ECLI:NL:RBUTR:2009:BI3081
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.E. Kruijff-Bronsing
- P.J.G. van Osta
- M.H.L. Schoenmakers
- Rechtspraak.nl
Veroordeling van verdachte tot jeugddetentie voor het dealen van harddrugs en het voorhanden hebben van vuurwapens
Op 27 januari 2009 heeft de Rechtbank Utrecht uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het dealen van harddrugs en het voorhanden hebben van vuurwapens. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een jeugddetentie van 5 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. De officier van justitie had een zwaardere straf geëist, maar de rechtbank heeft rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn blanco strafblad en zijn medewerking aan justitie.
De zaak werd behandeld op de terechtzitting van 13 januari 2009, waar de officier van justitie, mr. W.J. Koreman, en de verdediging hun standpunten naar voren brachten. De tenlastelegging omvatte het dealen van cocaïne en het voorhanden hebben van twee balletjespistolen. De rechtbank achtte de feiten wettig en overtuigend bewezen, maar sprak de verdachte vrij van andere tenlastegelegde feiten.
De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten, vooral gezien de impact van harddrugs op de samenleving en het gevaar van vuurwapens. Desondanks werd de straf verlicht door de positieve omstandigheden van de verdachte. De rechtbank legde ook bijzondere voorwaarden op, waaronder de maatregel Hulp en Steun, en een werkstraf van 100 uren, subsidiair 50 dagen jeugddetentie.
De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en kinderrechter mr. J.E. Kruijff-Bronsing, en de rechters mr. P.J.G. van Osta en mr. M.H.L. Schoenmakers, in aanwezigheid van griffier mr. S.L.D. Marx. De beslissing is openbaar uitgesproken op dezelfde datum als de uitspraak.