ECLI:NL:RBUTR:2009:BI9948

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
17 juni 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
245934 / HA ZA 08-600
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Deskundigenonderzoek naar de waarde van een perceel grond met stacaravan en een auto

In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 17 juni 2009 een vonnis gewezen in een civiele procedure tussen [eiseres] en [gedaagde]. De rechtbank heeft in een eerder tussenvonnis van 21 januari 2009 geoordeeld dat deskundigen moeten worden benoemd om de vrije onderhandse verkoopwaarde van zowel een Hyundai als een perceel grond met daarop een stacaravan te bepalen. Partijen hebben zich vervolgens uitgelaten over de benoeming van de deskundigen, waarbij zij het standpunt hebben ingenomen dat met de benoeming van één deskundige kan worden volstaan. De rechtbank heeft besloten om zelf de waarde van de Hyundai te schatten, gezien het grotere financiële belang van de waardebepaling van het perceel met stacaravan. De rechtbank heeft de waarde van de Hyundai vastgesteld op EUR 3.000,-, rekening houdend met de argumenten van beide partijen en de afschrijving van het voertuig.

Daarnaast heeft de rechtbank een makelaar benoemd als deskundige voor de waardebepaling van het perceel grond en de stacaravan. De deskundige is opgedragen om een gemotiveerd rapport uit te brengen over de vrije onderhandse verkoopwaarde van het perceel en de stacaravan, waarbij ook de waarde van beide afzonderlijk moet worden benoemd. De rechtbank heeft verder bepaald dat de kosten van de deskundige door beide partijen gedeeld moeten worden en dat de deskundige binnen drie maanden na het vonnis zijn rapport moet indienen. De rechtbank heeft de verdere beslissingen aangehouden tot het deskundigenonderzoek is afgerond.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK UTRECHT
Sector handels- en familierecht
zaaknummer / rolnummer: 245934 / HA ZA 08-600
Vonnis van 17 juni 2009
in de zaak van
[eiseres],
wonende te [woonplaats],
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. F.X.D.A. Hagens,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats],
gedaagde in conventie,
eiser in reconventie,
advocaat mr. G.J. Boven.
Partijen zullen hierna respectievelijk [eiseres] en [gedaagde] genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 21 januari 2009;
- de akte van [eiseres];
- de akte van [gedaagde].
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De verdere beoordeling
in conventie en in reconventie
2.1. In haar tussenvonnis van 21 januari 2009 heeft de rechtbank geoordeeld dat deskundigen moeten worden benoemd om – kort gezegd – de vrije onderhandse verkoopwaarde te bepalen van de Hyundai en het perceel grond en de zich daarop bevindende stacaravan. De rechtbank heeft partijen vervolgens in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over de persoon van de te benoemen taxateurs.
2.2. De rechtbank heeft kennis genomen van het tussen partijen gevoerde debat op dit punt. Beide partijen stellen zich op het standpunt dat (mede vanuit een oogpunt van kostenbesparing) met de benoeming van één deskundige kan worden volstaan.
2.3. Tussen partijen is niet in geschil dat de waarde van het perceel grond en de stacaravan die van de Hyundai ruimschoots overstijgt. Dit rechtvaardigt de conclusie dat het financiële belang van de waardebepaling van het perceel en de stacaravan aanzienlijk groter is dan de waardebepaling van de auto. Gelet hierop gaat de rechtbank ervan uit dat uit het standpunt van partijen volgt dat geen deskundige hoeft te worden benoemd voor de waardebepaling van de Hyundai. Dit oordeel brengt mee dat de rechtbank zelf de waarde van deze auto zal schatten.
Waarde auto
2.4. Ter zitting heeft [eiseres] gesteld dat de Hyundai volgens een taxatie uit 2006 van het occassioncenter Bloemendaal EUR 4.000,- bedraagt. [gedaagde] heeft als verweer aangevoerd dat een soortgelijk voertuig ten tijde van de comparitie (21 oktober 2008) op Marktplaats wordt aangeboden voor EUR 1.250,-.
2.5. De rechtbank passeert het verweer van [gedaagde] dat de waarde van de Hyundai moet worden bepaald op EUR 1.250,-. In r.o. 4.16 van voornoemd tussenvonnis heeft de rechtbank immers geoordeeld dat 10 november 2006 heeft te gelden als het tijdstip waarop de waarde van de Hyundai moet worden beoordeeld. Uitgaande van een gebruikelijke afschrijving moet het ervoor worden gehouden dat de waarde van het voertuig op deze peildatum beduidend hoger lag dan op de datum van de comparitie die bijna twee jaren later heeft plaatsgevonden. De door [gedaagde] genoemde waarde kan dan ook niet als grondslag dienen voor de bepaling van de waarde van de auto per 10 november 2006. De rechtbank zal de door [eiseres] genoemde de waarde van EUR 4.000,- daarom tot uitgangspunt nemen.
2.6. De rechtbank stelt evenwel vast dat [gedaagde] ter gelegenheid van de comparitie heeft aangevoerd dat de Hyundai geregistreerd staat als invalidenvoertuig, hetgeen volgens hem een prijsdrukkend effect heeft (zie r.o. 4.14 van voornoemd tussenvonnis). Dit verweer is door [eiseres] onbesproken gelaten, zodat de rechtbank van de juistheid hiervan zal uitgaan.
2.7. Gelet op hetgeen partijen over en weer hebben gesteld, zal de rechtbank de waarde van de Hyundai begroten op EUR 3.000,-.
2.8. In haar meermalen genoemde tussenvonnis van 21 januari 2009 heeft de rechtbank reeds geoordeeld dat de Hyundai aan [gedaagde] zal worden toebedeeld en dat hij gehouden zal zijn de helft van de waarde van dit voertuig aan [eiseres] te voldoen (zie r.o. 4.30). Gelet op het voorgaande zal [gedaagde] wegens overbedeling een bedrag van EUR 1.500,- aan [eiseres] dienen te voldoen.
Deskundige
2.9. De rechtbank stelt vast dat partijen zich niet hebben uitgelaten over de persoon van de te benoemen deskundige in verband met de vaststelling van de waarde van het perceel grond en de stacaravan. De rechtbank zal tot deskundige een makelaar in de regio Zeewolde en wel:
mevrouw A.M. Floor
werkzaam bij Midden Nederland Makelaars BV
Sportstraat 2
3781 BK Voorthuizen.
2.10. Deze deskundige wordt verzocht gemotiveerd bericht uit te brengen over de vrije onderhandse verkoopwaarde het perceel grond (kadastraal bekend gemeente Zeewolde, [kadastraalnummer]) met de zich daarop bevindende stacaravan op het moment van taxatie, waarbij de deskundige wordt verzocht de waarde van zowel het perceel als de stacaravan ook afzonderlijk te benoemen.
2.11. Voorts wordt de deskundige verzocht zich uit te laten over andere aspecten betreffende het perceel grond en de stacaravan die naar zijn oordeel van belang kunnen zijn voor de beoordeling van deze zaak.
2.12. Na het uitbrengen van het rapport door de deskundige dient [eiseres] als eerste te concluderen.
2.13. Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.
3. De beslissing
De rechtbank
in conventie en in reconventie
het deskundigenonderzoek
3.1. beveelt een deskundigenonderzoek naar de in r.o. ?2.10 en r.o. ?2.11 van dit vonnis geformuleerde vragen,
3.2. benoemt tot deskundige ter beantwoording van deze vragen:
mevrouw A.M. Floor
werkzaam bij Midden Nederland Makelaars BV
Sportstraat 2
3781 BK Voorthuizen,
3.3. bepaalt dat het onderzoek zal worden verricht onder leiding van mr. M.E. Heinemann, die ten deze tot rechter-commissaris wordt benoemd,
de kosten
3.4. bepaalt met het oog op de vaststelling van het voorschot ter zake van de kosten van de deskundige het volgende:
- de deskundige dient binnen drie weken na de datum van dit vonnis een begroting van zijn kosten op te geven aan mr. M.E. Heinemann, gespecificeerd naar het aantal uren, het uurtarief en de overige kosten;
- de civiele griffie zal bedoelde opgave toezenden aan partijen;
- partijen kunnen binnen twee weken daarna bij mr. M.E. Heinemann schriftelijk bezwaar maken tegen de begroting;
- als niet tijdig bezwaar wordt gemaakt, wordt het voorschot terzake van de kosten van de deskundige reeds nu voor alsdan vastgesteld op het door de deskundige te begroten bedrag;
- als wel tijdig bezwaar wordt gemaakt, zal het voorschot worden vastgesteld bij afzonderlijke beslissing;
3.5. bepaalt dat ieder van partijen de helft van het bedrag van het voorschot ter griffie moet deponeren binnen twee weken nadat zij een daartoe strekkend betalingsverzoek van de civiele griffie hebben ontvangen,
de werkwijze van de deskundige
3.6. draagt de deskundige op een schriftelijk en met redenen omkleed bericht met een duidelijke conclusie, en een gespecificeerde einddeclaratie in te leveren ter griffie van deze rechtbank,
3.7. bepaalt de termijn waarbinnen het schriftelijk, ondertekend bericht ter griffie moet worden ingeleverd op drie maanden na de datum van dit vonnis, met dien verstande dat de deskundige niet met het onderzoek behoeft te beginnen voordat deze van de griffie van de rechtbank bericht heeft ontvangen dat het voorschot is gedeponeerd,
3.8. schrijft de deskundige voor dat hij bij het onderzoek partijen in de gelegenheid moet stellen opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat uit het rapport van de deskundige moet blijken of aan dit voorschrift is voldaan, terwijl in het rapport tevens melding dient te worden gemaakt van de inhoud van zodanige opmerkingen en verzoeken,
3.9. bepaalt dat de deskundige een concept van het rapport aan partijen zal toezenden en hen in de gelegenheid zal stellen opmerkingen over het concept te maken,
3.10. bepaalt dat uit het rapport van de deskundige moet blijken of aan dit voorschrift is voldaan terwijl in het rapport tevens melding dient te worden gemaakt van de inhoud van zodanige opmerkingen, en verzoekt de deskundige om in het rapport te reageren op de opmerkingen van partijen over het concept,
de overige beslissingen
3.11. draagt de griffier op een afschrift van dit vonnis toe te zenden aan de deskundige,
3.12. bepaalt dat de verdere processtukken binnen één week na de datum van dit vonnis aan de deskundige dienen te worden toegezonden door [eiseres],
3.13. draagt de griffier op om na inlevering van het schriftelijk bericht door de deskundige de zaak op een termijn van vier weken weer op de rol te plaatsen voor het nemen van een conclusie na deskundigenbericht aan de zijde van [eiseres] en om partijen daarvan bericht te doen,
3.14. houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.E. Heinemann en in het openbaar uitgesproken op 17 juni 2009.?