ECLI:NL:RBUTR:2009:BJ3325

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
24 juli 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
268474 / KG ZA 09-578
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aanbestedingsgeschil tussen Van Dijk Maasland B.V. en de Gemeente De Ronde Venen over de reconstructie van de Baambrugse Zuwe te Vinkeveen

In deze zaak gaat het om een kort geding dat is aangespannen door Van Dijk Maasland B.V. tegen de Gemeente De Ronde Venen. De Gemeente had een aanbesteding uitgeschreven voor de reconstructie van de Baambrugse Zuwe te Vinkeveen, waarbij de inschrijvers moesten voldoen aan specifieke eisen in de Vraagspecificatie. Van Dijk Maasland, die als tweede was geëindigd in de aanbestedingsprocedure, betwistte de geldigheid van de inschrijving van Dura Vermeer, de partij aan wie de Gemeente voornemens was het werk te gunnen. Van Dijk Maasland stelde dat Dura Vermeer niet voldeed aan de eisen van de Vraagspecificatie, met name met betrekking tot de zettingseisen voor de voetpaden, hofjes en parkeerterrein nabij de Herenweg.

De voorzieningenrechter heeft de procedure in kort geding behandeld, waarbij verschillende stukken en rapporten zijn ingediend, waaronder een rapport van Deltares en een rapport van Mos Grondmechanica. De Gemeente had de inschrijving van Dura Vermeer goedgekeurd op basis van deze rapporten, die concludeerden dat Dura Vermeer aan de Vraagspecificatie voldeed. Van Dijk Maasland voerde aan dat de Gemeente de inschrijving van Dura Vermeer ongeldig had moeten verklaren, maar de voorzieningenrechter oordeelde dat de Gemeente in redelijkheid tot de conclusie kon komen dat Dura Vermeer aan de eisen voldeed.

De voorzieningenrechter wees de vorderingen van Van Dijk Maasland af en compenseerde de proceskosten tussen Dura Vermeer en de Gemeente, waarbij iedere partij zijn eigen kosten droeg. Dit vonnis is gewezen op 24 juli 2009 en is openbaar uitgesproken door mr. A. van Maanen.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK UTRECHT
Sector handels- en familierecht
zaaknummer / rolnummer: 268474 / KG ZA 09-578
Vonnis in kort geding van 24 juli 2009
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VAN DIJK MAASLAND B.V.,
hierna te noemen: “Van Dijk Maasland”,
gevestigd en kantoorhoudende te Maassluis,
eiseres in de hoofdzaak,
verweerster in het incident tot tussenkomst,
advocaat mr. A.J.N. Kolsters,
tegen
de publiekrechtelijke rechtspersoon
DE GEMEENTE DE RONDE VENEN,
hierna te noemen: “de Gemeente”,
zetelend te Mijdrecht,
gedaagde in de hoofdzaak,
verweerster in het incident tot tussenkomst,
advocaat mr. R.J. Roks,
en
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DURA VERMEER INFRASTRUCTUUR B.V.,
hierna te noemen: “Dura Vermeer”,
gevestigd te Hoofddorp,
eiseres in het incident tot tussenkomst,
procesadvocaat mr J.M. van Noort,
behandelend advocaat mr. S. Könemann,
en in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DURA VERMEER INFRASTRUCTUUR B.V.,
hierna te noemen: “Dura Vermeer”,
gevestigd te Hoofddorp,
eiseres (tussenkomende partij)
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VAN DIJK MAASLAND B.V.,
hierna te noemen: “Van Dijk Maasland”,
gevestigd en kantoorhoudende te Maassluis,
verweerster,
advocaat mr. A.J.N. Kolsters,
2. de publiekrechtelijke rechtspersoon
DE GEMEENTE DE RONDE VENEN,
hierna te noemen: “de Gemeente”,
zetelend te Mijdrecht,
verweerster,
advocaat mr. R.J. Roks,
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de op 3 juni 2009 aan de Gemeente betekende dagvaarding,
- de bij brief van 1 juli 2009 aan de voorzieningenrechter en de advocaat van de Gemeente
en Dura Vermeer verzonden akte overlegging producties (genummerd 1 tot en met 13)
tevens houdende rectificatie van Van Dijk Maasland,
- de bij brief van 2 juli 2009 aan de voorzieningenrechter toegezonden incidentele conclusie
tot tussenkomst van Dura Vermeer, met daarbij de opmerking dat deze conclusie al eerder
aan de advocaat van Van Dijk Maasland en de Gemeente is toegezonden,
- de bij brief van 6 juli 2009 aan de voorzieningenrechter en de advocaat van de
Van Dijk Maasland en Dura Vermeer verzonden akte houdende overlegging producties
(genummerd 14 tot en met 17) van de Gemeente,
- de bij faxbericht van 7 juli 2009 aan de voorzieningenrechter en de advocaat van
Van Dijk Maasland en de Gemeente toegezonden producties genummerd 18 tot en met 23
van Dura Vermeer,
- de bij faxbericht van 8 juli 2009 aan de voorzieningenrechter en de advocaat van
de Gemeente en Dura Vermeer toegezonden producties genummerd 24 en 25 van
Van Dijk Maasland,
- de mondelinge behandeling van 9 juli 2009, ter gelegenheid waarvan Van Dijk Maasland
haar subsidiaire vordering heeft ingetrokken en haar meer subsidiaire vordering nader
heeft ingevuld,
- de pleitnota van Van Dijk Maasland,
- de pleitnota van de Gemeente,
- de pleitnota van Dura Vermeer.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. De Gemeente heeft een aanbesteding uitgeschreven voor de reconstructie van de Baambrugse Zuwe te Vinkeveen. De Baambrugse Zuwe is een weg die dwars door de Vinkeveense plassen loopt. Deze weg vertoont zettingen en dat was de reden voor de Gemeente om de aanbesteding uit te schrijven.
2.2. De door de Gemeente uitgeschreven aanbesteding betreft een niet openbare aanbestedingsprocedure op basis van Design en Construct (ontwerp en uitvoering) overeenkomstig de UAV-GC 2005.
2.3. De systematiek van het Design en Construct contract komt op het volgende neer.
De opdrachtgever formuleert zijn eisen voor het werk in een Vraagspecificatie. De Design en Constructaannemer maakt achtereenvolgens een voorlopig ontwerp, een definitief ontwerp en een uitvoeringsontwerp en voert dat uit. Steeds dienen de diverse ontwerpen door de opdrachtgever te worden getoetst en geaccepteerd, zulks op basis van de door de opdrachtgever in de Vraagspecificatie gestelde eisen.
2.4. Het ARW 2005 en het Besluit Aanbestedingsregels voor Overheidopdrachten (“BAO”) zijn op de aanbestedingsprocedure van toepassing verklaard.
2.5. De procedure heeft bestaan uit een selectie- en inschrijvingsfase. De Gemeente heeft na de selectieprocedure Van Dijk Maasland, Dura Vermeer, Heijmans, BAM en MNO Vervat uitgenodigd tot het doen van een inschrijving. BAM en MNO Vervat hebben afgezien van het indienen van een inschrijving. Van Dijk Maasland, Dura Vermeer en Heijmans hebben wel een inschrijving ingediend.
2.6. Vóór de inschrijving is aan de inschrijvers verstrekt:
- een inschrijvingsdocument,
- een Concept Basisovereenkomst ‘Reconstructie Baambrugse Zuwe’,
- Vraagspecificatie deel 1 Inleiding,
- Vraagspecificatie deel 2 Scope/procedure eisen,
- Vraagspecificatie deel 3 Programma van Eisen,
- Annexen gevoegd bij de Vraagspecificatie,
- Informatieve en Bindende Bijlagen bij de Vraagspecificatie.
2.6.1. Uit wat is vermeld op bladzijde 8 van het inschrijvingsdocument volgt
– samengevat – het volgende.
Als inschrijvingsvereiste geldt dat elke inschrijver voor het werk een Plan van Aanpak moet aanleveren en dat dit Plan van Aanpak de opdrachtgever vertrouwen moet geven in een juiste interpretatie van de eisen. Met het Plan van Aanpak moet worden aangetoond dat aan de eisen in de Vraagspecificatie wordt voldaan en dat zowel het ontwerp als de uitvoering geen onaanvaardbare risico’s met zich meebrengt. Het Plan van Aanpak bevat tenminste een Voorontwerp van de wegconstructie, die dient te bestaan uit een duidelijke beschrijving van de oplossingsrichting en berekeningen (zowel geotechnisch als met betrekking tot de dragende constructie).
2.6.2. In Vraagspecificatie deel 3 zijn – voor zover voor deze procedure van belang – de volgende eisen, vermeld:
“ E130.4 De voetpaden mogen niet meer zetten dan 100 mm in 30 jaar.
E140.4 De onverharde delen van de hofjes mogen na de ophoging niet meer zetten dan
100 mm in de komende 30 jaar.
E150.2 Het parkeerterrein nabij de Herenweg mag de komende 30 jaar niet meer zetten
dan 100 mm.”
2.6.3. Uit de tweede Nota van Inlichtingen volgt dat de volgende vraag is gesteld:
“ voor de voetpaden, hofjes en parkeerterrein wordt een restzettingseis gesteld
(10 cm in 30 jaar, 30 cm in 30 jaar). Hoe en wanneer wordt vastgesteld dat aan deze eisen wordt voldaan? Hoe wordt daarbij omgegaan met de onzekerheden die gewoonlijk in een restzettingvoorspelling een rol spelen?”.
Deze vraag is in de derde Nota van Inlichtingen als volgt beantwoord:
“In het ontwerp moet de Opdrachtnemer op basis van zettingberekeningen aannemelijk
maken dat aan de restzettingeisen wordt voldaan.”
2.7. Van Dijk Maasland heeft zich voor haar inschrijving geotechnisch laten ondersteunen door de Stichting Deltares te Delft (hierna te noemen: “Deltares”). Deltares heeft op 19 maart 2009 het door Van Dijk Maasland als productie 12 in het geding gebrachte conceptrapport en op 17 juni 2009 het door Van Dijk Maasland als productie 25 in het geding gebrachte eindrapport uitgebracht.
2.8. In het kader van de geotechnische beoordeling van de inschrijvingen van
Van Dijk Maasland, Dura Vermeer en Heijmans heeft de Gemeente Grontmij geconsulteerd. Deze beoordeling is op 21 en 22 april 2009 uitgevoerd door mevrouw drs. C. Egmond, adviseur geotechniek. Grontmij is tot de conclusie gekomen dat alle inschrijvingen aan de Vraagspecificatie voldeden (zie het door de de Gemeente als productie 17 in het geding gebrachte memo t.a.v. wijze geotechnische beoordeling van 30 juni 2009 van Grontmij).
2.9. Bij brief van 19 mei 2009 heeft de Gemeente aan Van Dijk Maasland,
Dura Vermeer en Heijmans, bericht dat zij voornemens is om het werk aan Dura Vermeer te gunnen. Van Dijk Maasland is als tweede in deze procedure geëindigd.
2.10. Van Dijk Maasland heeft vervolgens het standpunt ingenomen dat de inschrijving van Dura Vermeer (waarschijnlijk) ongeldig is omdat deze inschrijving (waarschijnlijk) niet voldoet aan de in de Vraagspecificatie deel 3 opgenomen eis dat de voetpaden, de hofjes en het parkeerterrein nabij de Herenweg niet meer mogen zetten dan 100 mm in 30 jaar.
Van Dijk Maasland is tot dit vermoeden gekomen nadat zij op de website van Dura Vermeer had gelezen dat Dura Vermeer voor de voetpaden, de hofjes en het parkeerterrein nabij de Herenweg had gekozen voor het aanbrengen van EPS (piepschuim). Teneinde te kunnen verifiëren of dit vermoeden juist was, heeft Van Dijk Maasland de Gemeente verzocht om haar inzage te geven in de constructieopbouw en geotechnische berekeningen van
Dura Vermeer. De Gemeente heeft deze inzage geweigerd omdat het openbaar maken daarvan volgens haar zou moeten worden beschouwd als het doorgeven van concurrentiegevoelige informatie en in strijd zou zijn met de commerciële belangen van Dura Vermeer.
2.11. De Gemeente heeft naar aanleiding van de door Van Dijk Maasland geuite twijfel betreffende de geldigheid van de inschrijving van Dura Vermeer, Mos Grondmechanica B.V. te Rhoon (hierna te noemen: “Mos”) de opdracht gegeven om een second opinion te geven over het Plan van Aanpak en de technische oplossingen van Dura Vermeer en heeft Mos daartoe de inschrijving van Dura Vermeer en diverse andere stukken ter beschikking gesteld.
Mos, in de persoon van ing. E.J. Schippers, heeft op basis van de aan haar ter beschikking gestelde stukken onderzocht of conform het gestelde in de 2e Nota van Inlichtingen, deel 3, antwoord 99, wordt aangetoond dat de door Dura Vermeer voorgestelde constructie ter plaatse van de verhardingen van de voetpaden, de hofjes en het parkeerterrein nabij de Herenweg rekentechnisch voldoet aan de zettingseis van maximaal 100 mm in 30 jaar en is tot de conclusie gekomen dat dit het geval is.
De Gemeente heeft het rapport van Mos van 24 juni 2009 als productie 16 in het geding gebracht.
Daarnaast heeft de Gemeente Grontmij nogmaals geconsulteerd en verzocht om te beoordelen of de inschrijving van Dura Vermeer aan de Vraagspecificatie voldoet. Deze beoordeling heeft plaatsgevonden door de heer ing. R. Steenbrink, senior adviseur/teamleider geotechniek, en dhr. ir. N.P. van Leeuwen, junior adviseur geotechniek. Zij zijn tot de conclusie gekomen dat de inschrijving van Dura Vermeer aan de vereisten van de Vraagspecificatie voldoet, dat de berekening is uitgevoerd in overeenstemming met de daartoe geldende normen, dat de in de aanbieding van Dura Vermeer opgenomen parameters vallen binnen de kaders van deze normen en dat er geen reden is om de ingediende inschrijving niet te accepteren. (zie het door de de Gemeente als productie 17 in het geding gebrachte memo t.a.v. wijze geotechnische beoordeling van 30 juni 2009 van Grontmij).
2.12. Van Dijk Maasland heeft als productie 24 een aan haar gerichte brief van Fugro Ingenieursbureau B.V. (hierna te noemen: “Fugro”) van 8 juli 2009 in het geding gebracht.
Fugro, in de persoon van ir. H.L. Jansen, heeft aan de hand van het definitieve rapport van Deltares van 17 juni 2009 en het rapport van Mos van 24 juni 2009 beoordeeld of de inschrijving van Dura Vermeer aan de Vraagspecificatie voldoet en geconcludeerd dat dit niet het geval is.
3. Het geschil
3.1. Van Dijk Maasland vordert in de hoofdzaak tegen de Gemeente, na wijziging van eis, dat bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad,:
Primair
a) de Gemeente wordt verboden het werk te gunnen aan Dura Vermeer, dit op straffe van
verbeurte van een dwangsom van EUR 100.000,--,
b) de Gemeente wordt veroordeeld om binnen twee dagen na betekening van het in deze
zaak te wijzen vonnis het werk te gunnen aan Van Dijk Maasland, dit op straffe van
verbeurte van een dwangsom van EUR 25.000,-- per dag of dagdeel,
Subsidiair
c) een maatregel wordt getroffen die de voorzieningenrechter in goede justitie passend
acht en die recht doet aan de belangen van Van Dijk Maasland en meer in het bijzonder
de Gemeente te gebieden de aanbesteding te herbeoordelen met inachtneming van de
rapporten van Deltares en Fugro, waarbij bij de toepassing van EPS voor gewichts-
reductie wordt gekozen, dit binnen een in goede justitie te bepalen periode en op straffe
van een dwangsom, althans de Gemeente, op straffe van verbeurte van een dwangsom, te
gebieden het werk opnieuw aan te besteden,
Primair en subsidiair
d) de Gemeente wordt veroordeeld in de proceskosten.
3.2. Van Dijk Maasland baseert deze vordering op de stelling dat de Gemeente de inschrijving van Dura Vermeer ongeldig had moeten verklaren omdat deze inschrijving niet voldoet aan de in Vraagspecificatie deel 3 neergelegde eisen met betrekking tot de voetpaden, de hofjes en het parkeerterrein nabij de Herenweg en meer in het bijzonder aan de eis dat de voetpaden, de hofjes en het parkeerterrein nabij de Herenweg de komende
30 jaar niet meer mogen zetten dan 100 mm. Van Dijk Maasland beroept zich daarbij op het eindrapport van Deltares van 17 juni 2009 en de brief van Fugro van 8 juli 2009.
3.3. De Gemeente voert verweer tegen de vordering van Van Dijk Maasland en stelt zich met een beroep op de memo van Grontmij van 17 juni 2009 en het rapport van Mos van 24 juni 2009 op het standpunt dat Dura Vermeer ook ten aanzien van de in dit geding aan de orde zijnde voetpaden, hofjes en parkeerterrein aan de Vraagspecificatie voldoet.
3.4. Dura Vermeer vordert in het incident dat het haar wordt toegestaan tussen te komen in het geding tussen Van Dijk Maasland en de Gemeente.
Voor het geval dat deze tussenkomst wordt toegestaan vordert Dura Vermeer dat bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad,:
a) de vorderingen van Van Dijk Maasland in de zaak tegen de Gemeente worden afgewezen,
b) de Gemeente wordt verboden de opdracht tot reconstructie van Baambrugse Zuwe te
gunnen aan een derde, dit op straffe van een dwangsom van EUR 500.000,--
c) Van Dijk Maasland en de Gemeente worden veroordeeld in de proceskosten.
3.5. Dura Vermeer stelt zich op het standpunt dat de vorderingen van
Van Dijk Maasland moeten worden afgewezen omdat zij, zoals volgt uit de memo van Grontmij van 17 juni 2009 en het rapport van Mos van 24 juni 2009, aan de Vraagspecificatie voldoet en Van Dijk Maasland geen belang bij haar vordering heeft omdat
haar inschrijving ongeldig is.
4. De beoordeling
In het incident tot tussenkomst
4.1. De voorzieningenrechter heeft de incidentele vordering van Dura Vermeer tot tussenkomst, nadat Van Dijk Maasland en de Gemeente te kennen hadden gegeven daartegen geen bezwaar te hebben, bij mondeling vonnis toegewezen. De voorzieningenrechter heeft zich toen nog niet uitgelaten over de proceskostenveroordeling en bepaalt thans dat de proceskosten in het incident zullen worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij zijn eigen kosten in het incident tot tussenkomst zal hebben te dragen.
In de hoofdzaken
4.2. De hoofdzaak tussen Van Dijk Maasland en de Gemeente en tussen Dura Vermeer enerzijds en Van Dijk Maasland en de Gemeente anderzijds zullen hierna gezamenlijk worden behandeld.
4.3. Kern van het geschil betreft de beantwoording van de vraag of de Gemeente in redelijkheid tot de conclusie kon komen dat Dura Vermeer aan de Vraagspecificatie heeft voldaan en meer in het bijzonder dat zij tot de conclusie kon komen dat Dura Vermeer aan de in de Vraagspecificatie neergelegde eis, inhoudende dat de voetpaden, de hofjes, en het parkeerterrein nabij de Herenweg de komende dertig jaar niet meer dan 100 mm mag zakken, heeft voldaan. Hierover wordt het volgende overwogen.
4.4. Van Dijk Maasland stelt zich op het standpunt dat uit het rapport van Deltares van 17 juni 2009 en de brief van Fugro van 8 juli 2009 volgt dat slechts aan de Vraagspecificatie met betrekking tot de voetpaden, hofjes en het parkeerterrein nabij de Herenweg kan worden voldaan indien wordt gekozen voor gewichtsreductie ook wel aangeduid met spanningsreductie. Uit het rapport van Mos volgt volgens Van Dijk Maasland dat Dura Vermeer geen spanningsreductie toepast, maar heeft gekozen voor een gewichtsneutrale constructie. Dura Vermeer voldoet daardoor niet aan de Vraagspecificatie, aldus nog steeds het standpunt van Van Dijk Maasland.
4.5. Als uitgangspunt geldt het volgende.
De inschrijvers dienen door middel van een zettingsberekening aannemelijk te maken dat hun voorontwerp voldoet aan de restzettingseis met betrekking tot de voetpaden, de hofjes, en het parkeerterrein nabij de Herenweg (zie 2.6.2. in verbinding met 2.6.3.).
Tussen partijen is niet in geschil dat op grond van bijlage L bij de Vraagspecificatie de NEN-normen van toepassing zijn en dat op grond van de NEN-norm 6740 de berekening van de samendrukking van grond en van de zakking kan worden uitgevoerd met behulp van de Koppejan-methode. Van Dijk Maasland en andere inschrijvers hebben gedurende de inlichtingenperiode geen bezwaar gemaakt tegen het gebruik van deze Koppejan-methode. Voor zover Van Dijk Maasland zich thans op het standpunt stelt dat de Koppejan-methode ongeschikt is, is dit standpunt – zoals de Gemeente en Dura Vermeer ook aanvoeren – gelet op de Grossmann-jurisprudentie tardief.
4.6. Dura Vermeer heeft in haar technische oplossing voor de voetpaden, hofjes en het parkeerterrein nabij de Herenweg gekozen voor een constructie op EPS. Zij heeft een oplossing voorgesteld waarbij zwaardere elementen van de huidige verhardingsconstructie (asfalt en zand) vervangen worden door lichtere materialen, EPS (piepschuim).
Dura Vermeer heeft de zettingsberekening conform de Koppejan-methode uitgevoerd.
4.7. Het standpunt van de Gemeente dat de inschrijving van Dura Vermeer aan
de Vraagspecificatie voldoet, wordt ondersteund door het memo van Grontmij van
17 juni 2007 en het rapport van Mos van 24 juni 2009. Zowel Grontmij als Mos concluderen dat de inschrijving van Dura Vermeer aan de Vraagspecificatie voldoet. Dat Mos in haar rapport diverse voorbehouden maakt, doet – anders dan Van Dijk Maasland meent – niet af aan de conclusie die zij heeft getrokken.
4.8. Het is niet aannemelijk geworden dat de conclusie van Grontmij en Mos, inhoudende dat de inschrijving van Dura Vermeer aan de Vraagspecificatie voldoet, ongefundeerd is en dat de Gemeente in redelijkheid niet op deze conclusie mag afgaan.
Het rapport van Deltares van 17 juni 2009 en de bevindingen van Fugro zoals neergelegd in de brief van 8 juli 2009, bieden daarvoor geen aanwijzing. Dit wordt als volgt gemotiveerd.
4.8.1. Ten aanzien van het rapport van Deltares geldt het volgende.
Vooropgesteld wordt dat Deltares niet de inschrijving van Dura Vermeer heeft beoordeeld. Zij heeft haar rapport opgesteld naar aanleiding van het verzoek van Van Dijk Maasland om haar bij haar inschrijving geotechnisch te ondersteunen (zie 2.6.).
Voorts geldt dat in het rapport van Deltares alleen iets wordt opgemerkt over de weg en over de hofjes. De voetpaden en het parkeerterrein blijven in dit rapport onbesproken.
Het is aannemelijk dat – zoals de Gemeente en Dura Vermeer aanvoeren – op grond van het rapport van Deltares niet kan worden geconcludeerd dat de conclusie van Grontmij en Mos onjuist is. Het is namelijk voldoende gebleken dat Deltares bij de geotechnische ondersteuning van Van Dijk Maasland is uitgegaan van andere eisen, en zelfs zwaardere eisen, dan die in de aanbestedingsstukken worden gesteld.
Zo gaat Deltares bij de beoordeling van de vraag wanneer ten aanzien van de hofjes wordt voldaan aan de door de Gemeente gestelde zettingseis uit van een zakkingseis van 0,02 m in dertig jaar ofwel een reductie van de zakkingssnelheid met een factor 30 (zie 3.1.4 van het rapport van Deltares). Dit is een zwaardere eis dan die in de Vraagspecificatie deel 3 (E140.4) wordt gesteld. Daarin wordt immers gesteld dat de zakkingseis voor de hofjes
0,1 m in dertig jaar bedraagt.
Verder gaat Deltares bij de berekening van de huidige doorgaande zakkingen in de tijd uit van het zogenaamde isotache abc model, omdat volgens haar het in Nederland gebruikelijke Koppejan model ongeschikt is (zie 3.1.1. van het rapport van Deltares). Uit wat in 4.5. is overwogen, volgt echter dat het op grond van de aanbestedingsstukken is toegestaan dat de inschrijvers, waaronder Dura Vermeer, aan de hand van Koppejan methode aannemelijk maken dat hun voorontwerp voldoet aan de restzettingseis met betrekking tot de voetpaden, de hofjes, en het parkeerterrein nabij de Herenweg.
4.8.2. Ten aanzien van de bevindingen van Fugro, zoals neergelegd in de brief van
8 juli 2009, geldt het volgende.
Fugro heeft blijkens haar brief slechts de beschikking gehad over twee documenten, namelijk het rapport van Deltares van 17 juni 2009 en het rapport van Mos van 24 juni 2009. Voorts geldt dat haar brief waarin zij haar bevindingen heeft neergelegd zeer summier is (het beslaat net iets meer dan 1 pagina) en dat zij haar conclusie dat ter plaatse van de hofjes altijd een gewichtsreductie noodzakelijk is om te kunnen voldoen aan de eis in de Vraagspecificatie niet heeft gemotiveerd.
4.9. Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de Gemeente in redelijkheid tot de conclusie kon komen dat Dura Vermeer aan de Vraagspecificatie heeft voldaan en meer in het bijzonder dat zij aan de in de Vraagspecificatie neergelegde eis met betrekking tot de voetpaden, de hofjes, en het parkeerterrein nabij de Herenweg heeft voldaan.
Dit brengt mee dat de primaire en de subsidiaire vordering van Van Dijk Maasland tegen de Gemeente moet worden afgewezen en dat de vordering van Dura Vermeer in de hoofdzaak tegen Van Dijk Maasland en de Gemeente strekkende tot afwijzing van de vordering van Van Dijk Maasland in de hoofdzaak tegen de Gemeente toewijsbaar is.
Het door Dura Vermeer opgeworpen verweer dat Van Dijk Maasland geen belang bij haar vordering heeft omdat haar inschrijving ongeldig is, kan gelet daarop onbesproken blijven.
4.10. Voorts is nog aan de orde de beoordeling van de vordering van Dura Vermeer op de Gemeente, inhoudende dat de Gemeente op straffe van een dwangsom wordt verboden de opdracht tot reconstructie van Baambrugse Zuwe aan een derde te gunnen. Deze – door de Gemeente betwiste – vordering zal worden afgewezen, aangezien niet is gebleken dat de Gemeente van plan is om – in afwijking van haar eerder, bij brief van 19 mei 2009, uitgesproken voornemen om het werk aan Dura Vermeer te gunnen – het werk aan een derde te gunnen.
4.11. In de hoofdzaak tussen Van Dijk Maasland en de Gemeente zal Van Dijk Maasland als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld.
De kosten aan de zijde van de Gemeente worden begroot op:
- vast recht EUR 262,00
- salaris procureur 816,00
Totaal EUR 1.078,00
4.12. In de hoofdzaak tussen Dura Vermeer enerzijds en Van Dijk Maasland en
de Gemeente anderzijds zal Van Dijk Maasland als de in de ongelijk gestelde partij in de proceskosten aan de zijde van Dura Vermeer worden veroordeeld. Deze kosten worden begroot op:
- vast recht EUR 131,00 (0,5 x EUR 262,00)
- salaris procureur 816,00
Totaal EUR 947,00
De voorzieningenrechter ziet aanleiding om de proceskosten tussen Dura Vermeer en de Gemeente te compenseren in die zin dat iedere partij haar eigen kosten draagt.
5. De beslissing
De voorzieningenrechter
in het incident
5.1. compenseert de proceskosten in die zin dat iedere partij haar eigen kosten draagt,
in de hoofdzaak tussen Van Dijk Maasland en de Gemeente en in de hoofdzaak tussen Dura Vermeer enerzijds en Van Dijk Maasland en de Gemeente anderzijds
5.2. wijst de vorderingen van Van Dijk Maasland af,
5.3. veroordeelt Van Dijk Maasland in de proceskosten, aan de zijde van de Gemeente tot op heden begroot op EUR 1.078,00,
5.4. veroordeelt Van Dijk Maasland in de proceskosten, aan de zijde van Dura Vermeer tot op heden begroot op EUR 947,00,
5.5. verklaart dit vonnis wat betreft 5.3 en 5.4 uitvoerbaar bij voorraad,
5.6. wijst de vordering van Dura Vermeer tegen de Gemeente af,
5.7. compenseert de proceskosten tussen Dura Vermeer en de Gemeente in die zin dat iedere partij haar eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. A. van Maanen en in het openbaar uitgesproken op 24 juli 2009.?