ECLI:NL:RBUTR:2009:BI3353

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
24 april 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
264094/ JE RK 09-606
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van gesloten jeugdzorg voor minderjarige die zich onttrekt aan toezicht

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Utrecht op 24 april 2009, betreft het een verzoek van Bureau Jeugdzorg Utrecht om een machtiging te verlenen voor de opname van een minderjarige in een accommodatie voor gesloten jeugdzorg. De minderjarige, aangeduid als [kind], heeft zich onttrokken aan het toezicht van de gezinsvoogd door niet terug te keren van een weekendverlof in maart 2009. Deze onttrekking heeft voortgeduurd, waardoor het onmogelijk was voor de gedragsdeskundige om [kind] persoonlijk te onderzoeken. De kinderrechter, mr. A.S. Penders, heeft het verweer van de raadsvrouwe van [kind], mr. C. Simmelink, verworpen. De raadsvrouwe stelde dat de verklaring van de gedragsdeskundige zonder persoonlijk contact met [kind] was opgesteld en dat dit onderzoek voorafgaand aan het verlengingsverzoek had moeten plaatsvinden.

De kinderrechter oordeelde dat, ondanks het ontbreken van persoonlijk contact, de noodzaak voor gesloten jeugdzorg evident was. De minderjarige vertoonde ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen die zijn ontwikkeling ernstig belemmerden. De kinderrechter benadrukte dat de gezinsvoogd en de politie alles in het werk moesten stellen om [kind] op te sporen, aangezien hij zich in een omgeving bevond die zijn ontwikkeling bedreigde. De kinderrechter verleende uiteindelijk de gevraagde machtiging voor de duur van de ondertoezichtstelling, tot 28 juli 2009, en wees het overige verzoek af.

Deze beschikking is openbaar uitgesproken en onderstreept de urgentie van de situatie van de minderjarige, die door zijn gedrag en de omstandigheden waarin hij zich bevond, een zorgwekkende ontwikkeling doormaakte.

Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT
Sector handels- en familierecht
Machtiging gesloten jeugdzorg
Zaaknummer: 264094 / JE RK 09-606
Beschikking van 24 april 2009 van de kinderrechter met betrekking tot de jeugdige:
[kind], geboren te [geboorteplaats], op [1992],
kind van
[de man], wonende te [woonplaats],
en
[de vrouw], wonende te [woonplaats];
de moeder is alleen belast met het ouderlijk gezag.
1. Verloop van de procedure
Bureau Jeugdzorg Utrecht heeft op 9 maart 2009 verzocht een machtiging te verlenen om de jeugdige in een accommodatie voor gesloten jeugdzorg te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van een jaar.
Aangezien verlening van een machtiging in een accommodatie voor gesloten jeugdzorg is verzocht, is aan de jeugdige als raadsvrouwe toegevoegd mr. C. Simmelink.
Op 24 april 2009 heeft de kinderrechter het verzoek ter terechtzitting met gesloten deuren behandeld.
Ter zitting zijn de volgende personen verschenen:
- advocaat van [kind], mr. C. Simmelink,
- Bureau Jeugdzorg Utrecht, gezinsvoogd, de heer H. Ridwan.
2. Beoordeling van het verzochte
Bij beschikking van 24 juli 2008 van de kinderrechter te Utrecht is de ondertoezichtstelling van [kind] verlengd voor de duur van een jaar, met ingang van 28 juli 2008.
Bij beschikking van 24 oktober 2008 heeft de kinderrechter een machtiging verleend om [kind] in een accommodatie voor gesloten jeugdzorg te doen opnemen en te doen verblijven, met ingang van 27 oktober 2008 tot 27 april 2009.
Uit de verklaringen van de gehoorde personen en uit de overgelegde stukken blijkt dat [kind] ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen heeft die zijn ontwikkeling naar volwassenheid ernstig belemmeren en die maken dat de opneming en het verblijf in een accommodatie voor gesloten jeugdzorg noodzakelijk zijn om te voorkomen dat [kind] zich aan de zorg die hij nodig heeft zal onttrekken of daaraan door anderen zal worden onttrokken.
De raadsvrouwe heeft aangevoerd dat het verzoek moet worden afgewezen, omdat de verklaring van de gedragsdeskundige is opgesteld zonder een persoonlijk contact met [kind]. Deze verklaring had volgens de raadsvrouwe opgesteld moeten zijn voor het indienen van het verlengingsverzoek.
De kinderrechter verwerpt het verweer. Ten eerste moet worden opgemerkt dat [kind] zich onttrokken heeft aan toezicht van de gezinsvoogd door niet terug te komen van een weekendverlof in begin maart 2009. Deze onttrekking duurt nog steeds voort. Onder deze omstandigheden kan niet worden verlangd dat de gedragsdeskundige [kind] persoonlijk had moeten onderzoeken, omdat dit door toedoen van [kind] (met medeweten van de moeder) onmogelijk is gemaakt.
In beginsel is het juist dat een verzoek om gesloten jeugdzorg ingediend kan worden met de verklaring van de gedragsdeskundige daaraan toegevoegd. Echter ook ten tijde van het indienen van het verzoek van 5 maart 2009 had [kind] zich al aan het toezicht van de gezinsvoogd en van de Hoenderloo Groep onttrokken. Ook als op of voor 5 maart een onderzoek zou zijn geagendeerd had het eenzelfde gang doorlopen als het huidige onderzoek.
Het voorgaande neemt niet weg dat er wel een nieuw onderzoek door een gedragsdeskundige zal moeten plaatsvonden, zodra [kind] opgespoord is en de beschikking ten uitvoer kan worden gelegd. In deze opmerking zit besloten dat naar het oordeel van de kinderrechter de gezinsvoogd tezamen met de politie alles in het werk moet stellen om [kind] op te sporen en terug te brengen naar de instelling waar hij verbleef. Ter zitting is immers gebleken dat [kind] vermoedelijk in kringen verkeert, waarin zijn ontwikkeling ernstig wordt bedreigd.
De kinderrechter kan het verzoek niet verder toewijzen dan voor de periode van de ondertoezichtstelling van [kind]. De kinderrechter zal een machtiging verlenen om [kind] in een accommodatie voor gesloten jeugdzorg te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van de ondertoezichtstelling.
3. Beslissing
De kinderrechter verleent machtiging de jeugdige te doen opnemen en te doen verblijven in een accommodatie voor gesloten jeugdzorg als bedoeld in het indicatiebesluit d.d. 5 maart 2009, kenmerk B-CAM-VHJ1T, met ingang van 27 april 2009 voor de duur van de ondertoezichtstelling, te weten tot 28 juli 2009.
Het meer of anders verzochte wordt afgewezen.
Deze beschikking is gegeven en in het openbaar uitgesproken ter terechtzitting van
24 april 2009 door mr. A.S. Penders, kinderrechter, in bijzijn van D.B.T. Koster als griffier.