ECLI:NL:RBUTR:2009:BJ4375
Rechtbank Utrecht
- Raadkamer
- M.J. Veldhuijzen
- M.J. Grapperhaus
- J.P. Killian
- Rechtspraak.nl
Recht op inzage in processtukken in strafzaak tegen verdachte en B.V. met verdenking van belastingfraude en witwassen
In deze zaak heeft de rechtbank te Utrecht op 31 juli 2009 een beslissing genomen over een bezwaarschrift van de verdachte tegen de onthouding van processtukken door de officier van justitie. De raadsman van de verdachte, mr. de Bont, heeft het bezwaarschrift toegelicht, terwijl de officier van justitie de inhoud van de zaak heeft bestreden. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van een verdenking van strafbare feiten, waaronder BTW-fraude, valsheid in geschrift en witwassen, binnen een criminele organisatie. De officier van justitie heeft bevestigd dat eerdere aanslagen zijn vernietigd, maar de verdenking blijft bestaan.
De rechtbank heeft overwogen dat het Wetboek van Strafvordering van toepassing is, wat betekent dat de verdachte recht heeft op kennisneming van de processtukken, zelfs voordat er sprake is van een 'criminal charge'. De rechtbank heeft de stelling van de officier van justitie verworpen dat er geen processtukken zijn, en heeft geconcludeerd dat er wel degelijk stukken zijn die als processtukken kunnen worden aangemerkt, zoals de stukken die zijn opgemaakt naar aanleiding van de huiszoeking en rechtshulpverzoeken.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het bezwaarschrift gegrond verklaard en bevolen dat de verdediging inzage in de processtukken krijgt, voor zover deze betrekking hebben op de zaken tegen de verdachte. De beslissing is genomen in raadkamer, waarbij de rechtbank de rechten van de verdachte heeft gewogen tegen het belang van het onderzoek. De rechtbank heeft benadrukt dat de verdachte niet onterecht de mogelijkheid moet worden ontnomen om op de hoogte te blijven van de ontwikkelingen in zijn zaak.