beschikking
RECHTBANK UTRECHT
Sector handels- en familierecht
zaaknummer / rekestnummer: 263407 / FA RK 09-1193
wijziging kinderalimentatie
Beschikking van 12 augustus 2009
[verzoeker],
wonende te [woonplaats],
verzoeker,
hierna: de man,
advocaat: mr. L.C. de Jong,
[verweerster],
wonende te [woonplaats],
verweerster,
hierna: de vrouw,
advocaat: mr. drs. C. Lamphen.
1. Verloop van de procedure
De man heeft ter griffie van deze rechtbank een verzoekschrift ingediend.
De vrouw heeft een verweerschrift ingediend.
Er zijn van de zijde van partijen nader stukken ontvangen.
De zaak is behandeld ter terechtzitting met gesloten deuren van 1 juli 2009.
2.1. Partijen zijn met elkaar gehuwd geweest. Tussen hen is de echtscheiding uitgesproken door deze rechtbank bij beschikking van 18 oktober 2006. Deze beschikking is op 30 januari 2007 ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand te [woonplaats].
2.2. De minderjarige kinderen van partijen zijn:
[minderjarige], geboren op [geboortedatum] 1994 te [geboorteplaats],
[minderjarige], geboren op [geboortedatum] 1998 te [geboorteplaats].
2.3. Bij beschikking van het gerechtshof te Arnhem van 29 januari 2008 is de door de man per 30 januari 2008 te betalen bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen bepaald op € 300,-- per kind per maand.
3. Beoordeling van het verzochte
De man heeft verzocht de kinderalimentatie per 27 januari 2009 op nihil te stellen daar per die datum de WSNP op hem van toepassing is verklaard. Hij heeft geen draagkracht om nog enig bedrag ten behoeve van de kinderen te betalen.
De vrouw heeft zich daartegen verweerd. Zij betwist dat de man niet in staat is om bij te dragen in de kosten van de kinderen. Aangevoerd is dat de schulden stammen uit de huwelijkse periode waarover de rechtbank reeds heeft beslist. De vrouw meent dat de man verweten kan worden dat hij van de schuldsaneringsregeling gebruik maakt nu hij, net als zij, afbetalingsregelingen had kunnen treffen. Van de man mag verwacht worden dat hij zijn financiële situatie zodanig regelt dat hij in staat is en blijft om aan zijn verplichting jegens de kinderen te voldoen, aldus de vrouw.
De rechtbank oordeelt als volgt. De toelating van de man tot de WSNP moet in deze procedure als een vaststaand gegeven worden beschouwd. Dat de man een andere keuze had kunnen of moeten maken staat thans niet ter beoordeling, nu de pogingen om buitengerechtelijke regelingen te treffen zijn getoetst door de rechter-commissaris.
Het beroep van de vrouw op HR 25-01-2002, NJ 2002, 314 leidt niet tot een ander oordeel, nu draagkracht weliswaar niet uitsluitend door het inkomen wordt bepaald, maar in casu niet aannemelijk is geworden dat de man de WSNP-procedure heeft gebruikt met het oogmerk om zijn draagkracht te verminderen. Vaststaat dat op de man met ingang van 27 januari 2009 de WSNP van toepassing is. Uitgangspunt is dat aan de betrokkene op wie de WSNP van toepassing is een inkomen van maximaal de bijstandsnorm wordt gelaten, gecorrigeerd met enkele gemaakte kosten. Dit zogenoemde vrij te laten bedrag wordt door de in het kader van de WSNP benoemde rechter-commissaris vastgesteld. Al het inkomen boven dit vrij te laten bedrag dient te worden afgedragen ten behoeve van de schuldeisers. In beginsel heeft een betrokkene op wie de WSNP van toepassing is dan ook geen draagkracht om alimentatie te betalen. In dit geval ligt dat echter anders. De vrouw heeft ter terechtzitting verklaard dat de man thans samenwoont met zijn broer hetgeen de man niet heeft betwist. In het vrij te laten bedrag is rekening gehouden met een huurlast van € 277,57 per maand. Nu de man de huurlast met zijn broer deelt, heeft hij binnen zijn vrij te laten bedrag een ruimte van € 138,80 per maand om kinderalimentatie te betalen. Aldus zal de rechtbank de kinderalimentatie met ingang van 27 januari 2009 voor de duur van de schuldsanering bepalen op (afgerond) € 70,-- per kind per maand.
Nu de vrouw met een lager salaris dan de man ook aflost op de gemeenschappelijke schulden van partijen terwijl de kinderen bij haar wonen, zij – in tegenstelling tot de man – niet over drie jaar schuldenvrij zal zijn en zij per maand minder te besteden heeft dan de man acht de rechtbank het ook hierom redelijk dat de man een bijdrage levert in de kosten van de kinderen.
De beschikking van het gerechtshof te Arnhem van 29 januari 2008 wordt met ingang van 27 januari 2009 gewijzigd.
De rechtbank bepaalt het bedrag dat de man aan de vrouw vanaf 27 januari 2009 voor de duur van de schuldsaneringsregeling zal verstrekken tot verzorging en opvoeding van de minderjarige kinderen op € 70,-- per kind per maand, vanaf heden telkens bij vooruitbetaling te voldoen, vermeerderd met het bedrag van iedere uitkering die aan de man op grond van geldende wetten of regelingen ten behoeve van deze minderjarigen kan of zal worden verleend.
Deze beslissing is tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
Het meer of anders verzochte wordt afgewezen.
De beschikking van het gerechtshof te Arnhem van 29 januari 2008 blijft voor het overige gehandhaafd.
De partijen moeten hun eigen proceskosten betalen.
Deze beschikking is gegeven door mr. P.J.M. Mol, (kinder)rechter, en in het openbaar uitgesproken op 12 augustus 2009, in tegenwoordigheid van mr. C. Bosma-van ’t Hof, griffier.?