ECLI:NL:RBUTR:2009:BI7733
Rechtbank Utrecht
- Hoger beroep
- E.F. Bueno
- I. Bruna
- D.C.P.M. Straver
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering tot inbewaringstelling in hoger beroep met betrekking tot preventieve hechtenis
In deze zaak heeft de rechtbank te Utrecht op 11 juni 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beschikking van de rechter-commissaris van 2 juni 2009, die de vordering tot inbewaringstelling van de officier van justitie had afgewezen. De officier van justitie had hoger beroep ingesteld, omdat hij van mening was dat er wel gronden waren voor inbewaringstelling, met name het recidivegevaar en het gevaar voor de gezondheid van personen. De raadsman van de verdachte betwistte deze gronden en stelde dat er in het dossier geen bewijs was voor de stelling van de officier van justitie dat er recidivegevaar aanwezig was.
De rechtbank overwoog dat preventieve hechtenis niet bedoeld is als voorschot op een op te leggen straf. Het ontbreken van een strafblad betekent niet automatisch dat er geen gronden zijn voor preventieve hechtenis. De rechtbank concludeerde dat er ernstige bezwaren waren tegen de verdachte, die zich onder invloed van alcohol had misdragen tegenover politiemensen. Ondanks de verklaring van de verdachte dat hij zich niet eerder zo had misdragen, vond de rechtbank geen aanknopingspunten in het dossier die deze bewering ondersteunden.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het hoger beroep van de officier van justitie afgewezen en de beschikking van de rechter-commissaris gehandhaafd, waarmee de vordering tot inbewaringstelling werd afgewezen. De rechtbank benadrukte dat de rechter-commissaris terecht had geoordeeld dat er geen gronden waren voor de toepassing van preventieve hechtenis in dit geval.