ECLI:NL:RBUTR:2009:BJ3129
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.W. Veenendaal
- I. Bruna
- Y.A.T. Kruijer
- Rechtspraak.nl
Mishandeling van kinderen door vader met langdurige en stelselmatige geweldsincidenten
In deze zaak heeft de rechtbank Utrecht op 20 juli 2009 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een vader die beschuldigd werd van de mishandeling van zijn vier kinderen. De verdachte heeft zijn kinderen gedurende een lange periode, van 1 januari 1998 tot en met 10 november 2008, meermalen mishandeld door hen te slaan en te schoppen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de mishandelingen stelselmatig en ernstig waren, waarbij de kinderen vaak letsel en pijn hebben ondervonden. De rechtbank heeft de verklaringen van de kinderen, [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2], als waarheidsgetrouw beoordeeld, ondersteund door getuigenverklaringen die de mishandelingen bevestigen. De verdachte heeft tijdens de zitting geprobeerd te beweren dat zijn daden pedagogisch van aard waren, maar de rechtbank heeft deze visie verworpen en de daden gekwalificeerd als mishandeling.
De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan de mishandeling van zijn kinderen en hem veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden, met een proeftijd van twee jaar, en een werkstraf van 120 uur. De rechtbank heeft ook bepaald dat als de verdachte de werkstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis van 60 dagen zal worden toegepast. De beslissing is genomen met inachtneming van de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd en de persoon van de verdachte. De rechtbank heeft opgemerkt dat de verdachte gaandeweg de zitting meer openstond voor de opmerkingen van anderen en zich meer bewust leek van de schade die hij aan zijn kinderen had berokkend.
De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie, die een werkstraf en een voorwaardelijke gevangenisstraf had geëist, toegewezen. De verdediging had gepleit voor niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie en strafvermindering, maar de rechtbank heeft deze verzoeken afgewezen. De zaak heeft ook aandacht gekregen in de media, wat door de verdediging werd aangeduid als 'public shaming', maar de rechtbank oordeelde dat dit geen invloed had op de strafmaat.