Sector handels- en familierecht
zaaknummer / rolnummer: 244624 / HA ZA 08-425
[eiser],
wonende te [woonplaats],
eiser,
advocaat mr. J.R. Dam,
de naamloze vennootschap
SNS REGIO BANK N.V.,
gevestigd te Utrecht,
gedaagde,
advocaat mr. E.W. Bosch.
Partijen zullen hierna respectievelijk [eiser] en SNS Regio Bank genoemd worden.
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 16 april 2008;
- het proces-verbaal van comparitie van 10 juli 2008;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
1.3. De enkelvoudige kamer heeft de zaak verwezen naar de meervoudige kamer.
2.1. [eiser] is telefonisch benaderd door Muller en De Graaf Financieel Advies BV (hierna: Muller en De Graaf). Na advisering door Muller en De Graaf heeft [eiser] uiteindelijk financiële producten afgenomen ter uitvoering van het REAAL Financieel Plan (hierna: het Financieel Plan). Muller en De Graaf is een zelfstandige tussenpersoon met een aanstelling bij REAAL Levensverzekeringen N.V. (hierna: REAAL Levensverzekeringen) en een volledige dochtermaatschappij van Geregelde Zaken Holding BV (hierna: Geregelde Zaken Holding). REAAL Levensverzekeringen is onderdeel van SNS REAAL N.V.
2.2. In het kader van het Financieel Plan is de bestaande hypothecaire geldlening van [eiser] overgesloten naar CombiVoordeel Hypotheken BV (hierna: CombiVoordeel), met daaraan gekoppeld een hypotheekverzekering bij REAAL Levensverzekeringen. In haar brief van 19 augustus 2004 aan [eiser] schrijft REAAL Levensverzekeringen onder meer:
“Met dank voor uw aanvraag kunnen wij u namens CombiVoordeel Hypotheken B.V. een hypothecaire geldlening aanbieden tegen de hierna en in de bijlage(n) vermelde condities.”
De brief noemt CombiVoordeel als financier. Op de hypothecaire geldlening zijn de algemene voorwaarden van CombiVoordeel van toepassing verklaard. CombiVoordeel maakt deel uit van ABN-Amro en werkt in het kader van het Financieel Plan samen met REAAL Levensverzekeringen.
2.3. Met het bedrag van de nieuwe hypothecaire geldlening heeft [eiser] voor de duur van 60 maanden een lening verstrekt aan Geregelde Zaken Holding ten bedrage van EUR 55.000,-. Geregelde Zaken Holding heeft het bedrag van de lening belegd. Blijkens het door haar uitgegeven Rentegarantie Certificaat van 13 augustus 2004 zou zij uit voornoemde lening maandelijks een rente van EUR 320,83 aan [eiser] betalen. Het rentecertificaat vermeldt onder meer:
Geldnemer: Geregelde Zaken Holding BV
Geplaatst kapitaal: € 55.000,-
Te vergoeden rente: 7,0%
Rentebetaling: € 320.83
Rentevastheids periode: 60 maanden
Looptijd overeenkomst: 60 maanden
Tussenpersoon: Muller & de Graaf Financieel Advies BV”
2.4. In het kader van het Financieel Plan heeft Hooge Huys Bancaire Diensten (een handelsnaam van SNS Regio Bank) op 31 augustus 2004 van Muller en De Graaf een door [eiser] ondertekend aanvraagformulier ontvangen, genaamd Aanvraag Servicerekening. SNS Regio Bank is net zoals Reaal Levensverzekeringen onderdeel van SNS REAAL N.V. In haar brief van dezelfde datum aan Muller en De Graaf bevestigt REAAL Bancaire Diensten (een andere handelsnaam van SNS Regio Bank) dat deze rekening is geopend. In deze brief schrijft SNS Regio Bank onder meer:
“Naar aanleiding van de aanvraag die u bij ons heeft gedaan voor een REAAL Financieel Plan, zenden wij u hierbij de bevestiging van het openen van de aangevraagde rekening(en).
Voor uw cliënt hebben wij een Servicerekening geopend met rekeningnummer 86.48.19.064.
De definitieve bevestiging met een overzicht van de afgenomen producten en incassobedragen volgt zo spoedig mogelijk na het passeren van de hypotheek.”
2.5. Bij brief van 6 januari 2005 aan [eiser] schrijft REAAL Bancaire Diensten onder meer:
“Naar aanleiding van de aanvraag die u bij ons heeft gedaan voor een REAAL Financieel Plan, zenden wij u hierbij de bevestiging van het totstandkomen van de daarbij behorende overeenkomsten.
Producten en betaling
Onderstaand treft u een opsomming aan van de producten die in het Financieel Plan zijn opgenomen:
Product Identificatie Maandbedrag
Hypotheek 429985 585,50
Opstap Hypotheekverzekering 7409909 130,51
Overboeking andere maatschappij Geregelde Zaken BV - 320,83
TOTAAL 396,18
Conform de opdracht wordt maandelijks, vanaf 27 oktober 2004, € 406,00 geïncasseerd van de rekening met rekeningnummer: 69.15.58.590.
De bedragen worden verwerkt via de Servicerekening met rekeningnummer: 86.48.19.064.”
2.6. In het kader van het Financieel Plan heeft [eiser] de beschikking gekregen over diverse brochures. De brochure “REAAL Financieel Plan, handleiding voor de consument” van SNS Regio Bank vermeldt:
“In het REAAL Financieel Plan worden alle financiële producten die u bij REAAL afsluit in overleg met uw financieel adviseur geïntegreerd tot de meest rendabele combinatie. De spil in het REAAL Financieel Plan is de Servicerekening. Alle betalingen en ontvangsten verlopen via deze rekening. Dit vergroot het gemak: u stort een bedrag op uw Servicerekening (via automatische incasso) waarmee vervolgens alle financiële producten worden betaald die u in uw REAAL Financieel Plan heeft afgesloten.”
De brochure “Uw REAAL hypotheek” van REAAL Levensverzekeringen vermeldt onder meer:
“Naast verzekeringen bieden we ook bank- en beleggingsproducten aan. Dat doen we uitsluitend via professionele financieel adviseurs. Met een combinatie van al onze producten kunnen zij voor u een persoonlijk financieel plan samenstellen.”
De brochure “REAAL Financieel Plan, Wonen” van REAAL Levensverzekeringen vermeldt, voor zover van belang:
“Rust doordat u financiële zaken goed geregeld zijn en ‘gemonitord’ worden door uw financieel adviseur die voor u de ontwikkelingen signaleert en hierop anticipeert.”
De brochure “REAAL Financieel Plan, Sparen/Beleggen” van SNS Regio Bank vermeldt onder meer:
“Bij het REAAL Financieel Plan worden allereerst uw huidige wensen en mogelijkheden in kaart gebracht, daarna stelt uw financieel adviseur een combinatie van financiële producten samen waarbij alle facetten van wonen, sparen/beleggen en pensioenen aan de orde kunnen komen én op elkaar zijn afgestemd. Daar gaat het om, één totaaladvies.”
2.7. Op enig moment schreef Geregelde Zaken Holding het maandelijks te betalen bedrag van EUR 320,83 niet meer over op de Servicerekening van [eiser]. Op 15 juni 2005 heeft de rechtbank Almelo Geregelde Zaken Holding onder bewindvoering gesteld. In r.o. 3 van haar beschikking (zaaknummer 71661 HA RK 05.45) heeft de rechtbank Almelo onder meer overwogen:
“In totaal heeft GZH (Geregelde Zaken Holding; toevoeging rechtbank Utrecht) voor een bedrag van ten minste 2033574,70 EUR aan gelden ontvangen. Deze gelden zijn ten dele uitgezet in de vorm van leningen, aangewend om de maandelijkse rentebetalingen op de rentegarantiecertificaten te voldoen. Tevens is er geïnvesteerd in onroerend goed en is een lening van 980533,03 EUR verstrekt aan Muller & De Graaf Financieel Advies B.V. DNB (De Nederlandsche Bank N.V.; toevoeging rechtbank Utrecht) heeft gesteld dat de liquiditeit van GZH niet voldoende is om aan de terugbetalingsverplichting uit hoofde van de rentegarantiecertificaten te voldoen. (…) Cruciaal voor het kunnen voldoen aan de terugbetalingsverplichting is de volwaardigheid van de rekening-courantverhouding op Muller & De Graaf Financieel Advies B.V. GZH heeft ter terechtzitting verklaard dat het aan Muller & De Graaf Financieel Advies B.V. geleende geld niet op korte termijn aan GZH kan worden terugbetaald.”
In r.o. 5 van haar beschikking heeft de rechtbank Almelo voorts overwogen:
“GZH heeft, al dan niet bewust, de bepalingen van de Wtk overtreden en heeft gezorgd voor een situatie van onvoldoende liquiditeit en solvabiliteit.”
2.8. Vervolgens is Geregelde Zaken Holding op 27 juli 2005 in staat van faillissement verklaard met benoeming van mr. J.A.D.M. Daniëls tot curator. Het faillissementsverslag van de curator van 9 november 2005 zegt over de activiteiten van Geregelde Zaken Holding:
“Overwegend cliënten van Muller en de Graag financieel advies BV (100% dochtermaatschappij van Geregelde zaken Holding BV) legden geld in in Geregelde Zaken Holding BV in de vorm van rentecertificaten. De inleggers kregen maandelijks een rente vergoed over de ingelegde gelden. Met de ingelegde gelden heeft overwegend financiering van Muller en de Graaf financieel advies BV plaatsgevonden en verder zijn in beperkte mate in onroerend goed investeringen verricht.”
2.9. Door het faillissement van Geregelde Zaken Holding is de belegging van [eiser] deels verloren gegaan. Inmiddels is ook Muller en De Graaf is staat van faillissement verklaard.
2.10. Bij brief van 4 november 2005 aan [eiser] schrijft REAAL Bancaire Diensten onder meer:
“Producten en betaling
Onderstaand treft u een opsomming aan van de producten die in het Financieel Plan zijn opgenomen:
Product Identificatie Maandbedrag
Hypotheek 429985 585,50
Opstap Hypotheekverzekering 7409909 130,51
Overboeking andere maatschappij Geregelde Zaken BV vervallen
TOTAAL 682,51”
3.1. [eiser] vordert samengevat:
- te verklaren voor recht dat SNS Regio Bank jegens [eiser] aansprakelijk is voor de door hem geleden schade;
- SNS Regio Bank te veroordelen in de kosten van deze procedure.
3.2. De stellingen van [eiser] komen erop neer dat hij SNS Regio Bank verwijt dat zij tekort is geschoten in de op haar rustende bijzondere zorgplicht als aanbieder van een complex financieel product. Vanwege deze zorgplicht was SNS Regio Bank, aldus [eiser], gehouden de aard van de belegging door Geregelde Zaken Holding alsmede de betrouwbaarheid van Muller en De Graaf te onderzoeken.
3.3. SNS Regio Bank voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4.1. In de kern komen [eiser]s stellingen erop neer dat SNS Regio Bank door middel van de brochures en door tussenkomst van Muller en De Graaf bij [eiser] de schijn heeft opgewekt dat zij de aanbieder is van het (gehele) Financieel Plan, zodat zij verantwoordelijk is voor de belegging die in het kader van dat plan heeft plaatsgevonden. Dit plan is een complex financieel product ten aanzien waarvan op SNS Regio Bank een bijzondere zorgplicht rust. Deze zorgplicht heeft SNS Regio Bank geschonden, aldus [eiser].
4.2. De rechtbank begrijpt [eiser]s stellingen als volgt. Het Financieel Plan bestaat uit diverse deelproducten van verschillende ondernemingen die gelieerd zijn aan SNS Regio Bank. Dit plan is door SNS Regio Bank door middel van brochures aan het publiek gepresenteerd, zodat hij erop heeft mogen vertrouwen dat het Financieel Plan in zijn geheel een product van SNS Regio Bank was. Ter onderbouwing hiervan verwijst [eiser] naar de mededelingen door SNS Regio Bank in de brochure “REAAL Financieel Plan, handleiding voor de consument” en de brochure “REAAL Financieel Plan, Sparen/Beleggen” (zie r.o. ?2.6).
De overeenkomst ter zake van het Financieel Plan is tot stand gekomen door bemiddeling van Muller en De Graaf, die een geselecteerde tussenpersoon van SNS Regio Bank is, aldus [eiser]. Muller en De Graaf heeft de brochures van SNS Regio Bank aan [eiser] ter hand gesteld, waarmee zij zich als het ware heeft gelegitimeerd als haar vertegenwoordiger, volgens [eiser]. Na bemiddeling door Muller en De Graaf heeft SNS Regio Bank hem per brief van 6 januari 2005 toegelaten als deelnemer aan het plan (zie r.o. ?2.5). Volgens [eiser] heeft deze handelwijze tot gevolg dat hij ter zake van het Financieel Plan met SNS Regio Bank heeft gecontracteerd. SNS Regio Bank heeft, anders dan zij aanvoert, niet alleen een Servicerekening ter beschikking gesteld, maar een complex financieel product, aldus [eiser].
4.3. Ter onderbouwing van zijn stelling dat SNS Regio Bank als aanbieder van een complex financieel product jegens hem tekort is geschoten in de op haar rustende bijzondere zorgplicht, voert [eiser] aan dat hij niet beter wist, noch behoefde te weten, dan dat de storting van EUR 55.000,- betrekking had op een spaarconstructie die deel uitmaakte van de hypotheekovereenkomst dan wel in verband met het sluiten daarvan tot stand is gekomen. Hij wist niet, en hoefde er ook niet op bedacht te zijn, dat de hypothecaire geldlening niet bij SNS Regio Bank maar bij CombiVoordeel was afgesloten. Evenmin wist hij en behoefde hij te weten dat de belegging met gelden afkomstig uit deze hypothecaire geldlening zou plaatsvinden bij een onderneming die geen deel uitmaakte van de REAAL-organisatie. In zijn conclusie van repliek verbindt [eiser] hieraan ook de conclusie dat de informatieverstrekking door SNS Regio Bank niet voldoet aan de Wet op het financieel toezicht (Wft).
4.4. De zorgplicht brengt volgens [eiser] tevens mee dat SNS Regio Bank de aard van de belegging door Geregelde Zaken Holding had moeten onderzoeken. Deze is volgens [eiser] frauduleus gebleken, omdat Geregelde Zaken Holding de belegging hoofdzakelijk heeft aangewend om haar dochteronderneming Muller en De Graaf te financieren. Ter onderbouwing hiervan verwijst [eiser] naar de beschikking van de rechtbank Almelo (zie r.o. ?2.7) en het faillissementsverslag (zie r.o. ?2.8). Voorts stelt hij in dit verband dat Geregelde Zaken Holding in strijd heeft gehandeld met de Wet toezicht Kredietwezen 1992 (Wtk). Volgens [eiser] beschikte Geregelde Zaken Holding evenmin over een vergunning ingevolge de Wet toezicht effectenverkeer (Wte).
Voorts had SNS Regio Bank op grond van haar zorgplicht de betrouwbaarheid van Muller en De Graaf dienen te onderzoeken, aldus [eiser].
4.5. In de kern komt het verweer van SNS Regio Bank erop neer dat haar overeenkomst met [eiser] louter betrekking had op de terbeschikkingstelling van een online rekening (de Servicerekening). Via deze rekening lopen de geldstromen in het kader van het Financieel Plan en in zoverre is de Servicerekening als spil dit plan te beschouwen. De overige overeenkomsten die in het kader van het Financieel Plan zijn gesloten, zijn tussen [eiser] en andere partijen tot stand gekomen. Zij heeft geen complex financieel product aangeboden, aldus SNS Regio Bank, doch slechts de Servicerekening. Tijdens de comparitie heeft SNS Regio Bank toegelicht dat op haar als aanbieder van de Servicerekening wel een zekere zorgplicht rust, maar deze gaat niet zo ver dat zij gehouden was onderzoek te doen naar (de aard van de belegging door) Geregelde Zaken Holding, welke onderneming niet aan haar is gelieerd.
4.6. Voorts stelt SNS Regio Bank zich op het standpunt dat de brochures niet de indruk wekken dat zij op enigerlei wijze betrokken is bij Geregelde Zaken Holding en/of het uitgegeven rentecertificaat. Volgens SNS Regio Bank dragen alle producten die [eiser] bij haar (en REAAL Levensverzekeringen) heeft afgenomen, een naam met daarin REAAL, terwijl de hypotheek en het rentecertificaat deze naam niet dragen. Verder voert SNS Regio Bank aan dat de bij het rentegarantiecertificaat behorende algemene voorwaarden afwijken van de algemene voorwaarden die SNS Regio Bank gebruikt. Volgens SNS Regio Bank is het wel mogelijk bij haar te beleggen, maar daarvoor is het openen van een aparte beleggingsregeling noodzakelijk hetgeen ook in de brochure is opgenomen. Een dergelijke rekening is niet geopend, aldus SNS Regio Bank.
4.7. SNS Regio Bank betwist voorts dat Muller en De Graaf in haar naam en voor haar rekening heeft gehandeld. Zij voert daartoe aan dat [eiser] door Muller en De Graaf is benaderd. [eiser] is ingegaan op het aanbod van Muller en De Graaf tot dienstverlening, zodat Muller en De Graaf juist heeft gehandeld voor rekening en risico van [eiser]. Ter zitting heeft SNS Regio Bank toegelicht dat de enkele omstandigheid dat Muller en De Graaf de beschikking had over haar brochures, niet betekent dat Muller en De Graaf namens haar heeft gehandeld.
Overeenkomsten in het kader van het Financieel Plan
4.8. De rechtbank stelt vast dat ten tijde van het afsluiten van het Financieel Plan diverse overeenkomsten tot stand zijn gekomen. Tussen [eiser] en CombiVoordeel is een overeenkomst van hypotheek tot stand gekomen, waaraan een hypotheekverzekering bij REAAL Levensverzekeringen gekoppeld is (zie r.o. ?2.2).
4.9. Tevens staat vast dat [eiser] met gelden afkomstig uit deze hypothecaire geldlening een bedrag van EUR 55.000,- aan Geregelde Zaken Holding heeft geleend (zie r.o. ?2.3).
4.10. Voorts staat vast dat tussen [eiser] en SNS Regio Bank een overeenkomst tot stand is gekomen op grond waarvan SNS Regio Bank de Servicerekening heeft geopend (zie r.o. ?2.4), via welke – blijkens de brief van 6 januari 2005 (zie r.o. ?2.5) – de geldstromen in het kader van het Financieel Plan lopen.
4.11. De rechtbank zal [eiser]s stellingen tegen deze achtergrond beoordelen.
4.12. De rechtbank passeert [eiser]s stelling dat uit de brochures moet worden afgeleid dat SNS Regio Bank de aanbieder is van alle tot het Financieel Plan behorende diensten. Uit de brochures blijkt immers dat verschillende ondernemingen diensten in het kader van het Financieel Plan (kunnen) aanbieden. De enkele omstandigheid dat bepaalde van deze ondernemingen deel uitmaken van SNS REAAL, brengt niet zonder meer mee dat SNS Regio Bank met deze ondernemingen vereenzelvigd kan worden, in die zin dat moet worden aangenomen dat zij als aanbieder van en verantwoordelijke voor het gehele plan heeft te gelden.
4.13. Voorts stelt de rechtbank vast dat uit de brochures blijkt dat ook derden, dat wil zeggen niet tot SNS REAAL behorende ondernemingen, in het kader van het Financieel Plan diensten kunnen aanbieden. De brochure “Sparen/beleggen” van SNS Regio Bank en de brochure “Wonen” van REAAL Levensverzekeringen vermelden immers:
“Vervolgens wordt vanaf deze Servicerekening – ook automatisch – geld overgeheveld naar uw REAAL producten of producten van andere maatschappijen.”
Verder vermeldt de brochure “Uw REAAL Hypotheek” van REAAL Levensverzekeringen dat zij samenwerkt met andere geldverstrekkers.
4.14. Bij haar oordeel betrekt de rechtbank tevens de omstandigheid dat [eiser] in zijn conclusie van repliek erkent dat hij niet alle brochures heeft ontvangen op het moment dat hij besloot deel te nemen aan het Financieel Plan. Gelet hierop valt zonder nadere motivering – welke motivering ontbreekt – niet in te zien dat door middel van de brochures bij [eiser] de indruk is gewekt dat SNS Regio Bank de aanbieder is van alle in het Financieel Plan genoemde diensten en in het bijzonder de belegging door Geregelde Zaken Holding.
4.15. Kennelijk betoogt [eiser] dat uit de brief van 6 januari 2005 van SNS Regio Bank moet worden afgeleid dat het Financieel Plan (met inbegrip van de belegging door Geregelde Zaken Holding) op haar naam wordt aangeboden. In deze brief wordt door SNS Regio Bank gezegd dat de aanvraag voor het Financieel Plan bij haar is gedaan. De formulering is enigszins ongelukkig gekozen, maar deze brief legt in het licht van voornoemde omstandigheden – waaronder de omstandigheid dat [eiser] met diverse andere ondernemingen overeenkomsten heeft gesloten – naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende gewicht in de schaal om de conclusie te rechtvaardigen dat [eiser] ervan uit mocht gaan dat SNS Regio Bank de aanbieder van het Financieel Plan in de door hem bedoelde zin was.
4.16. Voor zover [eiser] betoogt dat SNS Regio Bank door tussenkomst van Muller en De Graaf als vertegenwoordiger van SNS Regio Bank de schijn heeft gewekt dat zij de aanbieder is van het (gehele) Financieel Plan, overweegt de rechtbank als volgt.
4.17. Volgens [eiser] is hij telefonisch door Muller en De Graaf benaderd (zie r.o. ?2.1). Ter zitting heeft [eiser] verklaard dat vervolgens bij hem thuis een bespreking heeft plaatsgevonden met een vertegenwoordiger van Muller en De Graaf. Deze vertegenwoordiger had de beschikking over brochures van SNS Regio Bank. Op grond van deze brochures heeft [eiser] besloten deel te nemen aan het Financieel Plan.
4.18. De rechtbank stelt voorop dat gesteld noch gebleken is dat Muller en De Graaf op enig moment aan [eiser] heeft meegedeeld dat zij namens SNS Regio Bank handelde. Voorts is de enkele omstandigheid dat Muller en De Graaf kennelijk de beschikking had over bepaalde brochures van SNS Regio Bank, onvoldoende om de conclusie te rechtvaardigen dat zij als (geselecteerde) tussenpersoon van SNS Regio Bank heeft te gelden. Bij dit oordeel betrekt de rechtbank mede de omstandigheid dat tussen partijen vaststaat dat Muller en De Graaf een zelfstandige tussenpersoon is met een aanstelling bij REAAL Levensverzekeringen, hetgeen ook blijkt uit de brief van 19 augustus 2004 die Muller en De Graaf namens REAAL Levensverzekeringen aan [eiser] heeft gestuurd, waarin de hypotheek van CombiVoordeel wordt aangeboden (zie r.o. ?2.2).
4.19. Gelet hierop en mede gelet op het verweer van SNS Regio Bank dat zij in het kader van het aanbieden van de Servicerekening geen gebruik heeft gemaakt van de diensten van Muller en De Graaf, is de rechtbank van oordeel dat [eiser] onvoldoende feiten en omstandigheden heeft gesteld die de conclusie rechtvaardigen dat Muller en De Graaf als tussenpersoon van SNS Regio Bank heeft gehandeld. Dit geldt onverkort voor [eiser]s verder niet onderbouwde stelling dat SNS Regio Bank door tussenkomst van Muller en De Graaf de schijn heeft gewekt dat zij de aanbieder is van het (gehele) Financieel Plan. Bij dit oordeel betrekt de rechtbank tevens de omstandigheid dat uit de door [eiser] ontvangen afrekeningsnota en het rentegarantiecertificaat niet blijkt dat SNS Regio Bank (of een tot de SNS REAAL-groep behorende onderneming) daar op enigerlei wijze mee is verbonden.
Rol van SNS Regio Bank bij Financieel Plan
4.20. Gelet op het voorgaande komt de rechtbank tot het oordeel dat niet geconcludeerd kan worden dat SNS Regio Bank zich door middel van de brochures en door tussenkomst van Muller en De Graaf heeft opgeworpen als zijnde de aanbieder is van het (gehele) Financieel Plan, noch jegens [eiser] een zodanige schijn heeft opgewekt. Dit oordeel brengt mee dat het ervoor moet worden gehouden dat de rol van SNS Regio Bank in het kader van het Financieel Plan, zoals zij heeft aangevoerd, is beperkt tot het aanbieden van de Servicerekening aan [eiser]. Hoewel deze dienst deel uitmaakt van het Financieel Plan dat door de veelheid van partijen niet aanstonds te doorgronden is, is deze dienst, anders dan [eiser] stelt, op zichzelf geen complex financieel product.
4.21. SNS Regio Bank erkent dat op haar als aanbieder van de Servicerekening een zekere zorgplicht rust. Zij voert evenwel aan dat deze plicht niet zover reikt dat zij gehouden is onderzoek te doen naar Geregelde Zaken Holding (zie r.o. ?4.5).
4.22. Ter onderbouwing hiervan voert SNS Regio Bank aan dat zij ervan op de hoogte was dat Geregelde Zaken Holding maandelijks een bedrag van EUR 320,83 op de Servicerekening zou storten, omdat zij hiermee rekening heeft gehouden bij het bepalen van de hoogte van het bedrag dat zij maandelijks van [eiser]s tegenrekening moest incasseren. Zij stelt zich evenwel op het standpunt dat zij niet wist dat dit bedrag afkomstig was uit een belegging. In dit verband voert zij ook aan dat de financiering van de belegging niet van haar afkomstig is. Kennelijk bedoelt SNS Regio Bank hiermee te zeggen dat zij niet kon weten dat [eiser] een bedrag aan Geregelde Zaken Holding heeft geleend die dat bedrag op haar beurt heeft belegd.
4.23. Het had op de weg van [eiser] gelegen dit verweer gemotiveerd te weerspreken en nadere feiten en omstandigheden te stellen ter onderbouwing van zijn standpunt dat SNS Regio Bank de (aard van de) belegging door Geregelde Zaken Holding had behoren te onderzoeken. In zijn conclusie van repliek stelt [eiser] echter enkel – zonder nadere onderbouwing – dat SNS Regio Bank wist althans behoorde te weten dat de belegging werd gedaan bij Geregelde Zaken Holding. Zelfs als dit standpunt juist zou zijn (hetgeen door SNS Regio Bank wordt betwist), dan reikt de zorgplicht van de bank niet zover, behoudens mogelijke bijzondere omstandigheden die niet gesteld of gebleken zijn, dat op SNS Regio Bank de verplichting rustte de aard van de belegging bij Geregelde Zaken Holding dan wel de handelwijze van Geregelde Zaken Holding te onderzoeken. De relatie tussen [eiser] en SNS Regio Bank zag immers alleen op het aanbieden van de Servicerekening (zie r.o. ?4.20), waarbij SNS Regio Bank geen enkele bemoeienis had (zoals hiervoor is geoordeeld) met de advisering dan wel met het aanwenden van de gelden die op grond van de hypothecaire lening ter beschikking kwamen ter vrije besteding door [eiser].
4.24. Ook kan niet worden geconcludeerd dat SNS Regio Bank zich door middel van het enkel aanbieden van de Servicerekening in het Financieel Plan heeft getracht te disculperen van haar mogelijke zorgplichten die op aanbieders van complexe financiële producten kunnen rusten. Nog daargelaten dat het Financieel Plan als zodanig niet als een complex financieel product kan worden aangemerkt, was het immers voor [eiser] duidelijk dat bij het Financieel Plan diverse aanbieders betrokken konden zijn en dus ook aanbieders die niet op enigerlei wijze gelieerd waren aan de SNS REAAL-groep (zie r.o. ?4.13). De conclusie is dan ook dat geen sprake is van schending van de zorgplicht jegens [eiser] door SNS Regio Bank.
4.25. [eiser] stelt verder dat SNS Regio Bank op grond van artikel 6:76 BW aansprakelijk is nu Muller en De Graaf is te beschouwen als hulppersoon van SNS Regio Bank. SNS Regio Bank betwist dat zij bij de uitvoering van haar verbintenissen gebruik heeft gemaakt van Muller en De Graaf als hulppersoon.
4.26. De rechtbank stelt vast dat [eiser] geen feiten en omstandigheden heeft aangevoerd die de conclusie rechtvaardigen dat Muller en De Graaf als hulppersoon van SNS Regio Bank heeft te gelden. De vorderingen van [eiser] zullen – voor zover zij gebaseerd zijn op artikel 6:76 BW – dan ook worden afgewezen.
4.27. Voorts stelt [eiser] dat SNS Regio Bank aansprakelijk is op grond van het bepaalde in artikel 6:171 dan wel artikel 6:172 BW. SNS Regio Bank betwist dat zij bij de uitvoering van haar verbintenissen gebruik heeft gemaakt van enige niet-ondergeschikte dan wel vertegenwoordiger.
4.28. De rechtbank stelt vast dat [eiser] zijn stelling dat Muller en De Graaf als niet-ondergeschikte van SNS Regio Bank in de zin van artikel 6:171 BW is opgetreden, evenmin feitelijk heeft onderbouwd. Ook is niet gebleken dat Muller en De Graaf in die hoedanigheid heeft gehandeld.
Artikel 6:172 BW heeft onder meer betrekking op tussenpersonen. De rechtbank heeft reeds geoordeeld dat [eiser] onvoldoende feiten en omstandigheden heeft gesteld die de conclusie rechtvaardigen dat Muller en De Graaf als geselecteerde tussenpersoon van SNS Regio Bank heeft gehandeld (zie r.o. ?4.19). Gelet hierop zullen de vorderingen van [eiser] – voor zover zij op artikel 6:171 en artikel 6:172 BW zijn gebaseerd – worden afgewezen.
4.29. Tot slot stelt [eiser] dat SNS Regio Bank onrechtmatig jegens hem heeft gehandeld. Nu schending van de zorgplicht aan is te merken als een onrechtmatige daad en [eiser] geen andere grondslag voor onrechtmatigheid heeft aangevoerd dan deze schending, is de rechtbank van oordeel dat deze stelling geen zelfstandige betekenis heeft. Nu de rechtbank reeds heeft geoordeeld dat van een dergelijke schending geen sprake is (zie r.o. ?4.24), zal deze vordering van [eiser] eveneens worden afgewezen.
4.30. [eiser] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van SNS Regio Bank worden begroot op:
- explootkosten EUR 0,00
- vast recht 254,00
- getuigenkosten 0,00
- deskundigen 0,00
- overige kosten 0,00
- salaris advocaat 1.356,00 (3,0 punten × tarief EUR 452,00)
Totaal EUR 1.610,00
[eiser] zal tevens worden veroordeeld tot vergoeding van de gevorderde wettelijke rente over de proceskosten vanaf de dag van het vonnis, nu hij hiertegen geen verweer heeft gevoerd.
5.1. wijst de vorderingen af,
5.2. veroordeelt [eiser] in de proceskosten, aan de zijde van SNS Regio Bank tot op heden begroot op EUR 1.610,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de datum van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.3. verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. Ch.E. Bethlem, mr. A. van Maanen en mr. M.E. Heinemann en in het openbaar uitgesproken op 24 juni 2009.?