ECLI:NL:RBUTR:2009:BI9965
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.J. Grapperhaus
- M.J. Veldhuijzen
- J. Schwillens
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak voor poging tot oplichting en veroordeling voor oplichting meermalen gepleegd in de reisbranche
In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 23 juni 2009 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van poging tot oplichting en oplichting meermalen gepleegd. De rechtbank sprak de verdachte vrij van de poging tot oplichting, omdat de ten laste gelegde oplichtingsmiddelen niet bewezen konden worden. De verdachte had geprobeerd drie vrouwen te bewegen tot betaling van een borg voor een stewardessenopleiding, maar de rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor opzettelijk bedrieglijk handelen.
Echter, de rechtbank veroordeelde de verdachte wel voor oplichting, meermalen gepleegd. De slachtoffers hadden geldbedragen betaald voor reizen naar Suriname, onder de indruk dat zij tickets hadden geboekt. Eind april 2005 bleek echter dat de geplande vluchten niet konden plaatsvinden. De verdachte had vier weken de tijd om zijn klanten te informeren en hun geld terug te storten, maar hij heeft dit nagelaten. De rechtbank oordeelde dat de verdachte door zijn handelen niet alleen financieel, maar ook psychisch schade had toegebracht aan de slachtoffers, die vaak lang van tevoren hun reizen hadden gepland.
De rechtbank hield rekening met de eerdere veroordelingen van de verdachte en de ernst van de feiten. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie maanden. Daarnaast werden de vorderingen van de benadeelde partijen gedeeltelijk toegewezen, waarbij de rechtbank oordeelde dat de benadeelde partijen niet-ontvankelijk moesten worden verklaard in hun vorderingen voor het vrijgesproken feit. De rechtbank besloot ook dat de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerdere voorwaardelijke straf niet werd toegewezen, gezien de onredelijke termijn die was verstreken tijdens de vervolging.