ECLI:NL:RBUTR:2009:BH7513
Rechtbank Utrecht
- Kort geding
- H.J. Schepen
- Rechtspraak.nl
Intrekking van kort geding en verzoek om proceskostenvergoeding
In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 11 maart 2009 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de besloten vennootschappen Solid Business BV en Trade-IT BV. Solid Business heeft het kort geding ingetrokken voordat de mondelinge behandeling plaatsvond. Trade-IT heeft vervolgens verzocht om een bevelschrift ex artikel 250 Rv voor de kosten die zij heeft gemaakt ter voorbereiding van het kort geding. De voorzieningenrechter heeft dit verzoek afgewezen.
De voorzieningenrechter overweegt dat de intrekking van een kort geding niet kan worden aangemerkt als afstand van instantie in de zin van de artikelen 249 en 250 Rv. Dit betekent dat Trade-IT geen rechtstreeks beroep kan doen op deze bepalingen. De rechter wijst erop dat de bepalingen van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering op kort gedingzaken van toepassing zijn, tenzij de aard van het kort geding zich daartegen verzet. De intrekking van het kort geding is een aparte rechtsfiguur die niet in de wet is geregeld.
Trade-IT had aangevoerd dat zij kosten had gemaakt in de vorm van het inzenden van producties en het gereedmaken van pleitnotities. De rechter stelt echter vast dat er nog geen proceshandeling heeft plaatsgevonden, aangezien de zaak niet is uitgeroepen. Hierdoor kan Trade-IT geen aanspraak maken op vergoeding van kosten die zijn gemaakt ter voorbereiding van het kort geding. De rechter concludeert dat er geen grond is voor het afgeven van een bevelschrift of een begroting van de kosten, en wijst het verzoek van Trade-IT af.