en is voldaan aan het schotelantennebeleid, zoals vermeld in het Informatieblad Schotelantennes. Overeenkomstig het schotelantennebeleid mag onder geen voorwaarde een schotelantenne aan onder meer de voorgevel van het gehuurde worden bevestigd als deze schotel zichtbaar is vanaf de openbare weg en mag de schotelantenne bij een flat of galerijwoning op het balkon geplaatst worden, waarbij de bovenkant van de schotel niet boven de balkonrand mag uitsteken.
Nu als niet weersproken vaststaat dat [gedaagden c.s.] aan de voorgevel, duidelijk zichtbaar vanaf de openbare weg, zonder schriftelijke toestemming van de Woningbouwvereniging een schotelantenne hebben geplaatst, is de plaatsing van de schotelantenne in beginsel in strijd met de Algemene Huurvoorwaarden en het schotelantennebeleid.
4.5. Bij de beoordeling van de vraag of de Woningbouwvereniging gerechtigd is vast te houden aan haar schotelantenneverbod komt het aan op een afweging van de wederzijdse belangen van partijen.
4.6. De Woningbouwvereniging heeft gemotiveerd gesteld, hetgeen door [gedaagden c.s.] niet langer is weersproken, dat zij er belang bij heeft ontsiering van het flatgebouw waarin het gehuurde is gelegen tegen te gaan. Door het zichtbaar zijn van schotelantennes kan de toekomstige verhuurbaarheid in gevaar komen. Daarnaast heeft de Woningbouwvereniging naar voren gebracht dat door het plaatsen van schotelantennes schade aan het gehuurde wordt toegebracht, waardoor de kwaliteit van het gehuurde achteruit gaat en er gevaarlijke situaties voor omwonenden kunnen ontstaan. Tot slot voert de Woningbouwvereniging aan dat zij al haar huurders gelijk wil behandelen en precedentwerking wil voorkomen. Indien [gedaagden c.s.] wordt toegestaan een schotelantenne te plaatsen, dan valt te verwachten dat andere huurders eveneens een schotelantenne aan de voorgevel willen plaatsen.
4.7. Hiertegenover hebben [gedaagden c.s.] (aanvankelijk) als verweer aangevoerd dat zij belang hebben bij de plaatsing van de schotelantenne en dat niet van hen kan worden gevergd dat zij de schotelantenne verplaatsen dan wel verwijderen. Zij beroepen zich erop dat zij op de hoogte willen blijven van Marokkaans nieuws en andere belangrijke zaken uit Marokko en dat het belangrijk is dat hun drie kinderen via Marokkaanse televisie de Marokkaanse cultuur leren kennen.
4.8. De kantonrechter is na afweging van de belangen van beide partijen van oordeel dat de belangen van de Woningbouwvereniging in dit geval zwaarder wegen dan de belangen van [gedaagden c.s.] Daarbij is van belang dat [gedaagden c.s.] niet hebben weersproken dat via de kabel de belangrijkste Arabische en Marokkaanse zenders zijn te ontvangen, op welke manier door hen en hun gezin de gewenste informatie kan worden ontvangen.
Verder is de kantonrechter met de Woningbouwvereniging van oordeel dat er daarnaast voldoende andere mogelijkheden zijn om actuele informatie te verkrijgen, zoals tijdschriften en radio. Ook internet is een goed alternatief voor schotelantennes.
Bovendien hebben [gedaagden c.s.] de mogelijkheid niet benut om conform het schotelantennebeleid en met schriftelijke toestemming van de Woningbouwvereniging een schotelantenne op het balkon te plaatsen die niet boven de balkonrand uitkomt en daardoor niet ontsierend zal zijn. Een schotelantenne bevestigen aan de voorzijde achter het raam behoort ook nog tot de mogelijkheden.
[gedaagden c.s.] hebben nog aangevoerd dat zij ongelijk behandeld worden, maar tijdens de terechtzitting ter comparitie van partijen heeft de Woningbouwvereniging verklaard, hetgeen door [gedaagden c.s.] niet is weersproken, dat er weliswaar één andere schotelantenne aan de voorgevel van het flatgebouw van [gedaagden c.s.] is geplaatst, maar dat hierop nog het oude beleid van de Woningbouwvereniging van toepassing is. Van ongelijke behandeling is dan ook, anders dan [gedaagden c.s.] hebben aangevoerd, geen sprake.
Gelet op al het voorgaande weegt het belang van [gedaagden c.s.] op het verkrijgen van informatie niet op tegen de belangen van de Woningbouwvereniging bij verwijdering van de schotelantenne.
4.9. [gedaagden c.s.] hebben nog aangevoerd dat de Woningbouwvereniging een bedrag van
€ 750,=, zijnde de kosten van de schotelantenne, aan hen dient te voldoen. Dit verweer moet worden verworpen. [gedaagden c.s.] hebben de schotelantenne immers zonder toestemming van de Woningbouwvereniging geplaatst en het is ook zeer waarschijnlijk – gelet op de Algemene Huurvoorwaarden en het schotelantennebeleid van de Woningbouwvereniging – dat zij die toestemming niet zouden hebben gekregen. [gedaagden c.s.] zouden zich dan ook de kosten voor de schotelantenne hebben kunnen besparen. Dat zij desalniettemin zonder toestemming de schotelantenne hebben geplaatst is dan ook een omstandigheid die voor hun rekening en risico komt en niet kan worden afgewenteld op de Woningbouwvereniging.
4.10. Het voorgaande brengt mee dat de vorderingen van de Woningbouwvereniging de kantonrechter niet onrechtmatig of ongegrond voorkomen en derhalve worden toegewezen als na te melden. Ten aanzien van het gevorderde zoals weergegeven onder 3.1 sub IV wordt overwogen dat geen plaats is voor het machtigen van de Woningbouwvereniging om een in de toekomst door [gedaagden c.s.] geplaatste schotelantenne eigenhandig te verwijderen. Het gaat immers om een situatie die thans nog niet bestaat en waarvan niet met zekerheid vaststaat dat deze in de toekomst zal bestaan. Bovendien heeft die toekomstige situatie geen onderdeel uitgemaakt van het onderhavige processuele debat.
De gevorderde dwangsom wordt gemaximeerd als na te melden.
4.11. [gedaagden c.s.] worden als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van de Woningbouwvereniging.
5. De beslissing
De kantonrechter:
- veroordeelt [gedaagden c.s.] om binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis, de schotelantenne bevestigd aan de gevel onder het raam aan de voorzijde van het gehuurde te verwijderen en verwijderd te houden dan wel deze te verplaatsen op een wijze die voldoet aan het schotelantennebeleid vastgelegd in het Informatieblad Schotelantennes;
- machtigt de Woningbouwvereniging om, indien [gedaagden c.s.] in gebreke blijven hieraan te voldoen, zelf de schotelantenne te verwijderen, dit alles op kosten van [gedaagden c.s.] met veroordeling van [gedaagden c.s.] om in dit geval te gedogen dat zij, indien zulks om verband met de verwijdering van de schotelantenne noodzakelijk is, de door [gedaagden c.s.] gehuurde woning betreedt, voorts met machtiging van haar, indien [gedaagden c.s.] in dat geval haar zullen verhinderen om de betreffende werkzaamheden te verrichten, deze werkzaamheden te doen uitvoeren met behulp van de sterke arm, met veroordeling van [gedaagden c.s.] tot betaling van een dwangsom van € 150,= voor elke dag of deel daarvan dat [gedaagden c.s.] hieraan niet voldoen met een maximum van € 10.000,=;
- verbiedt [gedaagden c.s.] na betekening van het ten deze te wijzen vonnis een schotelantenne in welke vorm dan ook, te plaatsen aan de buitenzijde van de woning, op het dak of op enige andere plaats zonder haar toestemming, zulks op straffe van een dwangsom van € 150,= voor iedere overtreding met een maximum van
€ 10.000,=;
- veroordeelt [gedaagden c.s.] tot betaling van de proceskosten aan de zijde van de Woningbouwvereniging, tot de uitspraak van dit vonnis begroot op € 573,44, waarin begrepen € 200,= aan salaris gemachtigde;
- verklaart dit vonnis in zoverre uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. Y.A.M. Jacobs, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 26 augustus 2009.