ECLI:NL:RBUTR:2009:BI3006
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Veroordeling voor valsheid in geschrift en smaad met werkstraf en schadevergoeding
Op 30 januari 2009 heeft de Rechtbank Utrecht uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van valsheid in geschrift en smaad. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een werkstraf van 100 uren, subsidiair 50 dagen vervangende hechtenis, waarvan 50 uren voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. De zaak betrof meerdere feiten die zich afspeelden tussen 1 januari 2006 en 29 maart 2007, waarbij de verdachte valse documenten had opgemaakt en de eer van een benadeelde partij had aangetast door onjuiste beschuldigingen te uiten.
De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan valsheid in geschrift door een maandstaat urenbesteding valselijk op te maken, met het doel deze als echt te gebruiken. Daarnaast had hij de goede naam van een werknemer van een bedrijf aangetast door te beweren dat deze fraude had gepleegd. De rechtbank achtte niet bewezen dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan andere tenlastegelegde feiten en sprak hem daarvan vrij.
Bij de strafoplegging hield de rechtbank rekening met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoonlijke situatie van de verdachte. De verdachte had spijt betuigd en was onder behandeling voor zijn gedragsproblemen. De rechtbank legde ook een schadevergoeding op aan de benadeelde partij, die door de acties van de verdachte reputatieschade had geleden. De vordering van een andere benadeelde partij werd niet-ontvankelijk verklaard, omdat deze niet voldoende onderbouwd was.
De uitspraak benadrukt de gevolgen van valsheid in geschrift en smaad, en de verantwoordelijkheid van de verdachte voor zijn daden, evenals de mogelijkheid voor benadeelde partijen om schadevergoeding te eisen.