“In aanmerking nemende:
- dat de echtelieden een vordering hebben op de Stichting terzake van diverse leningen, totaal groot, per ultimo negentienhonderd acht en tachtig, ten bedrage van éénmiljoen zevenhonderd elfduizend tweehonderd éénendertig gulden (f. 1.711.231,--) en terzake van verschuldigde, nog niet betaalde rente per ultimo negentienhonderd acht en tachtig ten bedrage van tweehonderd vierendertigduizend éénhonderd zesenveertig gulden (f. 234.146,--);
(…)
Komen overeen als volgt:
I. De echtelieden schelden tezamen kwijt aan de Stichting alle schulden wegens hoofdsommen
en opgelopen rente welke de Stichting per ultimo negentienhonderd negen en tachtig aan hen verschuldigd zijn.
De Stichting aanvaardt die kwijtschelding.
II. De schenkers erkennen tezamen schuldig aan de Stichting ten titel van schenking een bedrag van vijfhonderd duizend gulden (f. 500.000,--)
Dit bedrag is eerst opeisbaar bij het overlijden van de langstlevende van de schenkers. De schuld is te allen tijde geheel of gedeeltelijk aflosbaar. Over de hoofdsom of het onafgeloste gedeelte daarvan zijn de schenkers een rente verschuldigd van acht procent (8%) per jaar. De rente vervalt in halfjaarlijkse termijnen per dertig juni en éénendertig december van elk jaar, voor het eerst per dertig juni negentienhonderd negentig, over het sedert heden verstreken tijdvak.
De Stichting aanvaardt deze schenking.
III. De schenkers erkennen tezamen schuldig aan de Stichting ten titel van schenking een
periodieke uitkering van vijfentwintigduizend gulden (f. 25.000,--) per half jaar, gedurende hun leven, mitsdien tot aan het overlijden van de langstlevende van de schenkers.
De uitkeringen vervallen per dertig juni en éénendertig december van elk jaar, voor het eerst per dertig juni negentienhonderd negentig. Bij het overlijden van de langstlevende van de schenkers vindt een laatste betaling plaats pro rata van het tijdvak tussen de laatste betaling en het overlijden.
De Stichting aanvaardt deze schenking.
IV. De schenkers schenken tezamen aan de Stichting de voorwerpen van inboedel welke met een
kruis zijn aangeduid op de aan deze akte te hechten door partijen en mij notaris
gewaarmerkte lijst.
De Stichting aanvaardt deze schenking.”