ECLI:NL:RBUTR:2009:BI0458
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontbinding arbeidsovereenkomst en proceskostenvergoeding in geval van collectief ontslag
In deze zaak heeft de besloten vennootschap Kembo B.V. een verzoekschrift ingediend tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst met [verweerder], die sinds 1 augustus 2007 in dienst was. Kembo, een producent van meubelprogramma's, stelde dat er door bedrijfseconomische omstandigheden geen passend werk meer beschikbaar was voor [verweerder]. De kantonrechter heeft het verzoek tot ontbinding behandeld op 24 maart 2009, maar na de mondelinge behandeling trok Kembo het verzoek in.
[Verweerder] had zich in eerste instantie laten bijstaan door mr. Sintemaartensdijk, maar schakelde later mr. J.R. Dobbelsteijn Bisschops in voor de zitting. Hij verzocht om een proceskostenvergoeding, omdat hij kosten had gemaakt voor juridische bijstand. De kantonrechter oordeelde dat het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst zou zijn afgewezen, omdat niet voldoende aannemelijk was gemaakt dat [verweerder] op basis van het afspiegelingsbeginsel eerder zou moeten vertrekken dan twee collega’s met vergelijkbare functies.
De kantonrechter concludeerde dat Kembo als ongelijk gestelde partij in de kosten van de procedure moest worden veroordeeld. De proceskosten aan de zijde van [verweerder] werden begroot op € 800,-. Deze beschikking is gegeven door mr. J.J.M. de Laat en openbaar uitgesproken op 3 april 2009.