Sector handels- en familierecht
zaaknummer / rolnummer: 249247 / HA ZA 08-1016
Vonnis van 12 augustus 2009
[eiseres]
wonende te [woonplaats]
eiseres,
advocaat mr. H.L. van der Aa,
de naamloze vennootschap
AGIS ZORGVERZEKERINGEN N.V.,
gevestigd te Amersfoort,
gedaagde,
advocaat mr. C.J.A. Sleurink.
Partijen zullen hierna [eiseres] en Agis genoemd worden.
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 30 juli 2008
- het proces-verbaal van comparitie van 2 maart 2009.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2.1. [eiseres] heeft een relatie gehad met de heer [naam A] (hierna: [naam A]). Uit deze relatie zijn drie kinderen geboren, te weten [kind 1], [kind 2] en [kind 3], die na het beëindigen van de relatie bij [eiseres] zijn blijven wonen.
2.2. Blijkens het proces-verbaal van de politie Amsterdam-Amstelland van 21 februari 2006 heeft [eiseres] aangifte gedaan van bedreiging door [naam A] gedurende de periode van 1 januari 2004 tot 21 februari 2006. [naam A] is bij vonnis van de rechtbank Amsterdam wegens die bedreiging veroordeeld tot een gevangenisstraf van 6 maanden, waarvan 3 maanden voorwaardelijk.
2.3. [eiseres] is in verband met de bedreigingen door [naam A] in oktober 2006 samen met de drie kinderen verhuisd. Bij het doorgeven van haar nieuwe adres heeft [eiseres] de betreffende gemeente verzocht om geheimhouding van de in de gemeentelijke basisadministratie (hierna: GBA) opgenomen persoonsgegevens van haar en haar kinderen.
2.4. [naam A] was tot 1 januari 2006 als ziekenfondsverzekerde ingeschreven bij (de rechtsvoorganger van) Agis. De kinderen van [eiseres] en [naam A] stonden op dat moment ingeschreven als medeverzekerden van [naam A]. In verband met het in werking treden van de Wet van 6 oktober 2005, houdende invoering van de Zorgverzekeringswet en aanpassing van overige wetten aan die wet, heeft (de rechtsvoorganger van) Agis ingevolge de toepasselijke overgangsregeling aan [naam A] vóór 15 december 2005 een aanbod gedaan tot het sluiten van een zorgverzekering. [naam A] heeft dit aanbod niet verworpen. Aldus is tussen Agis enerzijds en [naam A], alsmede de kinderen als meeverzekerden, anderzijds met ingang van 1 januari 2006 een zorgverzekering tot stand is gekomen.
2.5. [naam A] beschikte sinds het tot stand komen van de zorgverzekering als verzekeringnemer over een verzamelblad met daarop vermeld de drie kinderen als meeverzekerde personen. Agis heeft hem daarnaast voor iedere verzekerde die op het verzamelblad staat vermeld een polisblad met daarop de persoonsgegevens, daaronder begrepen adresgegevens, van de verzekerden, doen toekomen. Doordat Agis deze polisbladen van de drie kinderen aan [naam A] toestuurde, is [naam A] bekend geraakt met het nieuwe adres van de kinderen, waar ook [eiseres] woonachtig is.
2.6. In verband met het bereiken van de meerderjarige leeftijd diende met ingang van 1 april 2007 de zorgverzekering van [kind 1], de oudste zoon van [eiseres] en [naam A], te worden gewijzigd. Nadat Agis aanvankelijk eind 2006 abusievelijk het nieuwe polisblad van [kind 1], met daarop vermeld zijn adresgegevens, naar het adres van [naam A] had gestuurd, heeft Agis [kind 1] in januari 2007 van de wijziging op de hoogte gesteld middels een schriftelijk bericht dat gestuurd is naar het adres van [eiseres].
2.7 [eiseres] heeft op 16 maart 2007 telefonisch een klacht ingediend jegens Agis in verband met het aan [naam A] versturen van de polisbladen van de kinderen, met daarop vermeld hun geheime adresgegevens.
2.8. Op 29 mei 2007 heeft [eiseres] Agis schriftelijk aansprakelijk gesteld voor de door haar geleden materiële en immateriële schade als gevolg van het versturen van de polisbladen van haar kinderen naar [naam A].
2.9. Agis heeft [eiseres] bij brief van 5 november 2007 laten weten dat zij pas in maart 2007 door haar ervan op de hoogte is gesteld dat het adres van haar kinderen geheim was en dat de fout van Agis dan ook niet onrechtmatig is jegens haar. Agis acht zich niet gehouden enige door [eiseres] beweerdelijk geleden schade te vergoeden.
3.1. [eiseres] vordert dat de rechtbank bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad Agis zal veroordelen tot betaling van:
1. een bedrag van EUR 8.000,00 aan materiële schadevergoeding, te vermeerderen met wettelijke rente, nu zij vergeefs naar een geheim adres is verhuisd en bijgevolg geen verhuis- en inrichtingskosten ad EUR 8.000,00 had hoeven maken;
2. een bedrag van EUR 10.000,00 aan immateriële schadevergoeding te vermeerderen met wettelijke rente, omdat met het bekend worden van haar adresgegevens bij [naam A], de dreiging van [naam A] weer aanwezig is en zij daardoor ernstig gehinderd wordt in haar dagelijkse leven;
3. de kosten van deze procedure.
3.2. Agis voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4.1. [eiseres] baseert haar vordering op de stelling dat Agis zorgvuldig had moeten omgaan met de adresgegevens van haar kinderen, en daarmee ook van [eiseres] zelf, nu Agis deze gegevens uit de GBA had verkregen en bij haar bekend was dat deze als geheim geregistreerd stonden. Volgens [eiseres] heeft Agis met het doorgeven van deze adresgegevens aan [naam A] onrechtmatig jegens haar gehandeld. [eiseres] merkt daarbij op dat zij pas in januari 2007, met de ontvangst van het polisblad bestemd voor haar zoon [kind 1], op de hoogte raakte van het bestaan van de zorgverzekering van haar kinderen bij Agis. [eiseres] acht Agis aansprakelijk voor de door haar geleden schade.
4.2. Agis heeft tot haar verweer aangevoerd dat zij een ‘bijzondere derde’ is als bedoeld in de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (hierna: WGBA). Een gemeente is gehouden dergelijke bijzondere derden informatie uit de gemeentelijke basisadministratie te verschaffen, zelfs als met betrekking tot die persoonsgegevens een verzoek om geheimhouding is gedaan. Het feit dat deze persoonsgegevens als geheim geregistreerd staan in de GBA brengt nog niet met zich dat een bijzondere derde die deze gegevens rechtmatig heeft verkregen, op zijn beurt eveneens geheimhouding dient te betrachten. Daartoe is volgens Agis vereist dat de betrokkene dit zelf bij de desbetreffende bijzondere derde aangeeft. Agis heeft gesteld dat [eiseres] een dergelijk verzoek wel aan haar heeft gericht, maar dat zij, nu dit pas op 10 april 2007 is gebeurd, er met het versturen van de polisbladen aan [naam A] geen rekening mee behoefde te houden dat de adressen van de kinderen niet vermeld dienden te worden. Agis is aldus van mening dat zij niet onrechtmatig jegens [eiseres] heeft gehandeld. Agis heeft voorts de (omvang van de) gevorderde schade betwist.
4.3. De rechtbank overweegt als volgt. Vastgesteld kan worden dat Agis in overeenstemming met de WGBA beschikte over de persoonsgegevens van de kinderen van [eiseres]. Niet in geschil is voorts dat de gegevens van [eiseres] en haar kinderen, met vermelding van de code ‘geheim’ geregistreerd stonden in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (hierna GBA) en dat dit voor Agis kenbaar was. De WGBA, alsmede deze registratie, geven echter aan hoe de gemeente dient te handelen bij het verstrekken van persoonsgegevens aan afnemers en derden. Voor derden aan wie door de gemeente persoonsgegevens zijn verstrekt, vloeien uit deze wet geen verplichtingen voort. Het verweer van Agis dat zij op basis van de WGBA niet gehouden is tot geheimhouding van de aan haar verstrekte gegevens van de kinderen van [eiseres] treft dan ook doel.
4.4. Het voorgaande neemt niet weg dat de maatschappelijke functie van een zorgverzekeraar een bijzondere zorgplicht met zich brengt, zowel jegens haar cliënten als jegens derden met het oog op wier belangen zij rekening behoort te houden met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt. De reikwijdte van deze zorgplicht hangt af van de omstandigheden van het geval. Voor de rechtbank weegt zwaar dat Agis er van op de hoogte was dat [eiseres] de gemeente om geheimhouding van haar persoonsgegevens (inclusief die van haar kinderen) had verzocht. Naar het oordeel van de rechtbank had dit voor Agis aanleiding moeten zijn om bij het verstrekken van deze gegevens aan een derde een grote mate van zorgvuldigheid in acht te nemen. Agis diende te beseffen dat het bekend maken van deze gegevens aan een ander dan [eiseres] een ernstige inbreuk op haar persoonlijke levenssfeer met zich kon brengen.
4.5. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de zorgvuldigheid in het onderhavige geval met zich brengt dat Agis zich de belangen van [eiseres] behoorde aan te trekken door bij het verstrekken van de persoonsgegevens van haar kinderen aan [naam A], eerst bij [eiseres] te informeren of zij daarmee instemde. Uit de aanduiding code ‘geheim’ en de uit de administratie van Agis blijkende gegevens, dat de kinderen verhuisd waren en niet langer hetzelfde adres hadden als [naam A], had Agis behoren af te leiden, dat de minderjarige kinderen van [naam A] (en mitsdien ook de moeder, in casu [eiseres]) een bijzonder belang konden hebben hun adres niet aan [naam A] kenbaar te maken.
4.6. Het verweer van Agis, dat [eiseres] zelf had moeten vragen de persoonsgegevens geheim te houden disculpeert Agis niet. Agis heeft een eigen zorgvuldigheidsplicht. Van eigen schuld van [eiseres] is overigens geen, althans onvoldoende sprake. Weliswaar had [eiseres] kunnen weten, dat Agis - bij wie haar kinderen via [naam A] tot 1 januari 2006 in het kader van de Wet Ziekenfondsverzekering verzekerd waren - aan [naam A] ook voor de kinderen een aanbod zou doen voor een zorgverzekering, doch op grond van die enkele omstandigheid behoefde zij niet te voorzien dat Agis (bij het eventueel sluiten van die verzekering door [naam A]) geheime adresgegevens van haar kinderen zou prijsgeven.
4.7. Nu gesteld noch gebleken is dat Agis navraag bij [eiseres] heeft gedaan alvorens de adresgegevens van haar kinderen te verwerken in bescheiden en deze vervolgens ter beschikking te stellen aan [naam A] wordt geoordeeld dat zij niet heeft gehandeld zoals van een zorgvuldig handelend zorgverzekeraar mag worden verwacht. De rechtbank acht bovendien van belang dat niet gebleken is dat Agis op andere wijze rekening heeft gehouden met de belangen van [eiseres]. Agis had bijvoorbeeld kunnen nagaan of het verstrekken van de persoonsgegevens aan [naam A] noodzakelijk was. Niet gebleken is immers dat er voor Agis bezwaren bestonden om de verzekeringsovereenkomst op andere wijze, te weten zonder vermelding van de adressen van de kinderen, uit te voeren.
4.8. De rechtbank overweegt voorts ambtshalve dat het verstrekken van persoongegevens door Agis aan derden als een vorm van verwerking van persoonsgegevens in de zin van de Wet bescherming persoonsgegevens (hierna Wpb) dient te worden aangemerkt. Uitgangspunt van deze wet is dat persoonsgegevens in overeenstemming met de wet en op een behoorlijke en zorgvuldige wijze verwerkt moeten worden. In artikel 8 van de Wbp staan limitatief de gronden genoemd op basis waarvan persoonsgegevensverwerking gerechtvaardigd is. Artikel 8 Wbp luidt - voor zover van belang - als volgt:
“Persoonsgegevens mogen slechts worden verwerkt indien:
(…)
f. de gegevensverwerking noodzakelijk is voor de behartiging van het gerechtvaardigde belang van de verantwoordelijke of van een derde aan wie de gegevens worden verstrekt, tenzij het belang of de fundamentele rechten en vrijheden van de betrokkene, in het bijzonder het rechtop bescherming van de persoonlijke levenssfeer, prevaleert.”
4.9. Gesteld noch gebleken is dat Agis een gerechtvaardigd belang heeft bij de verstrekking van de persoonsgegevens van de kinderen van [eiseres] aan [naam A]. Aldus wordt geoordeeld dat Agis deze persoonsgegevens in strijd met de Wbp aan [naam A] heeft verstrekt.
4.10. De conclusie is dat Agis onrechtmatig heeft gehandeld jegens [eiseres]. Vervolgens komt de vraag aan de orde of het onrechtmatig handelen van Agis ertoe leidt dat Agis aan [eiseres] de door haar gestelde schade dient te vergoeden. Daartoe wordt met betrekking tot de verschillende door [eiseres] gestelde schadeposten als volgt overwogen.
4.11. De rechtbank is van oordeel dat de gevorderde kosten in verband met de verhuizing van [eiseres] in oktober 2006 naar een nieuw adres niet voor vergoeding in aanmerking komen. Het noodzakelijke causale verband tussen deze kosten en de fout van Agis ontbreekt, nu deze kosten al waren gemaakt voordat Agis de adresgegevens aan [naam A] had verstrekt. Reeds op grond hiervan kan [eiseres] Agis voor deze schade niet met succes aansprakelijk stellen.
4.12. De rechtbank is van oordeel dat op basis van de overgelegde stukken voldoende aannemelijk is geworden dat [eiseres] als gevolg van het onrechtmatig handelen van Agis in voortdurende angst heeft geleefd. Het verstrekken van de persoonsgegeven moet daarom worden aangemerkt als een zodanige ernstige aantasting van haar persoon, dat toekenning van smartengeld gerechtvaardigd is. Mede gelet op bedragen die door Nederlandse rechters in vergelijkbare gevallen zijn toegekend, met inachtneming van de opgetreden geldontwaarding, begroot de rechtbank de immateriële schadevergoeding op EUR 2.500,00. Daarbij is rekening gehouden met alle omstandigheden van het geval, waaronder enerzijds de aard van de aansprakelijkheid en anderzijds de gederfde levensvreugde en de ernst van de inbreuk op het rechtsgevoel van benadeelde, die het gevolg zijn van de gebeurtenis waarop de aansprakelijkheid berust. De rechtbank acht in dit kader met name relevant de psychische gevolgen voor het slachtoffer.
4.13. De gevorderde wettelijke rente over het bedrag van EUR 2.500,00 is eveneens toewijsbaar. De rechtbank ziet aanleiding de rente toe te wijzen vanaf 1 januari 2007 tot de dag van volledige betaling. Gebleken is immers dat Agis eind 2006 het polisblad van [kind 1] met vermelding van zijn adres, naar [naam A] heeft gestuurd, en dat [eiseres] daarvan kort daarna op de hoogte raakte met alle (psychische) gevolgen van dien.
4.14. Agis zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten. De kosten aan de zijde van [eiseres] worden begroot op:
- dagvaarding EUR 85,44
- vast recht 395,00
- salaris advocaat 904,00 (2,0 punten × tarief EUR 452,00)
Totaal EUR 1.384,44
5.1. veroordeelt Agis om aan [eiseres] te betalen een bedrag van EUR 2.500,00 vermeerderd met de wettelijke rente over het toegewezen bedrag vanaf 1 januari 2007 tot de dag van volledige betaling,
5.2. veroordeelt Agis in de proceskosten, aan de zijde van [eiseres] begroot op
EUR 1.384,44,
5.3. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.4. wijst af het anders of meer gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.J. Schepen, mr. J.W. Wagenaar en mr. M.E. Heinemann en in het openbaar uitgesproken op 12 augustus 2009.
w.g. griffier w.g. rechter?